ECLI:NL:RBAMS:2009:BV3854

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/067467-98 en 23/000902-99
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren

Op 20 november 2009 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld bij arrest van het Gerechtshof te Amsterdam op 13 oktober 1999. De officier van justitie heeft op 6 oktober 2009 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren, welke eerder was verlengd op 31 oktober 2007. De rechtbank heeft de vordering behandeld in een openbare raadkamer op 6 november 2009, waarbij de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, diens raadsman mr. A.J.M. Mohrmann, en deskundigen R.M. Mulder en N.J.C. Schilder zijn gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde is veroordeeld voor een misdrijf dat de onaantastbaarheid van het lichaam van personen in gevaar heeft gebracht, en dat de voorwaarden voor een verlenging van de terbeschikkingstelling zijn vervuld. De rechtbank heeft daarbij gelet op het advies van deskundigen en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren rechtvaardigt.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in Marokko in 1958, is thans verpleegd in FPA Heiloo. De rechtbank heeft in haar overwegingen ook aandacht besteed aan de ernstige psychopathologie van de terbeschikkinggestelde, die onder andere schizofrenie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis omvat. De behandeling en begeleiding van de terbeschikkinggestelde blijven noodzakelijk, en de rechtbank heeft besloten dat hij onder een forensisch-psychiatrische setting moet blijven verblijven voor verdere behandeling en beveiliging.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummers: 13/067467-98
23/000902-99
BESCHIKKING
op de op 7 oktober 2009 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam d.d. 6 oktober 2009 in de zaak tegen:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [1958],
thans verpleegd in FPA Heiloo te Heiloo,
die bij arrest van het Gerechtshof te Amsterdam d.d. 13 oktober 1999 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beschikking van deze rechtbank d.d. 31 oktober 2007 voor de tijd van twee jaren werd verlengd.
De inhoud van de vordering.
De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaren.
De procesgang.
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het op 18 september 2009 op grond van artikel 509o, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaren, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
- een in aanvulling op voornoemd advies nagekomen evaluatie behandelplan van E.A. Beld, psychiater d.d. 22 oktober 2009.
De rechtbank heeft op 6 november 2009 de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. A.J.M. Mohrmann, advocaat te Bussum, alsmede de deskundige R.M. Mulder, verbonden aan FPC Veldzicht, te Balkbrug en de deskundige N.J.C. Schilder, verbonden aan de Reclassering Nederland, unit Alkmaar, in openbare raadkamer gehoord.
De beoordeling.
Volgens genoemd advies is bij de terbeschikkinggestelde sprake van ernstige en langdurige psychopathologie die bepaald wordt door een combinatie van schizofrenie van het paranoïde type, een antisociale persoonlijkheidsstoornis, zwakbegaafdheid en verslavingsgevoeligheid.
Er is sprake van gering ziektebesef terwijl ook het ziekte-inzicht gebrekkig is. Voorts bestaat er een duurzaam patroon van een gebrek aan impulscontrole en disfunctioneren in contact met anderen.
Per 21 juni 2001 werd de terbeschikkinggestelde ter behandeling in FPC Veldzicht geplaatst. Hoewel de vooruitzichten somber waren, zijn sedertdien toch kleine vorderingen geboekt die er uiteindelijk toe hebben geleid dat hij op 2 oktober 2007 werd overgeplaatst naar AZP Heiloo. Aanvankelijk was dat in het kader van transmuraal verlof, maar sinds 8 augustus 2008 in het kader van proefverlof. Rekening houdend met bovengenoemde beperkingen is de terbeschikkinggestelde stapsgewijs begeleid naar een woonunit met meer vrijheden en een grotere zelfstandigheid. Hij reageerde hier aanvankelijk goed op totdat in juli 2009 sprake was van een terugval als gevolg van middelengebruik. De terbeschikkinggestelde is toen teruggeplaatst op de gesloten afdeling en heeft een officiële waarschuwing gekregen.
De behandeling blijft gericht op het zo stabiel mogelijk functioneren binnen de afdeling waar de terbeschikkinggestelde momenteel verblijft. Dat wil zeggen op het controleren en beheersbaar houden van de risicofactoren vanuit de problematiek.
Zijn functioneren is voor een groot deel afhankelijk van zijn omgeving. Hij functioneert goed zolang hem een duidelijke structuur en steun wordt geboden. Zonder deze steun en structuur zal hij terugvallen in delictgedrag en wordt de kans op recidive onverantwoord groot geacht. Zonder dwingend kader is de verwachting dat hij niet medicatietrouw zal zijn.
In overleg met FPC Veldzicht en de reclassering zal worden gekeken naar eventuele mogelijkheden voor uitbreiding van de bezoekregeling met de familie. Vooralsnog zullen de bezoeken begeleid blijven plaatsvinden.
De terbeschikkinggestelde zal over een langere periode aangewezen blijven op een verblijf binnen een forensisch-psychiatrische setting voor behandeling, begeleiding en beveiliging.
Uit het arrest van het gerechtshof Amsterdam d.d. 13 oktober 1999 valt op te maken dat de terbeschikkinggestelde is veroordeeld ter zake van een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, te weten een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daaruit volgt dat de totale duur van de terbeschikkingstelling niet beperkt is tot vier jaar indien aan de in artikel 38e, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarde is voldaan. Naar het oordeel van de rechtbank is dit laatste het geval.
Gelet op voormeld advies, het verhandelde in raadkamer en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren wordt verlengd.
Beslissing.
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] voornoemd met twee jaren.
Deze beschikking is gegeven in openbare raadkamer van deze rechtbank en kamer door
mr. J.W. Moors, voorzitter,
mrs. A.J. Wesdorp en N.P. Klein, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. West, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 november 2009.