ECLI:NL:RBAMS:2010:BM0931

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-646/1124594 EB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Curatelezaak met verzoek tot ondercuratelestelling wegens verkwisting

In deze curatelezaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 februari 2010 uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoekschrift tot ondercuratelestelling van een betrokkene die wegens verkwisting niet in staat zou zijn zijn belangen behoorlijk waar te nemen. De verzoekers, waaronder de broer, vader, moeder en echtgenote van de betrokkene, stelden dat hij door zijn verkwistende levenswijze in financiële problemen verkeerde en niet in staat was om zijn verplichtingen na te komen. De betrokkene was eerder privé failliet verklaard en had sindsdien aanzienlijke schulden opgebouwd, die opliepen tot ongeveer € 1.000.000,-. Tijdens de zitting werd duidelijk dat hij zonder overleg met zijn familie verplichtingen aanging en ondoordachte aankopen deed, wat leidde tot bedreigingen door schuldeisers.

De kantonrechter overwoog dat de betrokkene geen inzicht had in zijn handelen en dat er voldoende gronden waren voor een ondercuratelestelling. De verzoekers vroegen om de curatele voor een bepaalde tijd in te stellen, maar de kantonrechter oordeelde dat de wet alleen een onbepaalde termijn toestaat. Hij concludeerde echter dat het niet proportioneel was om de maatregel voor onbepaalde tijd in te stellen, gezien de omstandigheden en de mogelijkheid dat de betrokkene met hulp van zijn familie binnen twee jaar zijn levenswijze zou kunnen aanpassen. De kantonrechter besloot daarom de betrokkene voor de duur van twee jaar onder curatele te stellen, met de mogelijkheid voor de curator of belanghebbenden om tijdig verlenging aan te vragen.

De kantonrechter benoemde verzoeker sub 2 tot curator en bepaalde dat de uitspraak binnen tien dagen bekendgemaakt moest worden in de Nederlandse Staatscourant en in de dagbladen. Deze beschikking werd uitgesproken in het openbaar, met de griffier aanwezig. De zaak is geregistreerd onder het zaaknummer 10-646/1124594 EB.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector kanton
686
zaaknummer / rekestnummer: verz 10-646/1124594 EB
Beschikking naar aanleiding van het op 25 januari 2010 ter griffie van deze rechtbank ingediende verzoekschrift -met bijlagen- van:
[verzoeker sub 1]
wonende te [adres 1],
verzoeker sub 1,
hierna mede te noemen broer van betrokkene,
en
[verzoeker sub 2],
wonende te [adres 2],
kantoorhoudende te [kantooradres],
verzoeker sub 2,
hierna mede te noemen vader van betrokkene,
en
[verzoeker sub 3],
wonende te [adres 3],
verzoekster sub 3,
hierna mede te noemen moeder van betrokkene
en
[verzoeker sub 4],
wonende te [adres 4],
verzoekster sub 4,
hierna mede te noemen echtgenote van betrokkene
gemachtigde van verzoekers is mr. F.J.H.M. Tesink
Het verzoek strekt tot ondercuratelestelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats],
wonende te [adres 4],
hierna te noemen betrokkene.
Verzoekers stellen dat betrokkene wegens verkwisting niet in staat is ten volle zijn belangen behoorlijk waar te nemen en verzoeken [verzoeker sub 2] tot curator te benoemen.
De kantonrechter is bevoegd van voormeld verzoekschrift kennis te nemen.
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 14 oktober 2009. Verschenen zijn: verzoekers en betrokkene.
De kantonrechter overweegt als volgt:
Ter toelichting op het verzoek is ter zitting naar voren gebracht dat betrokkene drie jaar geleden privé failliet is gegaan. Hij was directeur/eigenaar van een aantal vennootschappen die zich bezig hielden met onder meer autohandel en vastgoed. Vanwege niet publicatie van de jaarstukken is betrokkene privé aansprakelijk gesteld en vervolgens failliet verklaard. Na het faillissement van de vennootschappen heeft de familie van betrokkene één vennootschap van de curator gekocht. De echtgenote van betrokkene (verzoekster sub 4) is directeur van de vennootschap geworden. Doel was om op die wijze betrokkene aan een baan te helpen en om de schuld binnen te perken te houden. Naar nu blijkt heeft betrokkene de positie van die vennootschap veel te rooskleurig voorgesteld. In de afgelopen periode is voorts gebleken dat betrokkene telkenmale verplichtingen aangaat zonder dat met zijn echtgenote of familie te overleggen. Inmiddels is er een schuld van ongeveer € 1.000.000,-. Betrokkene koopt – zoals door de echtgenote gesteld en niet betwist – zo maar een pandje of een auto, zonder dat daar geld voor is. Voorts gaat hij verplichtingen aan met geld dat hij (nog) niet heeft. Dit heeft ook geleid tot bedreigingen door schuldeisers die bij de echtelijke woning aan de deur komen. De broer van betrokkene (verzoeker sub 1) verklaart dat er nog dagelijks verplichtingen naar voren komen die niet bekend waren. Tijdens de zitting heeft betrokkene verklaard dat hij het niet eens is met curatele omdat hij niet in loondienst wil werken en gewoon zaken wil blijven doen.
De kantonrechter is op grond van het vorenstaande van oordeel dat genoegzaam is gebleken dat betrokkene een verkwistende levenswijze heeft, waardoor hij niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen, zowel van zakelijke als persoonlijke aard behoorlijk waar te nemen. De uitlatingen van betrokkene ter zitting geven aan dat betrokkene geen inzicht heeft in zijn handelen, en hij als geen curatele wordt uitgesproken op dezelfde wijze als voorheen doorgaat met zijn verkwistende levenswijze. Aan de voorwaarden voor een ondercuratelestelling is voldaan, zodat de kantonrechter voldoende aanleiding ziet om betrokkene onder curatele te stellen.
Tijdens de zitting is door de familie van betrokkene gevraagd de curatele voor bepaalde tijd, bijvoorbeeld 2 jaar, in te stellen om hen op die wijze de gelegenheid te geven orde op zaken te stellen en voor betrokkene rust te creëren. Zij hopen dat hij zijn verkwistende levenswijze dan achter zich zal laten. Het Burgerlijk Wetboek kent – anders dan bij meerderjarigenbewind – (nog) niet de mogelijkheid om een curatele in te stellen voor bepaalde tijd. De kantonrechter is van oordeel dat deze regel in het onderhavige geval een inmenging is in de zin van artikel 8 EVRM (bescherming van het recht op persoonlijke levenssfeer). Artikel 8 lid 2 EVRM bepaalt immers dat geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dat recht, dan voorzover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is. In het verhandelde ter zitting ziet de kantonrechter aanleiding om te veronderstellen dat betrokkene met hulp van – in elk geval - zijn familie in een betrekkelijke korte periode van 2 jaar in staat is om zijn verkwistende levenswijze aan te passen. Onder die omstandigheden acht de kantonrechter het niet proportioneel de maatregel voor onbepaalde tijd in te stellen. Daar komt bij dat betrokkene door de curatele het ouderlijk gezag over zijn nog jonge minderjarige kinderen kwijtraakt. De inmenging in de persoonlijke levenssfeer van betrokkene dient niet langer te duren dan strikt noodzakelijk is. De kantonrechter acht om de hiervoor genoemde redenen een termijn van 2 jaren in het onderhavige geval proportioneel, zodat de curatele voor die termijn zal worden ingesteld. Dit laat uiteraard onverlet dat de curator of belanghebbenden tijdig voor het verstrijken van de termijn verlenging kunnen vragen. De kantonrechter zal alsdan toetsen of de gronden die geleid hebben het instellen van de curatele nog van aanwezig zijn.
De kantonrechter stemt in met het verzoek om [verzoeker sub 2] te benoemen tot curator, mede rekeninghoudend met het feit dat hij heeft verklaard een benoeming als zodanig te aanvaarden en van bezwaren daartegen niet is gebleken.
Mitsdien zal worden beslist als volgt.
BESLISSING:
De kantonrechter:
- stelt wegens verkwisting onder curatele voor de duur van 2 jaar:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats],
wonende te [adres 4],
- benoemt tot curator:
[verzoeker sub 2],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1944,
wonende te [adres 2],
kantoorhoudende te [kantooradres],
- bepaalt dat deze uitspraak binnen tien dagen nadat zij ten uitvoer kan worden gelegd vanwege verzoekers bekend moet worden gemaakt in de Nederlandse Staatscourant en in de dagbladen het Parool en de Volkskrant.
Deze beschikking is gegeven door mr H.C. Hoogeveen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 26 februari 2010 in tegenwoordigheid van mr. M. Gevers als griffier..