ECLI:NL:RBAMS:2010:BO8903
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de beschikking waardering onroerende zaken en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 december 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen X. BV, eiseres, en de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum, verweerder, over de hoogte van de proceskostenvergoeding in verband met een bezwaarprocedure. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van verweerder van 16 juli 2010, waarin de waarde van onroerende zaken in Hilversum was vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar van verweerder gedeeltelijk vernietigd moest worden, met name de toekenning van de proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft de te vergoeden proceskosten voor de bezwaarfase vastgesteld op € 303 en de proceskosten van eiseres in de beroepsprocedure op € 874. Verweerder werd veroordeeld tot vergoeding van het door eiseres betaalde griffierecht van € 298.
De rechtbank overwoog dat de complexiteit van de zaak en de werkbelasting van de rechtsbijstandverlener bepalend zijn voor de hoogte van de proceskostenvergoeding. De rechtbank volgde de visie van verweerder dat het geschil als 'zeer licht' kon worden aangemerkt, maar oordeelde dat de vergoeding voor de rechtsbijstand niet te laag was. De rechtbank heeft ook de kosten van de ingeschakelde deskundige beoordeeld en vastgesteld dat deze niet van zodanig wetenschappelijke of bijzondere aard waren dat het maximumtarief van toepassing was. De rechtbank heeft de kosten van de deskundige vastgesteld op € 40,61 per uur, wat in lijn was met de door verweerder gehanteerde tarieven.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier, E.H. Mazel, en heeft geen bezwaar tegen de afgifte van een geanonimiseerd afschrift van het proces-verbaal.