ECLI:NL:RBAMS:2010:BM0001

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
455768 / KG ZA 10-694
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W. Tonkens - Gerkema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van verbod op uitzending Peter R. de Vries

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 2 april 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, verblijvende in een TBS-kliniek, en de gedaagden, SBS Broadcasting B.V. en Endemol Nederland B.V. Eiser had verzocht om een verbod op de voorgenomen uitzending van Peter R. de Vries op 4 april 2010, omdat er zonder toestemming opnamen waren gemaakt van hem in de TBS-kliniek. Tijdens de zitting heeft Peter R. de Vries verklaard dat in de uitzending geen beelden of geluiden van eiser zouden worden getoond, noch zou er geciteerd worden uit zijn uitlatingen. De rechter oordeelde dat, gezien deze verklaring en de overige omstandigheden, het voorhands niet aannemelijk was dat de uitzending een onrechtmatige schending van de persoonlijke levenssfeer van eiser zou opleveren. Daarom werd het verzoek om een verbod afgewezen. De rechter heeft tevens besloten dat de overige vorderingen van eiser, waaronder een verbod op latere uitzendingen, op 9 april 2010 om 12.00 uur verder behandeld zouden worden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de beslissing is genomen in het kader van de spoedeisendheid van de zaak.

Uitspraak

tussenvonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 455768 / KG ZA 10-694 WT/MB
Vonnis in kort geding van 2 april 2010
in de zaak van
[eiser],
verblijvende op de longstay afdeling van de Pompekliniek te Vught of Zeeland woonplaats kiezende te Amsterdam,
eiser bij dagvaarding van 2 april 2010,
advocaten mr. T. de Bont te Alkmaar en mr. P.P.C.M. Waarts te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SBS BROADCASTING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENDEMOL NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
gedaagden,
advocaten mr. J.A. Schaap en mr. J. van den Berg te Amsterdam.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 2 april 2010 heeft eiser, hierna: [eiser], gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagden, hierna gezamenlijk ook SBS c.s. en afzonderlijk SBS en Endemol, hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Partijen hebben (een) productie(s) en pleitnota’s in het geding gebracht. Na de openbare behandeling is de zitting achter gesloten deuren voortgezet op verzoek van [eiser] ter bespreking van zijn persoonlijke omstandigheden. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is heden uitspraak gedaan over het gevraagde verbod van de voorgenomen uitzending van Peter R. de Vries van zondag 4 april 2010.
De beslissingen aangaande de overige vorderingen en de verdere uitwerking van dit vonnis zullen volgen op vrijdag 9 april 2010 om 12.00 uur.
Ter openbare en besloten zitting waren aanwezig, voor zover hier van belang:
Aan de zijde van [eiser]: mr. Waarts en mr. T. de Bont, voornoemd.
Aan de zijde van SBS c.s.: Peter R. de Vries, mr. B. Wendels, bedrijfsjurist van SBS, mr. G. Heeneman, bedrijfsjurist van Endemol, mr. Schaap en mr. J. van den Berg, voornoemd.
2. De feiten
volgen bij de uitwerking
3. Het geschil
volgt bij de uitwerking
4. De beoordeling
Met betrekking tot de voorgenomen uitzending van 4 april 2010 heeft SBS c.s. bij monde van Peter R. de Vries het volgende verklaard. In die uitzending zullen de zonder toestemming van [eiser] gemaakte beeld- en/of geluidsopnamen niet worden vertoond. Ook zal daarin niet worden geciteerd, direct noch indirect, uit de op die beelden of geluidsopnamen voorkomende concrete uitlatingen van [eiser]. Gelet op deze verklaring en in het licht van de overige omstandigheden van dit geval, wordt geoordeeld dat voorshands niet aannemelijk is dat het uitzenden van deze aflevering van Peter R. de Vries een zodanige onrechtmatige schending van de persoonlijke levenssfeer van [eiser] zal opleveren dat die tot rechterlijk ingrijpen noopt. Voor een verbod tot uitzending bestaat dan ook thans geen grond.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. Weigert een verbod van de voorgenomen uitzending van 4 april 2010.
5.2. Houdt iedere verdere beslissing aan tot vrijdag 9 april 2010, 12.00 uur.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Tonkens - Gerkema, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2010.?