2. De feiten
2.1. TMG is een distributiebedrijf dat de verspreiding van onder meer kranten verzorgt.
2.2. [A] heeft met de rechtsvoorgangers van TMG, laatstelijk DistriQ B.V., achtereenvolgens op 31 januari 2000 een agentenovereenkomst voor onbepaalde tijd, op 27 september 2005 een overeenkomst Freelance Organisatie en op 26 februari 2007 een overeenkomst van opdracht ex artikel 7:400 BW gesloten.
2.3. Onder 2c van laatstgenoemde overeenkomst is - voor zover van belang - het volgende vermeld:
Wilt u uw administratie wat betreft uw freelancers uitbesteden aan het Administratiekantoor? x Ja
2.4. Op laatstgenoemde overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden Depothouder (hierna: Algemene Voorwaarden) van toepassing verklaard.
2.5. Artikel 3 van de Algemene Voorwaarden luidt, voor zover van belang als volgt:
3. Werkzaamheden Depothouder
3.1 De Depothouder is verantwoordelijk voor de volgende werkzaamheden:
• het tijdig doen bezorgen van kranten, huis-aan-huisbladen en andere producten welke door DistriQ ter verspreiding worden aangeboden door middel van bezorgers;
• (…)
• het opzetten c.q. instandhouden van een bezorgerscorps, het aangaan van bezorgersovereenkomsten etc.
• naleving van de wettelijke regels bij het inschakelen van rechtmatige bezorgers, waarbij de bepalingen van de Arbeidstijdenwet inzake de tewerkstelling van jongeren en uit de WAV in acht genomen dienen te worden
• (…)
2.6. Artikel 5 van de Algemene Voorwaarden luidt, voor zover van belang als volgt:
5 Vergoeding
(…)
5.5 Depothouder besteedt zijn administratie betreffende zijn bezorgercorps uit aan een daartoe bestemd administratiekantoor en is hiervoor een vergoeding verschuldigd aan het administratiekantoor.
2.7. Artikel 11 van de Algemene Voorwaarden luidt, voor zover van belang als volgt:
11.Opzegging overeenkomst
11.1 De Overeenkomst kan door de Depothouder of door DistriQ te allen tijde bij aangetekend schrijven tegen het einde van een periode uiterlijk op vrijdag worden opgezegd, mits met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste drie periodes. Eén periode bestaat uit vier weken. Deze opzegtermijn wordt verlengd met één periode voor ieder jaar dat de Overeenkomst ten tijde van de opzegging heeft geduurd, met dien verstande dat de opzegtermijn nimmer langer dan zes periodes zal bedragen. Afgezien van het bovenstaande bedraagt de opzegtermijn gedurende het eerste halfjaar van deze Overeenkomst één periode.
11.2 In afwijking van artikel 11.1 heeft DistriQ of de Depothouder de bevoegdheid de Overeenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden, zonder tot enige vergoeding gehouden te zijn, indien de ander in zodanig ernstige mate tekortschiet in de nakoming van de voor hem uit deze Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen dat van zijn wederpartij in redelijkheid niet gevergd kan worden de Overeenkomst nog langer te laten voortduren. Zulks onverminderd het recht van de partij die van deze beëindigingsbevoegdheid gebruik maakt schadevergoeding te vorderen ter zake van de tekortkoming en/of ter zake van de beëindiging van deze overeenkomst op grond van die tekortkoming.
2.8. [A] was op grond van laatstgenoemde overeenkomst werkzaam als depothouder en uit dien hoofde verantwoordelijk voor de verspreiding van de Telegraaf, de Sp!ts, en de Zondagskrant over een aantal wijken in Voorburg en Den Haag.
2.9. Onder [A] waren enkele tientallen bezorgers werkzaam.
2.10. TMG heeft naar aanleiding van klachten van een aantal bezorgers van [A] een onderzoek laten verrichten door een recherchebureau, genaamd Greenfields.
2.11. Bij brief, gedateerd 14 oktober 2008 (de rechtbank begrijpt, gelet op de inhoud van de brief dat dit 14 november 2008 moet zijn) , heeft TMG [A] het volgende medegedeeld
Hierbij bevestig ik het gesprek dat op 6 november 2008 heeft plaatsgevonden tussen u, de heer [B] (Inspecteur) en ondergetekende. Tijdens dit gesprek hebben wij u medegedeeld dat wij uw overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen wegens een ernstige tekortkoming.(…)
Naar aanleiding van een vermoeden dat u gebruik maakt van onrechtmatige bezorgers hebben wij een onderzoek hiertoe ingesteld. Op 28 oktober 2008 hebben wij u medegedeeld dat uw aanwezigheid op het depot in afwachting van het onderzoek niet gewenst is. Op dezelfde dag heeft een controle plaatsgevonden door medewerkers van TMG Distributie en Recherche bureau Greenfield. Tijdens de controle zijn de onrechtmatige bezorgers niet op het depot aangetroffen, echter vast is komen te staan dat u deze bezorgers opdracht heeft laten geven deze dag niet op het depot te verschijnen. Het feit dat er daardoor vele wijken open bleven staan was dan ook een bevestiging van het vermoeden dat u daadwerkelijk gebruik maakte van onrechtmatige bezorgers. U heeft dit ook tijdens ons gesprek erkend. Het gebruik maken van onrechtmatige bezorgers nemen wij zeer ernstig op en beschouwen wij als een ernstige tekortkoming die op zich zelf al een onmiddellijke beëindiging van uw overeenkomst rechtvaardigt.
Naast bovenstaande gebeurtenis is uit diverse controles van de Sp!tswerkzaamheden binnen uw depot gebleken dat u de gemaakte afspraken niet bent nagekomen. Het betreft hier onder meer een structureel tekort aanleveren op de diverse uitdeellocaties, de inzet van veel te weinig uitdelers op de diverse uitdeellocaties en het registreren van niet bestaande uitdelers van wie de vergoeding werd gebruikt om dagbladbezorgers extra te betalen. Ondanks het feit dat u hierop door de heer [B] een aantal keren op bent gewezen is hier geen verbetering in gekomen. Tevens heeft een controle van recherchebureau Greenfield uitgewezen dat uw (de rechtbank begrijpt: administratie) ongestructureerd en onvolledig is. Diverse noodzakelijke documenten ontbraken of waren verlopen. Ook hierbij bent u door de heer [B] diverse keren gewezen op het belang van een volledige en correcte administratie.
Bovenstaande geconstateerde onregelmatigheden zijn tijdens ons gesprek in Amsterdam met u besproken en ook door u erkend. Met u is overeengekomen dat uw overeenkomst met onmiddellijke ingang is ontbonden en uw vergoedingen waar u tot 29 oktober 2008 recht op heeft worden overgemaakt. (…)
2.12. Nadat een uitnodiging van mr. F.H.T.C. van der Bruggen namens [A] tot het aangaan van schikkingsonderhandelingen door TMG was afgewezen, maakte mr. Van der Bruggen bij brief van 6 februari 2009 namens [A] aanspraak op een beëindigingsvergoeding van € 27.000,- en stelde hij TMG in gebreke.