2.4.9. Ten aanzien van de overige geschilpunten van partijen acht de rechtbank het raadzaam om een comparitie van partijen te bepalen, om een schikking te beproeven dan wel om het verdere verloop van de procedure te bespreken.
Dan zullen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde komen:
a. de waarde van (de aandelen in) [I] B.V., waarvoor in de concept-boedelbeschrijving een bedrag van € 301.356,-- is opgenomen; de kinderen willen in dat kader inzage in de boekhouding en in de jaarrekening en beantwoording van hun vragen door een onafhankelijke registeraccountant. De rechtbank is van oordeel dat zij op grond van artikel 4:16 lid 4 BW in beginsel recht op inzage hebben.
b. de tegoeden op de diverse bankrekeningen, waarvoor in de concept-boedelbeschrijving een bedrag van € 614.489,-- is opgenomen. In haar voorlopig rappport heeft [E] dit bedrag als volgt gespecificeerd:
(1) girorekening 9483065 € 108.583,53
en de daaraan gekoppelde spaarrekening € 308.389,69
(2) Raborekening 32.46.69.917
Saldo per 31/12/2004 € 4.883,68
Saldo per 1/1/2004 € 16.552,14
Internetbonussparen 3030.409.260 nihil
(3) girorekening 12.13.675 per 12/10/2007 € 25.822,85
(4) girorekening 43.76.520 per 12/10/2007 € 40.341,52
(5) Rabo telespaar 32.83.53.76.15 per 31/12/2004 € 5.200,--
(6) OHRA Bank 73.42.44.517 € 13.096,73
(7) Spaarbeleg 61.10.254 per 1/1/2005 € 62.903,77
(8) Rabo Tilburg, beleggingsrekening17.54.64.758 € 10.200,--
(9) ABN AMRO Effectendepot 57.30.60.584
Waarde per 31/12/2004 nihil
Waarde per 31/12/2003 € 4.907,80
(10)ABN AMRO privérekening 57.30.60.584
Saldo per 31/12/2004 nihil
Saldo per 31/12/2003 € 1.218,64
Daarbij heeft [E] opgemerkt dat het bedrag van € 614.489,-- van de op dat moment aan haar bekende rekeningen lager is dan het oorspronkelijk door de vader in de boedelomschrijving opgenomen bedrag, reden waarom zij de vader heeft verzocht haar mee te delen welke rekening in haar overzicht ontbreekt. Zij heeft daarbij nog aangetekend dat het verschil mogelijk ook verklaard kan worden doordat de peildata die haar ter beschikking stonden vaak niet gelijk vielen met de overlijdensdatum.
De kinderen hebben in de brief van hun advocaat van 4 maart 2006 aan de vader, waarnaar zij ook nu weer verwijzen, om kopieën van de bankafschriften over de periode april 2003 – augustus 2004 verzocht. De vader heeft deze stukken niet aan hen verstrekt en, zoals uit het rapport van [E] lijkt te volgen, ook niet aan [E]. De rechtbank is van oordeel dat de kinderen op grond van artikel 4:16 lid 4 BW in beginsel recht hebben op de gevraagde informatie.
c. de vorderingen op [C], waarvoor in de concept-boedelbeschrijving de bedragen
€ 82.747,70 respectievelijk € 9.015,88 zijn opgenomen. De kinderen willen een specificatie van die bedragen en een toelichting op de in de concept-boedelbeschrijving onder B.3 opgenomen schuld met betrekking tot deze leningen. De rechtbank is van oordeel dat ook hier geldt dat de kinderen op grond van artikel 4:16 lid 4 BW in beginsel recht hebben op de gevraagde informatie.
d. de vordering Lochem, waarvoor in de concept-boedelbeschrijving een bedrag van
€ 224.804,-- is opgenomen. Volgens de kinderen gaat het om een bedrag van € 227.237,92, maar betreft het verschil wellicht de kostenveroordeling. Uit het rapport [E] is het verschil niet te verklaren; uit de stellingen van [D] evenmin. Het is de rechtbank niet duidelijk of met de opneming van de vordering voor dit bedrag in de boedelbeschrijving de bezwaren van de kinderen op dit punt zijn weggenomen. Zo niet dan zullen de kinderen hun standpunt dienen te verduidelijken. Ook zal dan de vader zijn standpunt ter zake dienen te verduidelijken, in het bijzonder zal hij de toelichting in zijn brief van 9 november 2009 dienen te verduidelijken, gelet op de opmerkingen van de kinderen in hun akte van 27 januari 2010.
e. de kosten executele
f. de pensioenrechten en bonus Tanzania, welke posten volgens de kinderen ten onrechte niet in de boedelschrijving staan vermeld.