ECLI:NL:RBAMS:2010:BM2208
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th. van der Windt
- Rechtspraak.nl
Terugvordering Wwik-uitkering wegens te hoog inkomen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 maart 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft de terugvordering van een Wwik-uitkering die aan eiser was verleend. Verweerder, het college, heeft de uitkering teruggevorderd op basis van het argument dat eiser een te hoog inkomen had, waardoor de uitkering ten onrechte was verleend. Eiser ontving de Wwik-uitkering over de maanden januari tot en met juli 2008, maar de uitkering werd per 1 augustus 2008 beëindigd. In 2009 heeft verweerder de uitkering definitief vastgesteld en de betaalde uitkering teruggevorderd.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de terugvordering, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 4 februari 2010 was eiser niet aanwezig, maar verweerder was vertegenwoordigd door mr. S.S. Kisoentewari. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 16, tweede lid aanhef en onder b van de Wwik, waarin staat dat de beoordeling van het inkomen plaatsvindt over de periode waarin de Wwik-uitkering werd verleend. De rechtbank oordeelde dat de beoordeling slechts over de zeven maanden van de uitkering moest plaatsvinden en niet over een periode van twaalf maanden, zoals eiser had aangevoerd.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepsgrond van eiser berustte op een onjuiste aanname en heeft het beroep ongegrond verklaard. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 41,-- dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na verzending.