(…)
KAPITAAL EN INBRENG
Art. 8 In de vennootschap wordt ingebracht:
1. door ieder der vennooten zijn arbeid, vlijt en relatiën;
2. door den vennoot [G] bovendien de handelsnaam en aan kapitaal:
3. a. de voorraad handelsgoederen, behorende tot de tot heden door hem alleen onder den naam [I] gedreven zaak, welke goederen door partijen worden gewaardeerd op het bedrag, waarvoor zij op heden te boek staan
f. 167.342,24
b. een saldo-tegoed bij de Amsterdamsche Bank N.V. f. 2.922,40
c. contanten f. 468,74
d. installatiekosten f. 1.400, -
f. 172.133,38
onder aftrek van de navolgende schulden:
salaris f. 975,-
onkosten f. 300,- f. 1.275,--
Alzoo in totaal f. 170.858,38
Voorts zullen de vennooten nog aan kapitaal inbrengen al zodanige bedragen als door hen later nog mocht worden overeengekomen.
Art. 9. De vennooten worden in de boeken der vennootschap op afzonderlijke kapitaalrekeningen gecrediteerd voor hun inbreng aan kapitaal.(…)
(…)
WINST EN VERLIES
Art. 13. Van de uit de goedgekeurde of door scheidsmannen vastgestelde winst- en verliesrekening blijkende winst komt jaarlijks een gelijk deel aan elk der vennooten ten goede (…)
Verliezen komen uitsluitend ten laste van den vennoot [G].
ONTBINDING EN LIQUIDATIE
Art. 15. De vennootschap eindigt niet anders dan door opzegging overeenkomstig art. 3 en door overlijden, onder curateelestelling of faillietverklaring van een der vennooten.
Art. 16. Ingeval van ontbinding der vennootschap zullen haar zaken vereffend worden door den vennoot [G], tenzij deze mocht zijn overleden, onder curatele gesteld of failliet verklaard, in welke gevallen de vereffening zal geschieden door den vennoot [H].
Art. 17. De vennoot, die ingevolge art. 16 met de vereffening zal zijn belast, heeft het recht de zaken der vennootschap voort te zetten en haar firma te blijven voeren. (…)
Art. 18. De vennoot, die ingevolge art. 17 het recht heeft de zaken der vennootschap voort te zetten en van dat recht gebruik maakt, heeft recht op alle boeken en bescheiden der vennootschap. Bovendien heeft hij recht op alle baten der vennootschap, waaronder den geheelen handelsvoorraad, onder verplichting om alle schulden over te nemen en daarvoor te vrijwaren. Hij is verplicht aan den anderen vennoot of diens erven of rechtverkrijgenden uit te keeren een bedrag gelijk aan het saldo van de kapitaalrekening van dien anderen vennoot, vermeerderd met de rente bedoeld in art. 9 en het aandeel in de winst tot den dag der ontbinding.
Art. 19. Voor de bepaling van het bedrag van deze uitkeering worden binnen vier maanden na den dag van ontbinding een balans en een verlies- en winstrekening per den dag van ontbinding opgemaakt. (…)
Art. 20. Bij de samenstelling van de in art. 19 bedoelde stukken wordt de waarde van den geheelen handelsvoorraad op den dag van ontbinding gesteld op de laatste, door de vennooten goedgekeurde of door scheidsmannen vastgestelde, gewone jaarbalans (…)
(…)
Art. 22. De in art. 19 bedoelde stukken zijn de uitsluitende grondslagen voor de bepaling van het bedrag der in art. 18 genoemde uitkeering.
(…)