ECLI:NL:RBAMS:2010:BK8587
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtbank Amsterdam
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis van taxichauffeur na fatale mishandeling op Leidseplein
Op 7 januari 2010 heeft de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen over de voorlopige hechtenis van een taxichauffeur, die verdacht wordt van de fatale mishandeling van een man op het Leidseplein. De verdediging heeft verzocht om het bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen of te schorsen. De rechtbank overweegt dat voor een succesvol beroep op noodweer, dat door de verdediging is ingeroepen, het noodzakelijk is dat er op dit moment al een duidelijke kans van slagen is. De rechtbank concludeert dat deze kans in dit geval niet aanwezig is.
Daarnaast heeft de verdediging een beroep gedaan op artikel 67a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat de voorlopige hechtenis niet langer mag duren dan de uiteindelijk op te leggen straf. De rechtbank oordeelt dat deze situatie op dit moment nog niet aan de orde is, maar dat de grenzen van dit artikel binnen drie maanden in beeld kunnen komen.
De rechtbank wijst zowel het verzoek om opheffing als het verzoek om schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis af. Hoewel de rechtbank de persoonlijke belangen van de verdachte zwaarwegend acht, prevaleert het maatschappelijk belang van de voortduring van de voorlopige hechtenis. De rechtbank laat echter de mogelijkheid open dat de verdachte de inrichting tijdelijk kan verlaten voor persoonlijke omstandigheden. De beslissing is genomen in de Stheemanzaal en de rechtbank bevestigt dat de verdenkingen en bezwaren die tot de voorlopige hechtenis hebben geleid, nog steeds aanwezig zijn. De rechtbank verwijst ook naar eerdere overwegingen van de rechter-commissaris met betrekking tot het herhalingsgevaar.