ECLI:NL:RBAMS:2010:BM0918

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CV 09-25776
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.J.T. Karskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurkoop of koop op afbetaling? Toepasselijkheid WCK en rechtsgeldigheid van boetebeding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 11 maart 2010, staat de vraag centraal of er sprake is van huurkoop of koop op afbetaling. Eiseres, CANVAS B.V., heeft gedaagde aangesproken op een overeenkomst die op 15 juli 2004 is gesloten, waarbij gedaagde en zijn toenmalige partner een auto in huurkoop hebben verkregen. Eiseres vordert ontbinding van de overeenkomst en afgifte van de auto, omdat gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling van de termijnen. Gedaagde heeft een aanbetaling gedaan, maar heeft de resterende termijnen niet tijdig voldaan, wat heeft geleid tot een eindafrekening van € 6.301,36 die nog verschuldigd zou zijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst niet voldoet aan de eisen van een huurkoopovereenkomst zoals beschreven in het Burgerlijk Wetboek, omdat de akte niet de vereiste informatie bevatte. Hierdoor wordt de overeenkomst geacht een koop op afbetaling te zijn. Dit valt onder de Wet op het Consumentenkrediet (WCK), die bepaalt dat ontbinding alleen door rechterlijke tussenkomst kan plaatsvinden. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagde ernstig tekort is geschoten in zijn verplichtingen, wat de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt, maar alleen ten aanzien van gedaagde, aangezien zijn ex-partner niet in de procedure is betrokken.

De kantonrechter heeft de vordering tot afgifte van de auto afgewezen, omdat deze in gebruik is bij de ex-partner van gedaagde. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 2.790,66 aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten zijn gecompenseerd. De rechter heeft ook de gevorderde boetes afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat deze rechtsgeldig zijn overeengekomen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken in overeenkomsten en de bescherming van consumenten in kredietovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk : CV 09-25776
Datum : 11 maart 2010
452
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak van:
CANVAS B.V.
gevestigd te 's-Gravenhage
eiseres
gemachtigde: [gemachtigde eiseres], directeur
rolgemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders (Groningen)
t e g e n:
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
procederende in persoon
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 25 juni 2009 inhoudende de vordering van eiseres
- de conclusie van antwoord van gedaagde met bewijsstukken.
Vervolgens is bij tussenvonnis van 1 oktober 2009 een comparitie van partijen bevolen. Deze is op 1 december 2009 gehouden. Namens eiseres is haar directeur verschenen. Gedaagde is, ondanks dat hij behoorlijk is opgeroepen, niet verschenen.
Vervolgens is nog een akte van de zijde van eiseres ingediend. Gedaagde heeft hierop niet meer gereageerd.
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1. Op 15 juli 2004 hebben gedaagde en zijn toenmalige partner [persoon 1], een overeenkomst met (de rechtsvoorgangster van) eiseres gesloten, waarin is vermeld dat eiseres aan gedaagde (en [persoon 1]) een personenauto Peugeot 206, met kenteken [kenteken], bouwjaar 2000 (hierna te noemen: de auto), in huurkoop heeft gegeven.
1.2. De aanschafprijs bedroeg € 14.950,00. De gefinancierde prijs bedroeg € 23.845,36.
1.3. Gedaagde en/of [persoon 1] hebben een aanbetaling gedaan van € 4.170,00.
1.4. Het resterende bedrag (‘de restantprijs’) van € 19.575,36 diende in 48 achtereenvolgende maandelijkse termijnen van € 407,82, waarvan de eerste op 15 augustus 2004 verviel, te worden betaald. In de maandelijkse aflossing was een bedrag van € 75,00 opgenomen voor beheerskosten. De rentevergoeding bedroeg 1,54% per maand. Daarnaast diende nog een slotbetaling van € 100,00 te worden voldaan op 15 augustus 2008.
1.5. In de overeenkomst is bepaald dat de eigendom van de auto bij eiseres blijft totdat de huurkoopsom inclusief rente en kosten geheel aan eiseres is voldaan.
1.6. Aan termijnbetalingen hebben gedaagde en/of [persoon 1] € 14.028,79 voldaan.
1.7. Eiseres heeft gedaagde op 8 maart 2008 een eindafrekening met betrekking tot de overeenkomst doen toekomen. Daarin heeft eiseres aangegeven dat gedaagde eiseres nog een bedrag van € 6.301,36 verschuldigd is.
Vordering
2. Eiseres vordert de ontbinding van de huurkoopovereenkomst en veroordeling tot afgifte van de auto aan eiseres zoals omschreven in de dagvaarding, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00.
3. Tevens vordert eiseres bij dagvaarding veroordeling van gedaagde tot betaling van een bedrag van € 10.473,15, te weten € 8.549,80 aan resterende huurkooptermijnen, € 640,88 aan wettelijke rente vanaf 7 juni 2009 en € 1.282,47 aan buitengerechtelijke incassokosten. Op dit bedrag zal na teruggave van de auto in mindering strekken de restwaarde van de auto.
4. Eiseres legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Gedaagde is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de huurkoopovereenkomst door in gebreke te blijven met de betaling van een deel van de -in termijnen te betalen- restantkoopprijs. Deze wanprestatie van gedaagde rechtvaardigt de ontbinding van de huurkoopovereenkomst en teruggave van de in huurkoop overgedragen zaak. Tevens is de restantschuld terstond opeisbaar geworden.
5. In geval van het niet retourneren van de auto vordert eiseres betaling van het geheel verschuldigde bedrag zonder dat daarop de restwaarde van de auto in mindering zal kunnen strekken.
6. In een akte na comparitie heeft eiseres de eis gewijzigd in die zin dat zij vordert dat gedaagde nog een bedrag van (€ 23.845,36 -€ 4.170,00 (aanbetaling) - € 14.028,79 (reeds voldane termijnbetalingen =) € 5.646,57 in hoofdsom dient te voldoen. Daarnaast vordert eiseres van gedaagde een boete van € 720,04 wegens te laat of niet betalen.
Verweer
7. Gedaagde stelt dat [persoon 1] de auto heeft gekocht en dat hij heeft moeten meetekenen. Eiseres heeft de aanbetaling niet afgetrokken van de koopsom, maar erbij geteld. Dat zou na afloop van de aflossing worden gecorrigeerd. Er werden steeds extra kosten in rekening gebracht. Hij erkent dat [persoon 1] vroegtijdig is gestopt met de termijnbetalingen. Dat was omdat zij de overeenkomst goed geregeld wilde hebben. Gedaagde voelt zich bedreigd omdat eiseres mannen bij hem thuis heeft langsgestuurd. De auto staat met een defecte motor bij de garage. Gedaagde verweert zich tegen de gevorderde boetes.
Beoordeling
8. Ter comparitie heeft de kantonrechter met eiseres besproken dat het gevorderde geen aan¬sluiting vond in de door eiseres overgelegde stukken. Vervolgens heeft de kantonrechter eiseres in de gelegenheid gesteld bij akte de aard en bovendien de omvang van haar vordering nader te specificeren en wel in die zin dat in een oogopslag duidelijk zou zijn op grond van wat voor een soort overeenkomst nu precies wat gevorderd werd. Aan dit verzoek heeft eiseres onvoldoende voldaan. Zo heeft eiseres niet de onderhavige overeenkomst overgelegd, waardoor de kantonrechter slechts beschikt over de door gedaagde overgelegde eerste pagina van de overeenkomst, waarop noch is vermeld de gehele koopprijs noch bedingen betreffende voorbehoud en overgang van de eigendom van de auto. De kantonrechter beslist dan ook thans op de gegevens die hij nu heeft.
9. De overeenkomst van partijen dient naar stelling van eiseres te worden beschouwd als een huurkoopovereenkomst als bedoeld in artikel 7A:1576h BW; partijen zijn immers overeengekomen dat de verkochte zaak niet door aflevering in eigendom is overgegaan op gedaagde en [persoon 1], maar pas door vervulling van de opschortende voorwaarde van algehele betaling van hetgeen zij uit hoofde van de koopovereenkomst verschuldigd zijn.
10. Ingevolge artikel 7A: 1576j, eerste lid van het BW moet de akte van huurkoop duidelijk vermelden de gehele koopprijs, als bedoeld in artikel 1576c, het plan van regelmatige afbetaling, als bedoeld in artikel 1576f, en de bedingen betreffende voorbehoud en overgang van eigendom. Onder de gehele koopprijs wordt verstaan de som van alle betalingen, waartoe de koper bij regelmatige nakoming van de overeenkomst gehouden is.
11. Ontbreekt een akte die voldoet aan genoemde voorwaarden, dan geldt de overeenkomst niet als huurkoop, maar wordt de koop en verkoop op afbetaling geacht te zijn gesloten zonder beding, dat de verkochte zaak niet door enkele aflevering aan de koper overgaat.
12. Het bovenstaande leidt er toe dat niet kan worden aangenomen dat sprake is van een huurkoopovereenkomst. De kantonrechter gaat uit van een overeenkomst tot koop op afbetaling.
13. Een dergelijke overeenkomst valt onder de werkingssfeer van de Wet op het Consumentenkrediet (hierna te noemen: WCK), aangezien er sprake is van kredietverlening aan natuurlijke personen, waarbij de kredietsom niet meer dan € 40.000,- bedraagt.
14. Op grond van artikel 44 WCK kan een overeenkomst die onder de werkingssfeer van de WCK valt in beginsel slechts door rechterlijke tussenkomst worden ontbonden. Hierop gelden enkele uitzonderingen, doch deze doen zich hier niet voor.
15. De kantonrechter dient thans te beoordelen of er grond is voor ontbinding van de overeenkomst van partijen. Hiervoor is bepalend of gedaagde tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst en of hij vervolgens door eiseres in gebreke is gesteld en nadien nalatig is gebleven om zijn verplichtingen na te komen.
16. In casu staat vast dat gedaagde vele maandtermijnen onbetaald heeft gelaten, waarmee er sprake is van een ernstige tekortkoming zijnerzijds in de nakoming van de overeenkomst. Gedaagde heeft de stelling van eiseres, dat hij wegens de niet tijdige betaling van de maandtermijnen meerdere malen in gebreke is gesteld, niet betwist. In dat kader heeft eiseres onder meer de eindafrekening van 8 maart 2008 overgelegd, waarbij aan gedaagde een laatste mogelijkheid is gegeven om alsnog de vordering te voldoen. Vast staat dat gedaagde in weerwil van voormelde ingebrekestellingen nalatig is gebleven om de verschuldigde termijnen aan eiseres voldoen, waarmee hij in verzuim is geraakt. Een en ander brengt met zich mee dat ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is. De daartoe strekkende vordering is dan ook toewijsbaar, met dien verstande echter dat de uit te spreken ontbinding alleen werkt jegens gedaagde, nu [persoon 1] niet in rechte is betrokken door eiseres. De overeenkomst blijft jegens [persoon 1] dan ook in stand.
17. Dit brengt met zich mee dat de gevorderde afgifte van de auto zal worden afgewezen. De auto is immers onweersproken in het bezit en in gebruik bij [persoon 1].
18. Eiseres heeft haar vordering bij akte na comparitie nader gespecificeerd en gesteld op € 5.646,57 aan achterstallige termijnbetalingen. Gedaagde heeft hierop niet gereageerd. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat dit bedrag nog verschuldigd is. Nu eiseres in haar akte na comparitie heeft aangegeven dat gedaagde recht had op een korting van € 65,25, zal deze korting op eerdergenoemd bedrag in mindering worden gebracht. De hoofdsom zal derhalve worden vastgesteld op € 5.581,32.
19. Artikel 7A: 1576b, eerste lid van het BW bepaalt dat bedingen, waarbij of krachtens welke de schuldenaar, voor het geval hij enige verplichting uit een overeenkomst niet vervult, schadevergoeding wordt of kan worden opgelegd, alleen bij schriftelijk aangegane overeenkomst kunnen worden gemaakt. In deze zaak is -ook- niet komen vast te staan dat een dergelijk beding rechtsgeldig is overeengekomen. De boetes die eiseres vordert op grond van het beweerdelijk bestaan van dit beding zullen afgewezen.
20. De onderhavige overeenkomst is aan de koperskant door twee personen aangegaan: gedaagde en zijn ex-partner [persoon 1]. Op grond van artikel 6:6 BW brengt dit in beginsel aansprakelijkheid voor gelijke delen met zich mee, tenzij uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat gedaagde en [persoon 1] voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zijn. Deze uitzondering doet zich in casu echter niet voor, zodat gedaagde en [persoon 1] voor gelijke delen aansprakelijk zijn voor de restantschuld aan eiseres. Gedaagde is mitsdien voor de helft van de restantschuld van € 5.581,32 aansprakelijk jegens eiseres. De toe te wijzen hoofdsom zal dan ook worden vastgesteld op € 2.790,66.
21. De gevorderde rente is door gedaagde niet afzonderlijk betwist, zodat de wettelijke rente over voornoemde hoofdsom toewijsbaar is vanaf 7 juni 2009.
22. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen daarentegen worden afgewezen, nu de kredietverlener ingevolge de WCK geen recht op vergoeding van buitengerechtelijke kosten heeft in geval van verzuim van de kredietnemer, daar deze kosten reeds geacht worden te zijn begrepen in de kredietvergoeding.
23. Nu de gevorderde afgifte van de auto wordt afgewezen is er geen reden meer voor oplegging van een dwangsom.
24. Nu partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk zijn gesteld, acht de kantonrechter redenen aanwezig de proceskosten te compenseren aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. ontbindt per heden de overeenkomst van 15 juli 2004, doch alleen voor zover deze is aangegaan door gedaagde;
II. verstaat dat de overeenkomst tussen eiseres en [persoon 1] in stand blijft;
III. veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een bedrag groot € 2.790,66, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 7 juni 2009, tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. wijst het meer of anders gevorderde af;
V. compenseert de kosten van het geding in dier voege dat elk der partijen de eigen kosten draagt;
VI. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. A.J.T. Karskens, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 maart 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter