ECLI:NL:RBAMS:2009:BK5959

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15934/09
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.G. Ellerbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van reclame-overeenkomst met reflexwerking van de Colportagewet

In deze zaak vorderde Vitrina B.V. betaling van een factuur op basis van een reclame-overeenkomst die was aangegaan met een vennootschap onder firma, vertegenwoordigd door [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3]. De overeenkomst, die op 22 oktober 2008 werd ondertekend, betrof het aanbrengen van reclame op een rolstoel in het Ziekenhuis Amstelveen voor een periode van vijf jaar, met een jaarlijkse vergoeding van € 1.100,00. Na ondertekening van de overeenkomst stelden de gedaagden dat zij in de veronderstelling verkeerden dat het om meerdere rolstoelen ging en beriepen zich op dwaling en vernietiging van de overeenkomst. Vitrina wees dit beroep af en stuurde een factuur voor de huur en productiekosten, die door de gedaagden onbetaald bleef.

De kantonrechter oordeelde dat, hoewel [gedaagde sub 2] als ondernemer handelde, er grond was om reflexwerking toe te kennen aan de Colportagewet. Dit betekent dat de bescherming die de wet biedt aan consumenten ook van toepassing kan zijn op kleine zelfstandigen in vergelijkbare posities. De rechter concludeerde dat de overeenkomst was ontbonden, omdat de gedaagden tijdig hadden aangegeven de overeenkomst ongedaan te willen maken. De vordering van Vitrina werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.

De uitspraak benadrukt de toepassing van de Colportagewet in situaties waarin kleine ondernemers zich in een consumentachtige positie bevinden, en bevestigt het belang van duidelijke communicatie bij het aangaan van overeenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM,
SECTOR KANTON, LOCATIE AMSTERDAM
rolnummer: 15934/09
5
datum: 16 oktober 2009
Vonnis in de zaak:
VITRINA B.V.,
eiseres,
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
gemachtigde: [gemachtigde eiseres],
tegen:
1. de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1],
2. [gedaagde sub 2],
3. [gedaagde sub 3],
gedaagden,
wonende te [woonplaats],
gemachtigde: mr. B. Meijer.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Eiseres wordt verder aangeduid als Vitrina, gedaagden als [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en gezamenlijk als [gedaagde sub 1] c.s.
Bij tussenvonnis van 10 juli 2009 -waarvan de inhoud als hier ingelast en overgenomen geldt- is een comparitie van partijen gelast.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2009. Gehoord zijn partijen en hun gemachtigden.
Daarna is opnieuw vonnis gevraagd.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1 Feiten
1.1 Als over en weer gesteld en niet of onvoldoende gemotiveerd betwist staat tussen partijen het volgende vast.
1.2 [gedaagde sub 1] c.s. voert een timmerbedrijf, feitelijk een eenmanszaak, waarin [gedaagde sub 2] de timmerwerkzaamheden verricht en [gedaagde sub 3], zijn echtgenote, de admini-stratie doet. Om fiscale redenen is gekozen voor de rechtsvorm van een vennootschap onder firma.
1.3 Op initiatief van een vertegenwoordiger van Vitrina, de heer [persoon 1], heeft deze op 22 oktober 2008 een persoonlijk bezoek gebracht aan [gedaagde sub 2], terwijl deze aan het werk was bij een klant.
1.4 Bij die gelegenheid heeft [gedaagde sub 2] een door Vitrina opgestelde schriftelijke "reclame-overeenkomst" ondertekend, die inhield dat reclame voor de onderneming van [gedaagde sub 1] c.s. zou worden aangebracht op een rolstoel of rolstoelen die wordt (wor-den) gebruikt in het Ziekenhuis Amstelveen.
1.5 In het schriftelijke contract is onder de voorgedrukte vermelding "mediumtype" met de hand geschreven het woord "rolstoel" en onder de voorgedrukte vermelding "aantal" is met de hand geschreven het cijfer "1".
1.6 De overeenkomst is aangegaan voor de duur van vijf jaar.
1.7 De overeengekomen vergoeding ("huurprijs") bedraagt € 1.100,00 per jaar.
1.8 Bij brief van 24 oktober 2008, door Vitrina ontvangen op 27 oktober 2008, berichtten [gedaagde sub 1] c.s. aan Vitrina dat zij bij het aangaan van de overeenkomst in de veronderstelling verkeerden dat deze be¬trekking had op meer dan één rolstoel, en dat dit toen van de zijde van Vitrina ook kenbaar zou zijn gemaakt. [gedaagde sub 1] c.s. deelden mede dat zij pas bij nadere lezing van het contract hadden bemerkt dat het slechts om één rolstoel ging en dat zij bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet zouden zijn aangegaan. [gedaagde sub 1] c.s. beriepen zich op dwaling en op vernietiging van de overeenkomst.
1.9 Bij brief van 27 oktober 2008 heeft Vitrina het door [gedaagde sub 1] c.s. aangevoerde afgewezen.
1.10 Vitrina heeft bij factuur van 9 december 2008 een jaar huur, alsmede productiekosten in rekening gebracht.
1.11 [gedaagde sub 1] c.s. hebben die factuur onbetaald gelaten.
2 Vordering
2.1 Vitrina vordert betaling van haar factuur, met rente en kos¬ten.
3 Verweer
3.1 [gedaagde sub 1] c.s. handhaven hun beroep op dwaling en op vernietiging van de overeen-komst. Naar hun zeggen had de vertegenwoordiger van Vitrina uit een telefoongesprek tussen gedaagden sub 2 en 3, dat in zijn aanwezigheid werd gevoerd, moeten begrijpen dat gedaagde sub 2 in de veronderstelling verkeerde dat het ging om reclame op meer dan één rolstoel.
3.2 Ook beroepen [gedaagde sub 1] c.s. zich op de Colportagewet, die naar hun oordeel analoog moet worden toegepast. Vitrina zou moeten aantonen dat zij [gedaagde sub 1] c.s. voor het sluiten van de overeenkomst voldoende informatie heeft ver¬strekt, en [gedaagde sub 1] c.s. mochten de overeenkomst binnen acht dagen ontbinden.
3.3 Ook is de tekst van de overeenkomst volgens [gedaagde sub 1] c.s. voor meerderlei uitleg vatbaar.
3.4 Voorts betwisten [gedaagde sub 1] c.s. de vordering tot vergoeding voor buitengerechtelijke kosten.
4 Beoordeling
4.1 Ingevolge artikel 1 lid 1 sub d van de Colportagewet is deze van toepassing op transacties die worden aangegaan met een particulier.
4.2 Hoewel [gedaagde sub 2] bij het aangaan van de overeenkomst niet heeft gehandeld als particulier, maar als ondernemer, is er grond om ten aanzien van [gedaagde sub 1] c.s. re-flexwerking toe te kennen aan de Colportagewet, zoals dat ook is gebeurd in de uitspra-ken van de kantonrechter te Rotterdam van 11 januari 2006 (LJN AU9755) en de kan-tonrechter te Utrecht van 5 maart 2008 (LJN BD7558). Feitelijk is [gedaagde sub 2] een kleine zelfstandige en heeft hij bij het aangaan van de overeenkomst ten opzichte van Vitrina een met een consument vergelijkbare positie ingenomen. Ook ligt het onderwerp van de overeenkomst (het maken van reclame) buiten de kernactiviteit en deskundigheid van [gedaagde sub 2] (het verrichten van timmerwerkzaamheden).
4.3 Vast staat dat het bezoek van de vertegenwoordiger van Vitrina op diens initiatief heeft plaatsgevonden. Hoewel in de brief van [gedaagde sub 1] c.s. d.d. 24 oktober 2008 niet met zoveel woorden melding is gemaakt van ontbinding van de overeenkomst, is daarin wel op ondubbelzinnige wijze kenbaar gemaakt dat [gedaagde sub 1] c.s. de overeenkomst on-gedaan wilden maken. Daarom moet de brief worden aangemerkt als een mededeling als bedoeld in artikel 25 lid 1 van de Colportagewet. Die mededeling is binnen de in arti-kel 25 lid 2 van die wet genoemde termijn gedaan.
4.4 Dit leidt tot de conclusie dat de overeenkomst is ontbonden. Ingevolge artikel 25 lid 5 van de Colportagewet heeft die ontbinding terugwerkende kracht. Overigens is gesteld noch gebleken -en ook niet aannemelijk- dat Vitrina ten tijde van de ontvangst van de brief van 24 oktober 2008 al een begin had gemaakt met uitvoe¬ring van de overeenkomst.
4.5 Wegens het vorenstaande moet de vordering worden afgewezen. Hetgeen [gedaagde sub 1] c.s. overigens tot verweer hebben aangevoerd, behoeft niet te worden besproken.
4.6 Vitrina dient te worden aangemerkt als in het ongelijk gestel¬de partij en te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
BESLISSING
De vordering wordt afgewezen.
Vitrina wordt veroordeeld in de kosten van het geding, aan de zijde van [gedaagde sub 1] c.s. tot op deze uitspraak begroot op € 300,00 als salaris van de gemachtigde van [gedaagde sub 1] c.s..
Deze kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen te Amsterdam door mr. S.G. Ellerbroek, kanton¬rechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 okto¬ber 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.