ECLI:NL:RBAMS:2010:BN8272
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.W. Bianchi
- S.A. Krenning
- J.M. Schouwenaar
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor overlevering van een persoon aan Duitsland op basis van een Europees aanhoudingsbevel
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 september 2010 uitspraak gedaan over de vordering tot overlevering van een opgeëiste persoon aan de Duitse autoriteiten. De opgeëiste persoon, geboren in Polen en thans gedetineerd in Amsterdam, was onderwerp van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Richter am Amtsgericht Baden-Baden. De rechtbank had eerder het onderzoek heropend en geschorst om aanvullende informatie van de Duitse autoriteiten af te wachten. Tijdens de openbare zitting op 3 september 2010 zijn de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. K. Canatan, gehoord. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door een Poolse tolk.
De rechtbank oordeelde dat het EAB was gebaseerd op een Haftbefehl van 9 september 2009, dat betrekking had op een strafrechtelijk onderzoek naar een feit dat in Duitsland zou zijn gepleegd. De opgeëiste persoon had verklaard niet schuldig te zijn aan de feiten, maar kon dit niet aantonen tijdens de zitting. De raadsman voerde aan dat een EAB niet kan worden uitgevaardigd met als doel een persoon te laten overbrengen om hem bij een rechtszitting aanwezig te laten zijn, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank stelde vast dat de overlevering was aangevraagd in verband met een strafrechtelijk onderzoek en dat de Duitse autoriteiten een EAB hadden uitgevaardigd ter vervolging.
De rechtbank concludeerde dat aan alle eisen van de Overleveringswet was voldaan en dat de overlevering moest worden toegestaan. De beslissing werd genomen in overeenstemming met de artikelen 2, 5, 6 en 7 van de Overleveringswet. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de OLW.