ECLI:NL:RBAMS:2010:BN5929

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13-524517-08
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • W.M. van den Bergh
  • W.C.J. Robert
  • F.M.S. Requizisione
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere seksuele misdrijven in Amsterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 september 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van vijf seksuele misdrijven gepleegd tussen augustus en november 2008. De verdachte heeft betrokkenheid bij drie van de vijf beschuldigingen erkend. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor alle vijf ten laste gelegde feiten, waaronder twee verkrachtingen en drie aanrandingen. De rechtbank baseerde haar oordeel op de aangiften van de slachtoffers en DNA-bewijs dat de verdachte verbond aan de misdrijven. De slachtoffers waren voornamelijk jonge vrouwen die na een avond uit alleen naar huis fietsten. De verdachte volgde hen en overrompelde hen bij hun woningen, waarbij hij geweld gebruikte en hen belette om alarm te slaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het herhalingsgevaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/524517-08 (PROMIS)
Datum uitspraak: 3 september 2010
op tegenspraak
VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres], gedetineerd in de PI Utrecht, het Huis van Bewaring "locatie Nieuwegein" te Nieuwegein.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 augustus 2010.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Bienfait-van Kampen en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte mr.
L.J.M. Jansen en door de verdachte naar voren is gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging ter terechtzitting - tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 07 september 2008 te Amsterdam door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het één of meerma(a)l(en) vragen aan die [naam 1] of hij haar mocht kussen en/of het laten zoenen van die [naam 1] en/of
- het vragen aan die [naam 1] of zij op de sofa wilde gaan zitten en haar rok wilde uitdoen en/of het zich laten ontkleden van die [naam 1] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit
- het onverhoeds en van achteren (be)naderen van die [naam 1] en/of
- het openduwen van de toegangsdeur van de woning van die [naam 1] en/of
- het naar binnen duwen van die [naam 1] en/of
- het afsluiten van de toegangsdeur van de woning van die [naam 1] en/of
- het van achteren vastpakken van de rechteroksel die [naam 1] en/of (daarbij) het naar achteren trekken van de linkerarm van die [naam 1] en/of
- het met zijn, verdachtes, hand de mond van die [naam 1] bedekken en/of dichtdrukken en/of daarbij de woorden toevoegen: "Je moet stil zijn";
2.
hij op of omstreeks 18 oktober 2008 te Amsterdam door geweld en/of een (andere) feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een (andere) feitelijkheid [naam 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, de maillot en/of de onderbroek van die [naam 2] uitgetrokken en/of zijn vinger(s) in de vagina van die [naam 2] gebracht en/of de vagina en/of de borsten van die [naam 2] betast en/of die [naam 2] getongzoend en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging(en) met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die [naam 2] onverhoeds en van achteren heeft vastgepakt en/of één of meerma(a)l(en) zijn handen op de mond en/of de neus van die [naam 2] heeft gelegd/gehouden en/of zijn armen om die [naam 2] heeft heengeslagen en/of die [naam 2] naar de grond heeft geduwd en/of tegen die [naam 2] heeft gezegd "blijf rustig, blijf rustig" en/of die [naam 2] tegen de trap heeft geduwd;
en/of
hij op of omstreeks 18 oktober 2008 te Amsterdam door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het uittrekken van de maillot en/of onderbroek van die [naam 2] en/of
- het betasten van de vagina en/of borsten van die [naam 2] en
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het onverhoeds en van achteren vastpakken van die [naam 2] en/of het één of meerma(a)l(en) leggen/houden van zijn handen op de mond en/of de neus van die [naam 2]
en/of het heenslaan van zijn armen om het lichaam van die [naam 2] en/of het duwen van die [naam 2] naar de grond en/of het tegen die [naam 2] zeggen "Blijf rustig, blijf rustig" en/of het duwen van die [naam 2] tegen de trap;
3.
hij op of omstreeks 1 november 2008 te Amsterdam door geweld en/of een (andere) feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een (andere) feitelijkheid [naam 3] of [naam 4] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, de vagina (over de panty en/of onderbroek heen) en/of de borsten van die [naam 3] of [naam 4] betast en/of die [naam 3] of [naam 4] getongzoend en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging(en) met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte zijn voet tussen de deur van de woning van die [naam 3] of [naam 4] heeft geplaatst/gezet en/of (onverhoeds) de woning is binnengegegaan/binnengedrongen en/of één of meerma(a)l(en) zijn handen op de mond en/of de neus van die [naam 3] of [naam 4] heeft gelegd/gehouden en/of die [naam 3] of [naam 4] heeft meegesleurd naar de bank in de woonkamer en/of tegen die [naam 3] of [naam 4] heeft gezegd dat ze rustig moest zijn;
en/of
hij op of omstreeks 1 november 2008 te Amsterdam door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam 3] of [naam 4] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten van de vagina en/of borsten van die [naam 3] of [naam 4] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het plaatsen van zijn (verdachtes) voet tussen de deur van de woning van die [naam 3] of [naam 4] en/of het (onverhoeds) de woning binnengaan/binnendringen van die [naam 3] of [naam 4] en/of het één of meerma(a)l(en) leggen/houden van zijn handen op de mond en/of de neus van die [naam 3] of [naam 4] en/of het meesleuren/ trekken van die [naam 3] of [naam 4] naar de bank in de woonkamer en/of het tegen die [naam 3] of [naam 4] zeggen dat ze rustig moest zijn;
4.
hij op of omstreeks 21 september 2008 te Amsterdam door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam 5] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het betasten van en/of knijpen in de borsten van die [naam 5] en/of
- het zoenen op de mond van die [naam 5] en/of
- het ontkleden van die [naam 5], in ieder geval het losknopen en/of lostrekken van de blouse en/of de bustehouder van die [naam 5] en/of
- het die [naam 5] de woorden toevoegen "dat zij hem moest kussen" en/of "dat zij haar kleren uit moest doen",
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit
- het onverhoeds en van achteren (be)naderen van die [naam 5] en/of
- het bij de bovenarmen van die [naam 5] vastgrijpen van die [naam 5] en/of
- het naar binnen duwen van die [naam 5] en/of het op de bank gooien van die [naam 5] en/of
- het sluiten van de deur en/of
- het met zijn, verdachtes, hand de mond van die [naam 5] bedekken en/of dichtdrukken en/of
- het die [naam 5] (in de Engelse taal) vragen om geld en/of haar mobiele telefoon en/of
- het bovenop die [naam 5] gaan zitten en/of het vasthouden van die [naam 5] en/of
- het stoppen van een prop plastic (van een plastic zak) in de mond van die [naam 5] en/of
- het bij de keel vastgrijpen en/of dichtdrukken van de keel van die [naam 5] en/of het aan de haren trekken van die [naam 5] en/of
- het die [naam 5] toevoegen van de dreigende woorden: "Ik heb een mes en als je niet meewerkt, steek ik je", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- het die [naam 5] met het hoofd tegen de bank slaan en/of het stuktrekken/kapotmaken van de panty van die [naam 5] en/of
- het die [naam 5] vragen haar mobiele telefoon uit te zetten en/of het uitzetten van die telefoon van die [naam 5] en/of
- het op de grond gooien van die [naam 5] en/of (vervolgens) het toevoegen van die [naam 5] "dat zij daar 10 minuten moest blijven liggen en hem niet mocht aankijken";
5.
hij op of omstreeks 30 augustus 2008 te Amsterdam door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam 6] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het betasten van en/of knijpen in de borsten (over en onder de jurk en/of bustehouder) van die [naam 6] en/of
- het betasten van het kruis en/of de vagina (over de voorzijde van de string van die [naam 6]) van die [naam 6],
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit
- het bij de woning opwachten van die [naam 6] en/of
- het onverhoeds de hal binnengaan/binnenglippen en/of
- het van achteren dicht naderen van die [naam 6] en/of
- het van achteren vastpakken en/of het van de trap aftrekken van die [naam 6] terug de hal in en/of
- het die [naam 6] de woorden toevoegen: "Geef mij je geld" en/of
- het (van achteren) vastpakken en/of vasthouden van het gezicht en/of de wangen en/of jukbeenderen van die [naam 6] (met zijn arm om haar heen geslagen)
en/of
- het één of meerma(a)l(en) aan die [naam 6] toevoegen van de woorden: " Stil, stil zijn";
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte;
ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde;
op 7 september 2008 te Amsterdam door geweld en andere feitelijkheden [naam 1] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het vragen aan die [naam 1] of hij haar mocht kussen en het zich laten zoenen van die [naam 1] en
- het vragen aan die [naam 1] of zij op de sofa wilde gaan zitten en haar rok wilde uitdoen en het zich laten ontkleden van die [naam 1] en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden uit
- het onverhoeds en van achteren benaderen van die [naam 1] en
- het openduwen van de toegangsdeur van de woning van die [naam 1] en
- het naar binnen duwen van die [naam 1] en
- het sluiten van de toegangsdeur van de woning van die [naam 1] en
- het van achteren vastpakken van de rechteroksel van die [naam 1] en daarbij het naar achteren trekken van de linkerarm van die [naam 1] en
- het met zijn, verdachtes, hand de mond van die [naam 1] bedekken.
ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde;
op 18 oktober 2008 te Amsterdam door geweld en een andere feitelijkheid [naam 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, de maillot en onderbroek van die [naam 2] uitgetrokken en zijn vingers in de vagina van die [naam 2] gebracht en de vagina en de borsten van die [naam 2] bestast en die [naam 2] getongzoend en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheid hierin dat verdachte die [naam 2] onverhoeds en van achteren heeft vastgepakt en zijn hand op de mond en de neus van die [naam 2] heeft gelegd en gehouden en zijn arm om die [naam 2] heeft heengeslagen en die [naam 2] naar de grond heeft geduwd en tegen die [naam 2] heeft gezegd "blijf rustig, blijf rustig" en die [naam 2] tegen de trap heeft geduwd;
ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde;
op 1 november 2008 te Amsterdam door geweld en een andere feitelijkheid
[naam 3] of [naam 4] heeft gedwongen tot het ondergaan van een handeling die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, die [naam 3] of [naam 4] getongzoend en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheid hierin dat verdachte zijn voet tussen de deur van de woning van die [naam 3] of [naam 4] heeft geplaatst en onverhoeds de woning is binnengedrongen en zijn hand op de mond en de neus van die [naam 3] of [naam 4] heeft gelegd en gehouden en die [naam 3] of [naam 4] heeft meegesleurd naar de bank in de woonkamer en tegen die [naam 3] of [naam 4] heeft gezegd dat ze rustig moest zijn;
en
op 1 november 2008 te Amsterdam door geweld en een andere feitelijkheid [naam 3] of [naam 4] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten van de borsten van die [naam 3] of [naam 4] en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheid uit het plaatsen van zijn, verdachtes, voet tussen de deur van de woning van die [naam 3] of [naam 4] en het onverhoeds de woning binnendringen van die [naam 3] of [naam 4] en het leggen en houden van zijn hand op de mond en de neus van die [naam 3] of [naam 4] en het meesleuren van die [naam 3] of [naam 4] naar de bank in de woonkamer en het tegen die [naam 3] of [naam 4] zeggen dat ze rustig moest zijn;
ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde;
op 21 september 2008 te Amsterdam door geweld en andere feitelijkheden en bedreiging met geweld [naam 5] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het betasten van en knijpen in de borsten van die [naam 5] en
- het zoenen op de mond van die [naam 5]
- het losknopen en lostrekken van de blouse en de bustehouder van die [naam 5] en
- het die [naam 5] de woorden toevoegen dat zij hem moest kussen en dat zij haar kleren uit moest doen,
en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden en die bedreiging met geweld uit
- het onverhoeds en van achteren benaderen van die [naam 5] en
- het bij de bovenarmen van die [naam 5] vastgrijpen en
- het naar binnen duwen van die [naam 5] en het op de bank gooien van die [naam 5] en
- het sluiten van de deur en
- het met zijn, verdachtes, hand de mond van die [naam 5] bedekken en dichtdrukken en
- het die [naam 5] in de Engelse taal vragen om geld en haar mobiele telefoon en
- het bovenop die [naam 5] gaan zitten en het vasthouden van die [naam 5] en
- het stoppen van een prop plastic van een plastic zak in de mond van die [naam 5] en
- het bij de keel vastgrijpen en dichtdrukken van de keel van die [naam 5] en het aan de haren trekken van die [naam 5] en
- het die [naam 5] met het hoofd tegen de bank slaan en het stuktrekken van de panty van die [naam 5] en
- het die [naam 5] vragen haar mobiele telefoon uit te zetten en het laten uitzetten van die telefoon van die [naam 5] en
- het op de grond gooien van die [naam 5] en vervolgens het toevoegen aan die [naam 5] dat zij daar 10 minuten moest blijven liggen en hem niet mocht aankijken;
ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde;
op 30 augustus 2008 te Amsterdam door geweld en andere feitelijkheden [naam 6] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het betasten van en knijpen in de borst onder de jurk en bustehouder van die [naam 6] en
- het betasten van de vagina over de voorzijde van de string van die [naam 6],
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden uit
- het bij de woning opwachten van die [naam 6] en
- het onverhoeds de hal binnenglippen en
- het van achteren dicht naderen van die [naam 6] en
- het van achteren vastpakken en het van de trap aftrekken van die [naam 6] terug de hal in en
- het die [naam 6] de woorden toevoegen: "Geef mij je geld" en
- het van achteren vastpakken en vasthouden van het gezicht en de wangen en jukbeenderen van die [naam 6] met zijn arm om haar heen geslagen en
- het meermalen aan die [naam 6] toevoegen van de woorden: " Stil, stil zijn";
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
4. Bruikbaarheid van het bewijs
Aan de raadsvrouw kan worden toegegeven dat ten aanzien van het verhoor van 26 november 2008 niet is gehandeld overeenkomstig hetgeen moet worden afgeleid uit de uitspraken inzake onder meer Salduz van het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) en artikel 51 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (WvSV). Wegens het belang van deze geschonden rechtsbeginselen, dient het verzuim in dit geval te leiden tot uitsluiting van een deel het proces-verbaal van 26 november 2008 van het bewijs.
5. Waardering van het bewijs
5.1. Het standpunt van de officier van justitie
Kort weergegeven houdt het standpunt van de officier van justitie in dat alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Bij de eerste drie feiten op de tenlastelegging heeft verdachte zijn betrokkenheid bekend. De officier van justitie acht ook de overige twee feiten bewezen. De gang van zaken, het type slachtoffer en het signalement van de dader dat door de aangeefsters wordt gegeven en dat overeenkomt met het voorkomen van verdachte zoals ter terechtzitting gebleken, vertonen op essentiële punten belangrijke overeenkomsten. Deze hebben betrekking op het gedrag van de verdachte, de context waarbinnen de feiten zich hebben toegedragen en de omstandigheden waarmee de feiten zijn omgeven. De officier van justitie verwijst hierbij naar jurisprudentie van de Hoge Raadi ten aanzien van het zogenoemde schakelbewijs.ii De officier van justitie is van mening dat met hantering van het schakelbewijs de onder 4 en 5 tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden.
5.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw bepleit - samengevat - ten aanzien van het eerste tenlastegelegde feit partiële vrijspraak voor het geweld dat gepaard zou zijn gegaan met het naar binnengaan in de woning, nu verdachte dit ontkent. Eveneens dient vrijspraak te volgen voor het gedeelte van het vragen of aangeefster op de sofa wilde gaan zitten en haar rok wilde uitdoen. Verdachte had volgens de raadsvrouwe niet het gevoel had dat hij ongewenst was. Om die reden is de bedoelde vraag van verdachte niet kwalificeerbaar is als een ontuchtige handeling.
Ten aanzien van het tweede tenlastegelegde feit heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd. Ten aanzien van het bestanddeel van de tenlastelegging dat verdachte de onderbroek en maillot van aangeefster heeft uitgedaan dient partiële vrijspraak te volgen. Verdachte stelt dat aangeefster dat zelf heeft uitgedaan. Niet valt in te zien waarom verdachte over dit, relatief onbelangrijke onderdeel, niet de waarheid zou verklaren.
Ook ten aanzien van het derde feit bekent verdachte. De verdediging betwist echter het betasten van de vagina, althans daarvan ontbreekt een seksuele/ontuchtige strekking. Verdachte is wel bij de benen van aangeefster geweest, maar dit was om haar in bedwang te houden terwijl zij schopte. Hij heeft met deze handeling geen seksuele bedoeling gehad.
De betrokkenheid van verdachte bij de feiten vier en vijf staat niet vast nu verdachte betwist iets met deze feiten van doen te hebben. Zowel de modus operandi als het signalement zijn onvoldoende specifiek of wijken in deze zaken af van de overige zaken. Verdachte dient voor de feiten 4 en 5 te worden vrijgesproken nu geen sprake is van voldoende wettig en overtuigend bewijs.iii
5.3. Het oordeel van de rechtbank
5.3.1 De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de hierna weergegeven feiten en omstandigheden in de (als voetnoten) weergegeven bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Op 7 september 2008 om 04.00 uur wordt [naam 1] door een taxi bij haar huis in Amsterdam afgezet nadat zij een avond is uitgeweest. Zij is die avond gekleed in een zwarte rok tot net boven de knie, schoenen met hakken, en zij draagt haar blonde haren die reiken tot over haar schouders, los. iv Verdachte heeft [naam 1] in de taxi zien zitten is haar naar haar woning gevolgd. De deur van het trapportaal staat toevallig open waarop verdachte het trappenhuis ingaat.v Als [naam 1] de trap naar haar woning oploopt komt zij verdachte tegen. [naam 1] gaat naar boven en opent de deur van haar woning. Op dat moment merkt zij dat verdachte achter haar staat. Verdachte zegt dat hij op haar heeft gewacht en vraagt in de Engelse taal of hij een aantal uren met haar in de woning mag doorbrengen. Hij duwt de deur van de woning open. Vervolgens duwt hij [naam 1] verder de woning binnen en sluit de deur van de woning achter hen. vi Verdachte vraagt of zij op de sofa wil gaan zitten. Vervolgens trekt [naam 1] op verzoek van verdachte haar rok uit. Verdachte begint een gesprek met haar. Na ongeveer een kwartier vraagt [naam 1] verdachte een glaasje water te pakken. Hierop loopt verdachte naar de keuken. [naam 1] rent hierop naar het trappenhuis. Zij probeert met haar mobiele telefoon 112 te bellen en schreeuwt: "help me, help me". Hierop wordt ze door verdachte van achteren beetgepakt. Hij pakt haar rechteroksel vast en trekt haar linkerarm naar achteren en pakt haar mobiele telefoon af. Verdachte legt zijn hand op de mond van [naam 1] waarbij hij zegt dat zij stil moet zijn. Verdachte duwt haar terug de woonkamer in waarop hij haar dwingt weer te gaan zitten.vii Verdachte blijft een geruime tijd in de woning. Hij vraagt verschillende malen of hij [naam 1] mag kussen. Zij geeft hem hierop twee keer een kus. Na een tijd in de woning te hebben doorgebracht zegt verdachte: 'let's go to have sex'. Als [naam 1] over een condoom begint vraagt verdachte haar: "Je wil het niet, hè?". [naam 1] zegt dat zij het inderdaad niet wil waarop verdachte weggaat. Hij neemt haar mobiele telefoon mee. De volgende middag rond 16.00 uur wordt zij gebeld op haar vaste huistelefoon door verdachte. Hij stelt zich voor als [naam 7] en vraagt of zij haar telefoon terug wil. Zij verzoekt verdachte deze telefoon in haar brievenbus te doen. De volgende dag vindt zij haar telefoon terug in de brievenbus met een excuus brief in de Engelse taal ondertekend met [naam 7].viii Volgens de historische gegevens van de vaste telefoonlijn van [naam 1] is zij op 7 september 2008 om 16.32 uur gebeld. Het telefoonnummer waarmee die bewuste middag bij haar werd ingebeld staat op naam van verdachte.ix
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Op 18 oktober 2008 om 03.30 uur verlaat [naam 2] een discotheek bij het Leidseplein te Amsterdam. Na tien tot vijftien minuten fietsen komt zij bij haar huis aan. Zij draagt een getailleerd jurkje, schoenen met hakken en draagt haar blonde haar los en in een rechte bob geknipt. Verdachte heeft haar met zijn auto gevolgd. Zij doet de deur open en wil haar fiets binnenzetten. Dan wordt zij aangesproken door verdachte, die stelt op zoek te zijn naar [naam 7]. [naam 2] zegt hem dat er niemand woont die zo heet en wil naar boven lopen. Verdachte benadert [naam 2] van achteren en pakt haar van achteren beet. Verdachte drukt zijn linkerhand op de mond en neus van [naam 2]. [naam 2] krijgt hierdoor geen zuurstof en verzet zich. Zij worstelt zich even los en begint te schreeuwen. Verdachte pakt hierop [naam 2] weer van achteren vast. Verdachte omsluit weer met een hand de neus en de mond van [naam 2]. Terwijl verdachte met zijn ene hand [naam 2] haar mond vasthoudt omarmt hij haar met zijn andere hand. Verdachte drukt haar stevig naar beneden met haar hoofd tegen zijn borst. [naam 2] krijgt haar neus na een aantal seconden weer uit zijn greep waardoor zij weer kan ademen. Verdachte zegt: "Blijf rustig, blijft rustig". Verdachte drukt [naam 2] naar de grond en vraagt haar waar zij haar geld heeft. [naam 2] geeft verdachte wat geld. Vervolgens kneedt verdachte de borsten van [naam 2]. Hij zegt dat hij seks met haar wil en trekt haar omhoog. [naam 2] geeft meerdere keren aan verdachte te kennen dat zij geen seks met hem wil hebben. x Vervolgens duwt verdachte het lichaam van [naam 2] tegen de trap waardoor zij met beide handen op de trap komt. Verdachte doet de jas en het jurkje van [naam 2] omhoog. Tevens trekt hij haar maillot en onderbroek naar beneden. Hierop ontstaat een worsteling waarin [naam 2] haar hand bij haar vagina houdt en verdachte deze probeert weg te trekken.xi Uiteindelijk lukt het verdachte haar hand van de vagina af te trekken en met zijn hand en vingers de clitoris van [naam 2] te betasten. Als [naam 2] hoort dat verdachte zijn broekriem losmaakt, begint zij een gesprek met hem over maagdelijkheid en het geloof. Verdachte draait [naam 2] om en begint haar te zoenen. Hij gaat met zijn tong in haar mond en zoent en betast haar een aantal minuten. Als [naam 2] wederom over haar maagdelijkheid begint zegt verdachte dat zij haar kleren weer aan mag doen omdat dat hij het niet gaat doen. Verdachte biedt een aantal malen zijn excuses aan en vertrekt.xii
Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
Op 1 november 2008 komt [naam 3] of [naam 4] tegen 03.00 uur bij haar woning in Amsterdam aan na een avond te zijn uitgegaan. Zij draagt dan een trui-jurkje en zij heeft blond half lang haar. Als zij naar boven loopt, hoort zij dat er nog iemand binnenkomt. Dit blijkt verdachte te zijn die achter haar aan de trap oploopt. Verdachte zegt tegen haar dat hij bij [naam 8] moet zijn. [naam 3] of [naam 4] gaat haar woning binnen en doet de deur dicht. Kort hierop klopt verdachte aan voor een glaasje water en staat dan op de drempel van haar deur. [naam 3] of [naam 4] krijgt hiervan een naar gevoel en duwt de deur dicht. Verdachte duwt hierop zijn voert tussen de deur en hij dringt de woning binnen. Hij drukt zijn hand op de neus en mond van die [naam 3] of [naam 4] en zegt dat zij rustig moet zijn. [naam 3] of [naam 4] raakt in paniek en verzet zich hevig. Door het afsluiten van de mond en neus krijgt zij geen lucht. Verdachte blijft herhalen dat zij rustig moet blijven. Samen lopen zij door de gang de woonkamer binnen. Eenmaal in de woonkamer sleurt verdachte haar op de bank en duwt met zijn hand haar mond en neus dicht. Verdachte probeert met zijn handen onder haar jurkje te komen. [naam 3] of [naam 4] verzet zich nog steeds, maar krijgt gezien het feit dat verdachte nog steeds zijn hand op haar mond heeft geen lucht. In de kamer belanden beide op de grond in een worsteling. Na een tijdje vraagt verdachte om geld. De hele tijd blijft de hand van verdachte op de mond van [naam 3] of [naam 4]. Verdachte vraagt vervolgens of [naam 3] of [naam 4] seks met hem wil. Zij weigert dit. Verdachte wil vervolgens dat zij hem kust. Hij duwt zijn tong in haar mond en gaat met zijn handen onder haar jurkje en bh. Hij voelt met zijn handen op haar blote borsten.xiii [naam 3] of [naam 4] smeekt verdachte om te stoppen. Verdachte probeert in haar kruis te voelen onder haar jurkje. Dit lukt niet omdat zij een panty aanheeft.xiv Op dat moment komt een huisgenoot, [naam 9], thuis. Hierop pakt verdachte haar telefoon, een zwarte Nokia en verlaat direct de woning. Hij neemt de mobiele telefoon van [naam 3] of [naam 4] mee.xv [naam 9] ziet dat het jurkje dat [naam 3] of [naam 4] droeg helemaal omhoog is geschoven tot net boven haar billen. Tevens ziet zij dat [naam 3] of [naam 4] haar jas en handschoenen op dat moment nog aanheeft.xvi Bij de doorzoeking van de woning van verdachte op 25 november 2008 wordt de telefoon van [naam 3] of [naam 4] aangetroffen.xvii
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Op 21 september 2008 rond 05.45 uur fietst [naam 5] via het Leidseplein naar huis na een avond stappen. Als zij bij haar woning komt ziet zij een man staan. [naam 5] zet haar fiets neer en opent met de sleutel de deur van de centrale hal van haar woning. De man loopt achter [naam 5] de trap op. Als zij bij de deur van haar woning heeft geopend staat de man plotseling achter haar. De man grijpt met twee handen haar bovenarmen vast en duwt haar de woning binnen en gooit haar op de bank. Hierbij drukt hij de mond van het [naam 5] dicht, waardoor zij geen adem kan halen. De man sluit de deur van de woning. De man vraagt in het Engels om geld en haar mobiele telefoon. Wanneer [naam 5] hem vertelt dat zij geen geld heeft zegt de man dat het zij hem moet zoenen. [naam 5] weigert dit waarop een worsteling ontstaat. De man gaat boven op haar zitten. Hij stopt een zelfgemaakte prop van een pastic tas in de mond van [naam 5]. De man betast de borsten van [naam 5] en zoent haar op de mond. De man bedreigd haar en trekt aan haar haren. Tevens grijpt hij haar met een hand bij de keel en drukt de keel dicht. Voorts deelt hij mee dat hij een mes heeft waarmee hij gaat steken wanneer die [naam 5] niet meewerkt. [naam 5] moet haar kleding uitdoen. Wanneer zij dit weigert gaat de man zelf haar kleding losmaken. De man knoopt haar blouse open, trekt haar bh los en betast en knijpt in haar borsten. De man probeert ook haar panty uit te trekken. Doordat het [naam 5] zich blijft verzetten lukt dit niet. Hij trekt de panty stuk. De man zegt [naam 5] dat hij haar met rust zou laten wanneer zij hem kust. Dit doet zij één keer. Wanneer [naam 5] blijft huilen en de man smeekt te stoppen, stopt de man. De man vraagt de mobiele telefoon van het slachtoffer en deze krijgt hij. Hij geeft deze later weer terug. Vervolgens gooit de man [naam 5] op de grond en zegt tegen haar dat zij daar tien minuten moet blijven liggen en dat zij hem niet aan mag kijken. Vervolgens verlaat de man de woning. xviii Als de politie om 7 uur arriveert, is [naam 5] nog steeds erg emotioneel. Zij constateren dat zij rode striemen in haar nek heeft. Tevens heeft zij een ladder in haar panty.xix
[naam 5] geeft een signalement van een man met een donkere huidskleur en een stevig postuur van 1.65 a 1.70 meter lang, die ongeveer 30 jaar oud is. Hij droeg een baseballcap en had de zijkanten van zijn hoofd opgeschoren.xx Uit het paspoort van verdachte blijkt dat hij 1.73 meter lang is.xxi
Op 21 september 2008 worden bij [naam 5] verschillende DNA-monsters afgenomen.xxii Uit het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van 28 april 2009 blijkt dat een DNA monster genomen van het nagelvuil van de ringvinger van [naam 5] (ZAK 969#9) geschikt was voor DNA vergelijkend onderzoek. Uit dit nagelvuil is een onvolledig DNA mengprofiel vergregen waarmee het DNA van [naam 5] en verdachte matchen. Het scenario dat het verkregen DNA mengprofiel van het celmateriaal in de bemonstering van het monster nagelvuil wordt verklaard door een mengsel van DNA van [naam 5] en de verdachte is ongeveer 100 miljoen maal waarschijnlijker dan het scenario dat het verkregen DNA mengprofiel van het celmateriaal in de bemonstering van het monster nagelvuil wordt verklaard door een mengsel van DNA van [naam 5] en een willekeurig gekozen andere persoon.xxiii
Het Independent Forensic Services (IFS) heeft een contra-expertise verricht. Het IFS concludeert dat er een aanzienlijke steun is voor de hypothese dat verdachte celmateriaal heeft bijgedragen aan de bemonsteringen van de rechterhand van [naam 5] (ZAK 969#8 tot en met ZAK 969#10). Het DNA profiel van verdachte komt overeen met het DNA profiel van de hoofddonor van celmateriaal in monster ZAK 969#9. Weliswaar wordt vermeld dat de kans dat een willekeurig ander persoon hetzelfde DNA profiel bezit als dat van het afgeleide DNA profiel kleiner is dan 1 op 1 miljoen, maar tevens dat de statistische berekeningen aan de DNA/resultaten, die door het NFI en IFS zijn verricht, overeenkomen.xxiv
Ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde:
Op zaterdag 30 augustus 2008 rond tegen 4.30 uur stapt [naam 6] op de fiets nadat zij een avond is gaan stappen op het Leidseplein te Amsterdam. Zij draagt een half lang jurkje, net boven de knie, schoenen met hakken en zij heeft blond haar dat zij met een elastiekje naar achteren vast heeft gedaan. Rond 04.45 uur arriveert zij bij haar woning. In de omgeving van haar woning ziet [naam 6] een man staan. Als zij naar binnen gaat, glipt er een man met haar mee. [naam 6] herkent deze man als de man die zij eerder had gezien. De man geeft aan dat hij bij iemand op bezoek komt. Als [naam 6] de trap oploopt naar haar woning pakt de man haar plotseling vast van achteren en hij trekt haar van de trap af terug het halletje in. [naam 6] begint hard te gillen in de hoop dat iemand haar hoort. De man zegt tegen haar dat zij hem geld moet geven. Direct pakt hij haar gezicht beet. Hij omklemt haar gezicht met zijn vingers. Hij omklemt haar gezicht waardoor dit [naam 6] pijn doet bij haar jukbeenderen en wangen. [naam 6] zegt tegen de man dat ze geld gaat pakken en pakt uit haar portemonnee twee biljetten van tien euro en geeft deze aan de man. De man laat het geld vallen. De man zegt tegen het slachtoffer dat zij stil moet zijn. Hij herhaalt steeds de woorden: "Stil, stil zijn" Hierbij houdt hij haar gezicht nog steeds beet en staat hij achter haar. [naam 6] probeert steeds los te komen maar de man is sterker. Terwijl hij [naam 6] vasthoudt begint hij haar te betasten bij haar borsten Zij voelt dat de man met zijn linkerhand in de bovenzijde van haar jurk gaat. Ze voelt dat de man ook onder haar bh gaat en haar rechterborst betast. Hij pakt de rechterborst vast en knijpt hierin. Hij houdt met zijn hand nog steeds haar gezicht beet. Dan gaat hij met zijn hand naar beneden. [naam 6] voelt dat hij met zijn hand over de voorzijde van de string haar vagina betast. Op een gegeven moment ziet [naam 6] het licht in de hal aangaan en hoort zij haar bovenbuurman roepen. De man laat [naam 6] los en rent naar buiten.xxv Als de politie arriveert zien zij op de grond in het trapportaal een biljet van tien euro liggen. Zij worden aangesproken door de huisgenoot van [naam 6] die verklaarde wakker te zijn geworden van een hoop gegil dat als een noodkreet klonk. De huisgenoot heeft het licht in de gang aangedaan en trof vervolgens [naam 6] aan die hem vertelde zojuist te zijn aangerand. Zij treffen [naam 6] hevig overstuur op de grond van de eerste verdieping aan.xxvi
[naam 6] geeft een signalement van een negroïde kale man tussen de 30 en 35 jaar oud met een breed postuur die accentloos Nederlands spreekt.xxvii
De historische gegevens van de telefoon van verdachte bevestigen dat verdachte de bewuste nacht in Amsterdam is geweest. Volgens het rooster van [naam 10], waar verdachte als diskjockey draait, heeft verdachte die dag geen draaidag gehad. Tevens blijkt dat verdachte waarschijnlijk een dagdienst had op zijn werk op Schiphol. Uit de paalgegevens blijkt dat de gsm van verdachte niet op een vast punt uitpeilt maar zich verplaatst in het gebied rond het Leidseplein.xxviii
Op 19 januari 2009 wordt een meervoudige fotoconfrontatie gehouden. Bij deze confrontatie zegt [naam 6] dat zij schrok toen zij foto twee zag. Dit is de foto van verdachte. [naam 6] vindt de man op foto zeven erg op de man op foto twee lijken. xxix
5.3.2 Nadere bewijsoverwegingen
5.3.2.1 Seksueel binnendringen (feit 2)
Uit de verklaring van zowel aangeefster [naam 2] als verdachte komt naar voren dat verdachte die [naam 2] niet alleen heeft getongzoend maar ook haar clitoris heeft betast. Het zoenen waarbij de tong van verdachte in de mond van aangeefster is gegaan dient volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad te worden aangemerkt als seksueel binnendringen als bedoeld in artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht. Zwaartepunt van het aan verdachte tenlastegelegde feit is echter het seksueel binnendringen in de vagina van aangeefster. Volgens vaste jurisprudentie valt elke vorm van seksueel binnendringen in het lichaam met een seksuele strekking onder de reikwijdte van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht. De bedoeling van de bepaling is het beschermen van de (seksuele) integriteit van het lichaam. Met het passeren van de schaamlippen en het vervolgens betasten van de clitoris, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van seksuele handelingen die door de slachtoffers als een ingrijpende aantasting van de lichamelijke integriteit worden ervaren. Het betreft naar het oordeel van de rechtbank dan ook handelingen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam als bedoeld in artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank vindt steun voor haar oordeel in de uitspraak van de Hoge Raad van 18 mei 2010, LJN BK6910.
5.3.2.2 Schakelbewijs (feit 5)
Voor bewezenverklaring van dit feit als directe, op deze gebeurtenis betrekking hebbende, bewijsmiddelen zijn voorhanden:
1. de aangifte van het slachtoffer, inhoudende een feitelijke weergave van de gebeurtenissen, tevens onder meer inhoudende een signalement van de dader en een beschrijving van de route die zij, vertrekkend tussen 04:15 uur en 04:30 uur vanaf het Leidseplein voorafgaande aan de aanranding in de hal/trappenhuis van haar woning in de [straatnaam], op de fiets heeft afgelegd. Volgens aangeefster was haar belager een negroïde man, niet echt zwart, tussen de 30-35 jaar oud met een breed postuur, ongeveer 1.80 m. lang met een kaal hoofd, zonder enig haar.xxx De rechtbank heeft ter terechtzitting vastgesteld dat verdachte in zoverre aan dit signalement voldoet, dat verdachte een kaalhoofdige negroïde man is van 37 jaar die, gezien zijn geboortedatum, ten tijde van het tenlastegelegde 35 jaar oud was. Verdachte toonde ter terechtzitting een breed postuur. Op een foto van verdachte (de persoon links op de foto) die in 2008 op zijn internetsite stond, imponeert verdachte als een man met zwaargebouwd bovenlichaam. Zijn kaalhoofdigheid wordt op die foto enigszins afgeschermd door een koptelefoon, maar is niettemin zichtbaar.xxxi
2. De omstandigheid dat de gsm van verdachte omstreeks 03:48 uur uitpeilde op een zendlocatie aan de Overtoom te Amsterdam; het is een feit van algemene bekendheid dat het begin van de Overtoom in de onmiddellijke nabijheid van het Leidseplein aldaar is. Uit de peillocaties volgt dat de gsm van verdachte zich die nacht verplaatst in het gebied rond het Leidseplein.xxxii
3. De verklaring van aangeefster ter gelegenheid van een meervoudige fotoconfrontatie (Foslo), waarbij de foto van verdachte in de fotoselectie op nr. 2 was opgenomen: "Ik weet het niet zeker. Ik schrok bij foto 2. Vervolgens keek ik verder en zag dat ook de persoon op foto 7 heel erg op de man op foto 2 leek. Ik weet het daarom niet zeker".xxxiii
Volgens de doctrine en de jurisprudentie van de Hoge Raadxxxiv is het gebruik van aan andere bewezen verklaarde, soortgelijke, feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als ondersteunend bewijs (schakel-, ketting- of ketenbewijs) toegelaten. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal (of bewezenverklaringen) van die andere feiten dat c.q. die op essentiële punten belangrijke overeenkomsten vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit en dat duidt op een specifiek patroon in het gedrag van de verdachte, welk patroon herkenbaar aanwezig is in de voor het te bewijzen feit voorhanden bewijsmiddelen.xxxv
Zodanig, het bewijsmateriaal van feit 5 ondersteunend, schakelbewijs is te vinden in de bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan de bewezenverklaringen van feiten 1 t/m 4 en betreft, globaal gesproken, de modus operandi van verdachte.
De aangifte van [naam 6] beschrijft het gebeuren in de nacht van 29 op 30 september 2008 zoals in de paragraaf 4.3.1 voormeld is weergegeven. De volgende elementen van deze aangifte worden ondersteund door bewijsmateriaal ten grondslag liggend aan de bewezenverklaringen van de feiten 1 t/m 4, op een wijze als telkens bij deze elementen te vermelden.
a. Aangeefster [naam 6] is evenals vier van de vijf andere slachtoffers een jonge blonde vrouw die op vrijdag of zaterdagavond uit is geweest en in de vroege morgen tussen 03.00 uur en 06.00 uur alleen thuiskomt.
b. Aangeefster [naam 6] had de bewuste avond evenals deze aangeefsters een jurkje/rokje aan.
c. Aangeefster [naam 6] is evenals de slachtoffers inzake de feiten 2, 3 en 4 op de fiets naar huis gegaan en evenals de slachtoffers inzake de feiten 2 en 4 over het Leidseplein gefietst.
d. Aangeefster [naam 6] ziet verdachte reeds voor zij naar binnen gaat. Verdachte heeft haar kennelijk tot bij haar woning gevolgd. Dit komt overeen met de feiten 1 en 2, waarin verdachte heeft verklaard het slachtoffer te hebben gevolgd. Ook het slachtoffer inzake feit 4 verklaart verdachte buiten te hebben zien staan.
e. Verdachte zegt tegen aangeefster dat hij voor iemand anders komt. Dit komt overeen met de feiten 2 en 3 waarin verdachte iets dergelijks tegen het slachtoffer zegt.
f. De aanranding van aangeefster [naam 6] vindt in (het trapportaal van) haar woning plaats. Dit komt overeen met de gang van zaken in alle andere zaken.
g. Verdachte benadert aangeefster [naam 6] onverhoeds van achteren waarna hij haar vastpakt. Verdachte handelt eveneens op deze wijze ten opzichte van de slachtoffers van de bewezenverklaarde feiten 1, 2 en 4.
h. Verdachte overmeestert aangeefster [naam 6] door met zijn hand haar gezicht te omsluiten waardoor zij niet kan gillen. Dit komt overeen met het handelen van verdachte in alle andere bewezenverklaarde zaken.
i. Verdachte herhaalt meermalen tegen [naam 6] dat zij stil moet zijn. Verdachte herhaalt in de zaken die onder de feiten 1, 2 en 3 zijn bewezenverklaard ook telkens dat het slachtoffer stil moet zijn of rustig moet blijven.
j. Verdachte vraagt in eerste instantie om geld. Ook in de zaken betreffende de feiten 2, 3 en 4 vraagt verdachte eerst om geld. Verdachte verklaart bij de politie dat hij de slachtoffers in eerste instantie volgde om hen van hun geld te beroven.
k. Verdachte betast onder haar kleding de blote borsten van aangeefster [naam 6]. Tevens betast hij haar schaamstreek. Ook in de zaken 2, 3 en 4 betast verdachte de blote borsten van zijn slachtoffers door met zijn handen onder hun kleding te gaan. Ook betast hij het kruis van deze slachtoffers.
Er is daarbij niet gebleken van feiten en/of omstandigheden die aan een bewezenverklaring van feit 5. in de weg staan. Aldus leveren de bewezenverklaringen van feiten 1 t/m 4 in voldoende mate ondersteunend bewijs op voor een bewezenverklaring van feit 5 en kan ook dit laatste feit wettig en overtuigend bewezen worden geacht.
Voor haar overtuiging heeft de rechtbank tevens meegewogen dat na de aanhouding en inverzekeringstelling van verdachte geen aangiftes meer van vergelijkbare gebeurtenissen bij de politie zijn binnengekomen.xxxvi
5.3.2.3 Foslo-confrontatie (feit 5)
Hoewel aangeefster zegt het niet zeker te weten, schrikt zij duidelijk bij foto 2. Het gaat daarbij om een authentieke reactie van aangeefster waaraan de rechtbank in dit geval groter belang hecht dan aan haar onzekerheid. Onzekerheid, evenals overigens stelligheid betreft veeleer een karaktereigenschap van de beschouwer en zegt niet alles over de bewijswaarde van de herkenning.. De schrikreactie van aangeefster bij deze Foslo-confrontatie daarentegen is de uiting van een emotie die als zodanig kan worden gebezigd voor het bewijs.
6. De strafbaarheid van de feiten en van verdachte
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straf en maatregelen
7.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar onder de nummers 1 tot en met 5 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren, met aftrek van voorarrest. De officier van justitie heeft tevens gevorderd de vorderingen van de benadeelde partijen [naam 6] en [naam 2] volledig toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie heeft gedeeltelijke toewijzing van de vordering van [naam 3] of [naam 4] gevorderd met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Zij heeft gevorderd de telefoonkosten niet ontvankelijk te verklaren wegens onvoldoende onderbouwing. Tevens heeft zij gevorderd de vordering met betrekking tot de kleding af te wijzen nu deze inbeslaggenomen kleding aan het slachtoffer kan worden geretourneerd.
De officier van justitie voert hiertoe aan dat zij bij de bepaling van de hoogte van de eis rekening heeft gehouden met het aanwezige herhalingsgevaar, gelet op het aanwezige patroon in het handelen van verdachte, de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. Tevens acht zij een langdurige gevangenisstraf noodzakelijk ter bescherming van de maatschappij nu een onvolledig beeld van de persoon van verdachte bestaat. In het voordeel van verdachte heeft zij meegewogen dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Zij acht het tijdsverloop niet dusdanig dat daar consequenties aan dienen te worden ontleend.
7.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft in haar pleidooi aangevoerd dat bij bepaling van de hoogte van de straf rekening dient te worden gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn vanwege de lange duur van het voorarrest. Tevens dient te worden meegewogen dat verdachte spijt heeft betuigd van zijn daden. Het recidiverisico wordt door de reclassering als matig ingeschat. Tevens heeft verdachte geen relevante documentatie. Ten slotte heeft verdachte veel overlast ondervonden van het beeld dat van hem is neergezet in de media. Verdachte is na een uitzending op televisie meerdere keren overgeplaatst omdat voor zijn veiligheid moest worden gevreesd.
7.3. Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een serie van vijf aanrandingen in een betrekkelijk korte periode. In twee gevallen is er daarbij sprake geweest van seksueel binnendringen met zijn tong en zijn hand, wat in die gevallen het delict de strafrechtelijk kwalificatie van verkrachting oplevert.
Het brutale, intimiderende en veelal gewelddadige karakter van verdachtes optreden zit hem met name in het feit dat hij zijn slachtoffers heeft overrompeld op het moment dat zij zich vanaf de straat de toegang tot hun woning verschaften. Daardoor, en door zijn ongewenste avances in een aantal gevallen tot in het trappenhuis en tot in de woning van het slachtoffer voort te zetten, heeft verdachte niet alleen de lichamelijke integriteit van de slachtoffers geschonden, maar tegelijkertijd ook inbreuk gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer. In alle gevallen heeft hij de vrouwen in kwestie doodsangst aangejaagd door met zijn hand mond en neus te omklemmen, als gevolg waarvan meerder slachtoffers in ademnood kwamen en voor hun leven hebben gevreesd. In een geval, waarbij verdachte ook een prop in de mond van zijn slachtoffer heeft gedaan, heeft verdachte zijn slachtoffer gedreigd te steken met een mes.
Hoewel altijd ongewis zal blijven wat er zou zijn gebeurd als verdachte in een tweetal gevallen niet was gestoord door huisgenoten van de aangeefsters, speelt enigszins in zijn voordeel mee dat hij in twee gevallen zelf van verdere toenadering tot zijn slachtoffer heeft afgezien, nadat zij hem duidelijk had gemaakt geen seks met hem te willen.
De straf die verdachte verdient wordt mede bepaald door het feit dat drie aangeefsters door middel van schriftelijke verklaringen, in één geval ter terechtzitting door het desbetreffende slachtoffer zelf voorgelezen, aannemelijk hebben gemaakt dat het bewezen geachte grote emotionele indruk op hen heeft gemaakt, waarvan zij, naar moet worden aangenomen, nog langere tijd een psychische nasleep zullen ondervinden. Dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld kan nauwelijks in zijn voordeel meewegen, gezien het aantal van vijf bewezenverklaringen. Wel wordt er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat verdachte na zijn aanhouding in de media als serieverkrachter is getypeerd met het tonen van zijn foto en vermelding van zijn activiteiten als dj in het Amsterdamse uitgaansleven, waardoor zijn identiteit aan de openbaarheid is prijsgegeven.
De rechtbank is het met de raadsvrouw eens dat het Openbaar Ministerie op 8 oktober 2008 rijkelijk laat was met haar verzoek om nader onderzoek naar de persoon van verdachte te doen verrichten. Dit heeft mede bijgedragen aan het feit dat verdachte lang in voorlopige hechtenis heeft moeten doorbrengen, echter niet zodanig dat als gevolg hiervan strafvermindering moet volgen.
Na observatie in het Pieter Baan Centrum wordt geconcludeerd dat verdachte niet leidt aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Geadviseerd wordt verdachte als volledig toerekeningsvatbaar te beschouwen. De rechtbank heeft dit advies overgenomen.
Enerzijds heeft verdachte bij verschillende gelegenheden, zo ook in het Pieter Baan Centrum en ter terechtzitting, ten aanzien van de feiten telkens verwezen naar zijn eerder bij de politie afgelegde verklaringen. Door deze houding heeft verdachte een onvolledig beeld van zijn persoon gegeven. Anderzijds heeft verdachte er ter terechtzitting blijk van gegeven de ernst van de door hem begane feiten, voor zover door hem bekend, in te zien. Bovendien lijkt hij een man met de capaciteiten om zich te rehabiliteren en die, niettegenstaande de ernst van het bewezengeachte, derhalve uitzicht moet houden op een niet al te lang uitgestelde terugkeer in de maatschappij.
Alles in aanmerking nemende dient verdachte veroordeeld te worden tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als na te melden. Evenwel bestaat er aanleiding om bij de straftoemeting af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd.
8. Overige beslissingen
8.1 Vorderingen van de benadeelde partijen
Ten aanzien van de benadeelde partij [naam 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor de behandeling in dit strafgeding. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder feit 2 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op
€ 3556,18,- (zegge: vijfendertighonderdzesenvijftig euro en achttien eurocent). De vordering, door verdachte ter terechtzitting erkent, kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voorts dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van [naam 2] voornoemd wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.
Ten aanzien van de benadeelde partij [naam 3] of [naam 4]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor de behandeling in dit strafgeding. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder feit 3 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op
€ 3117,50 (zegge: eenendertighonderdzeventien euro en vijftig eurocent). De vordering, door verdachte ter terechtzitting erkent, kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voorts dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van [naam 3] of [naam 4] voornoemd wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.
Ten aanzien van de benadeelde partij [naam 6]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor de behandeling in dit strafgeding. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder feit 5 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op
€ 1180,- (zegge: elfhonderdtachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voorts dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van [naam 6] voornoemd wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.
8.2 Beslag
De officier van justitie heeft ten aanzien van het nog niet geretourneerde beslag gevorderd dat de goederen op de beslaglijst aangeduid met de nummers 2 t/m 6 en 8 t/m 34 kunnen worden teruggegeven aan verdachte. Ten aanzien van de op de beslaglijst aangeduide goederen met de nummers 35 t/m 39 heeft zij teruggave gevorderd aan [naam 3] of [naam 4]. De goederen aangeduid met de nummers 1 en 7 zijn reeds retour aan de rechthebbende. De rechtbank zal teruggave van deze goederen gelasten zoals door de officier van justitie is gevorderd.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 57, 242, 246 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
10. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het onder de feiten 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 of 4 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 1, 3 tweede deel, 4 en 5:
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd
Ten aanzien van de feiten 2 en 3 eerste deel:
Verkrachting, meermalen gepleegd
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Ten aanzien van de benadeelde partij [naam 2]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam 2], domicilie kiezende te Korver & Van Essen advocaten, Herengracht 499, 1017 BT Amsterdam, toe tot een bedrag van € 3556,18 (zegge: vijfendertighonderdzesenvijftig euro en achttien eurocent).
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[naam 2], te betalen de som van € 3556,18 (zegge: vijfendertighonderdzesenvijftig euro en achttien eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 45 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [naam 3] of [naam 4]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam 3] of [naam 4], wonende te [adres], toe tot een bedrag van € 3117,50 (zegge: eenendertighonderdzeventien euro en vijftig eurocent).
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[naam 3] of [naam 4], te betalen de som van € 3117,50 (zegge: eenendertighonderdzeventien euro en vijftig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 41 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [naam 6]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam 6], wonende te [adres], toe tot een bedrag van € 1180,- (zegge: elfhonderdtachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[naam 6], te betalen de som van € 1180,- (zegge: elfhonderdtachtig euro)bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 21 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Gelast de teruggave aan verdachte van op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen, genummerd: 2 t/m 6 en 8 t/m 34.
Gelast de teruggave aan [naam 3] of [naam 4] van op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen, genummerd: 35 t/m 39.
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.M. van den Bergh, voorzitter,
mrs. W.C.J. Robert en F.M.S Requizisione, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Bakker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 september 2010.
i HR 11 januari 2000, NJ 2000, 194 en HR 12 februari 2002, NJ 2002, 301.
ii De officier van justitie heeft betoogd zoals in haar ter terechtzitting overgelegde schriftelijk requisitoir.
iii De raadsvrouw heeft betoogd zoals in haar ter terechtzitting overgelegde pleitnotities.
iv Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008251418-1 van 3 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 11] en [naam 12], inhoudende de verklaring van [naam 1] (doorgenummerde pag 11-17).
v Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2008305093-22 van 4 december 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 13] en [naam 14], inhoudende de verklaring van verdachte (doorgenummerde pag 236-245).
vi Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008251418-1 van 3 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 11] en [naam 12], inhoudende de verklaring van [naam 1] (doorgenummerde pag 11-17).
vii Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008251418-1 van 3 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 11] en [naam 12], inhoudende de verklaring van [naam 1] (doorgenummerde pag 11-17) en een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2008305093-22 van 4 december 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 13] en [naam 14], inhoudende de verklaring van verdachte (doorgenummerde pag 236-245).
viii Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008251418-1 van 3 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 11] en [naam 12], inhoudende de verklaring van [naam 1] (doorgenummerde pag 11-17).
ix Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2008305093 van 26 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 15], inhoudende de verklaring van voornoemde verbalisant (doorgenummerde pag 132-136).
x Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008294644-3 van 31 oktober 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 16] en [naam 13], inhoudende de verklaring van [naam 2] (doorgenummerde pag 41-50) en een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2008305093-22 van 4 december 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 13] en [naam 14], inhoudende de verklaring van verdachte (doorgenummerde pag 236-245).
xi Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008294644-3 van 31 oktober 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 16] en [naam 13], inhoudende de verklaring van [naam 2] (doorgenummerde pag 41-50).
xii Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008294644-3 van 31 oktober 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 16] en [naam 13], inhoudende de verklaring van [naam 2] (doorgenummerde pag 41-50) en een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2008305093-22 van 4 december 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 13] en [naam 14], inhoudende de verklaring van verdachte (doorgenummerde pag 236-245).
xiii Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008305093-1 van 1 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 17], inhoudende de verklaring van [naam 3] of [naam 4] (doorgenummerde pag 55-60) en een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2008305093-22 van 4 december 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 13] en [naam 14], inhoudende de verklaring van verdachte (doorgenummerde pag 236-245).
xiv Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008305093-1 van 1 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 17], inhoudende de verklaring van [naam 3] of [naam 4] (doorgenummerde pag 55-60).
xv Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008305093-1 van 1 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 17], inhoudende de verklaring van [naam 3] of [naam 4] (doorgenummerde pag 55-60) en een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2008305093-22 van 4 december 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 13] en [naam 14], inhoudende de verklaring van verdachte (doorgenummerde pag 236-245).
xvi Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2008305093-2 van 1 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 18], inhoudende de verklaring van [naam 19] (doorgenummerde pag 67-72).
xvii Een proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagname met nummer 2008305093-14 van 26 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 20], inhoudende de verklaring van voornoemde verbalisant (doorgenummerde pag 157-161, in het bijzonder pag 158) en een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2008305093-22 van 4 december 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 13] en [naam 14], inhoudende de verklaring van verdachte (doorgenummerde pag 236-245).
xviii Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008264670-1 van 22 september 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 21], inhoudende de verklaring van [naam 5] (doorgenummerde pag 316-319).
xix Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2008264670-1 van 21 september 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 22] en [naam 23], inhoudende de verklaring van voornoemde verbalisanten (doorgenummerde pag 285-287).
xx Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008264670-1 van 22 september 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 21], inhoudende de verklaring van [naam 5] (doorgenummerde pag 316-319).
xxi Een geschrift zijnde een kopie Aanvraag Reisdocument van [verdachte], inhoudende de gegevens van het paspoort van verdachte (doorgenummerde pag. 141-142).
xxii Een geschrift zijnde een onderzoeksrapport zedendelicten d.d. 21 september 2008, opgemaakt door de forensisch arts L. de Haas (doorgenummerde pag. 321-344)
xxiii Een verslag van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 30 maart 2009, nummer 2009.02.18.029, opgemaakt door drs. H.N. Bauer op de door hem als vast gerechtelijk deskundige afgelegde belofte (doorgenummerde pag. 587-595)
xxiv Een verslag van het Independent Forensic Services d.d. 15 september 2009, nummer IFS090702, opgemaakt door J. van der Meij op de door hem als vast gerechtelijk deskundige afgelegde eed.
xxv Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008242969-1 van 30 augustus 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 11], inhoudende de verklaring van [naam 6] (doorgenummerde pag 277-282).
xxvi Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2008242969-1 van 30 augustus 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 24] en [naam 25], inhoudende de verklaring van voornoemde verbalisanten (doorgenummerde pag 259-260).
xxvii Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008242969-1 van 30 augustus 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 11], inhoudende de verklaring van [naam 6] (doorgenummerde pag 277-282).
xxviii Een rapport analyse met bijlagen met nummer 2008305093 van 29 april 2009, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 15], inhoudende de analyse van voornoemde verbalisant (doorgenummerde pag 259-260).
xxix Een proces-verbaal van tonen selectie bij simultane fotobewijsconfrontatie met nummer 2008350093 van 19 januari 2009, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 26], inhoudende de verklaring van voornoemde verbalisant (doorgenummerde pag 450-451)
xxx Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2008242969-1 van 30 augustus 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 11], inhoudende de verklaring van [naam 6] (doorgenummerde pag 277-282).
xxxi Een bijlage bij een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2008305093-1 van 27 november 2008, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 27], inhoudende de verklaring van voornoemde verbalisant (doorgenummerde pag. 144).
xxxii Een rapport analyse met bijlagen met nummer 2008305093 van 29 april 2009, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 15], inhoudende de analyse van voornoemde verbalisant (doorgenummerde pag 259-260).
xxxiii Een proces-verbaal van tonen selectie bij simultane fotobewijsconfrontatie met nummer 2008350093 van 19 januari 2009, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 26], inhoudende de verklaring van voornoemde verbalisant (doorgenummerde pag 450-451).
xxxiv G.J.M. Corstens, Het Nederlands Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2008, pag 718. HR 11 juni 2002, LJN AE2099, HR 13 maart 2006, LJN AU5496
xxxv H.A. Demeersseman, Mogelijkheden voor gebruik van schakebewijs: Trema nr. 4 2009 pag 151-156
xxxvi Een rapport analyse met bijlagen met nummer 2008305093 van 29 april 2009, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam 15], inhoudende de analyse van voornoemde verbalisant (doorgenummerde pag 259-260).
Parketnummer: 13/524517-08 (PROMIS)
Inzake: [verdachte]