ECLI:NL:RBAMS:2010:BP1774
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden op grond van de Verordening voorziening maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 november 2010 uitspraak gedaan in een geschil over de terugvordering van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden. Eiseres had een persoonsgebonden budget van € 2060,- voor het jaar 2007 ontvangen, maar verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, had dit bedrag teruggevorderd omdat eiseres het budget niet correct had verantwoord. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de terugvordering, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door verweerder. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 19 oktober 2010 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. B.G. Meijer. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder bij het primaire besluit van 3 februari 2009 het persoonsgebonden budget had vastgesteld en teruggevorderd zonder dat er een intrekkingsbesluit was genomen. De rechtbank oordeelde dat de Verordening voorziening maatschappelijke ondersteuning voorschrijft dat terugvordering pas kan plaatsvinden na een intrekking van het besluit. Aangezien een dergelijk besluit ontbrak, heeft de rechtbank het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen.
De rechtbank heeft verder bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 41,- moet vergoeden en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van € 644,-. De rechtbank heeft benadrukt dat deze uitspraak niet betekent dat verweerder geen nieuwe besluiten kan nemen met betrekking tot de terugvordering van het persoonsgebonden budget.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.