ECLI:NL:RBAMS:2010:BN0819
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ambtenarenrechtelijke geschil over reiskostenvergoeding woon-werkverkeer gemeente Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 juni 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam over de vergoeding van reiskosten voor woon-werkverkeer. Eiser, die sinds 1985 in dienst is bij de gemeente, heeft zijn bezwaar ingediend tegen een besluit van de Directeur Dienst Stadstoezicht, waarin zijn verzoek om vergoeding van reiskosten gedeeltelijk werd afgewezen. Eiser stelde dat de interpretatie van artikel 9.5 van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) door verweerder onjuist was en dat hij recht had op een volledige vergoeding van zijn reiskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op doordeweekse dagen niet tijdig met het openbaar vervoer op zijn werk kan komen en dat de afstand van zijn woonadres naar het dichtstbijzijnde treinstation 2,3 kilometer bedraagt. De rechtbank oordeelde dat de berekening van de reisafstand en -duur door verweerder onjuist was, omdat deze was gebaseerd op het station Wormerveer in plaats van het woonadres van eiser. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de uitspraak.
Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van het geding tot een bedrag van € 644 en het griffierecht van € 145 aan eiser vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken bij de Centrale Raad van Beroep.