ECLI:NL:RBAMS:2010:BN3023
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Y.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake het uitputtingsbeginsel door Italiaanse autoriteiten
In deze zaak hebben de verzoekers, de besloten vennootschap IVPC Energy B.V. en een tweede verzoeker, een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek is ingediend naar aanleiding van besluiten van de Minister van Financiën van 2 juni 2010, waarbij informatie aan de Italiaanse autoriteiten werd verstrekt op basis van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB). De verzoekers betogen dat de Italiaanse Belastingdienst niet heeft voldaan aan het uitputtingsbeginsel, wat inhoudt dat zij eerst hun eigen mogelijkheden moeten uitputten voordat zij informatie aan Nederland kunnen vragen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 6 juli 2010 behandeld. De verzoekers waren vertegenwoordigd door hun gemachtigde, mr. H.H. Drijer, en zijn kantoorgenoten. De verweerder, de Minister van Financiën, was vertegenwoordigd door mr. N.C. Troost. De rechter heeft overwogen dat er een marginale onderzoeksplicht geldt voor de verweerder en dat het aan de verzoekers is om aan te tonen dat Italië niet aan het uitputtingsbeginsel heeft voldaan.
De rechter heeft geconcludeerd dat de verzoekers niet hebben aangetoond dat de Italiaanse autoriteiten niet aan het uitputtingsbeginsel hebben voldaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de verzoekers niet benadeeld worden door de verstrekking van de gevraagde informatie. De rechter heeft ook geoordeeld dat er geen grond is voor vergoeding van het griffierecht of voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 16 juli 2010.