ECLI:NL:RBAMS:2010:BM6379
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gebruik van de tuin van een kinderdagverblijf als kinderspeelplaats in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 mei 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, bewoners van de nabijgelegen woningen, en het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oud-West van de gemeente Amsterdam. De eisers hebben beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om handhavend op te treden tegen het gebruik van de tuin van het kinderdagverblijf [naam] als kinderspeelplaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gebruik van de tuin in strijd is met het nieuwe bestemmingsplan, dat sinds 10 augustus 2006 van kracht is. Dit bestemmingsplan staat het gebruik van de gronden als kinderspeelplaats niet toe, aangezien er geen vrijstelling is verleend voor dit afwijkende gebruik.
De rechtbank heeft verder overwogen dat het gebruik van de tuin als kinderspeelplaats ook niet onder het overgangsrecht valt, omdat het gebruik reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan. De rechtbank heeft geoordeeld dat het dagelijks bestuur bevoegd was om handhavend op te treden en dat het beroep van eisers gegrond is. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat verweerder een nieuw besluit moet nemen op de bezwaren van eisers. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 644,- en moet het griffierecht aan hen worden vergoed.
Deze uitspraak benadrukt het belang van bestemmingsplannen en de noodzaak voor handhaving van deze plannen om de belangen van omwonenden te beschermen. De rechtbank heeft duidelijk gemaakt dat bestuursorganen in principe verplicht zijn om op te treden bij overtredingen van bestemmingsplannen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen.