ECLI:NL:RBAMS:2011:BP9775
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtbank Amsterdam
- Rechtspraak.nl
Benoeming deskundigen en observatie in zedenzaak Rechtbank Amsterdam
In de zedenzaak tegen de verdachte, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, zijn op 31 maart 2011 beslissingen genomen naar aanleiding van de zitting van 17 maart 2011. De rechtbank heeft de rechter-commissaris opgedragen om deskundigen te benoemen, waaronder een kinderarts, kinderpsychiater en kinderpsycholoog, om de fysieke en psychische gevolgen van seksueel misbruik van jonge kinderen te onderzoeken. Zowel het Openbaar Ministerie als de verdediging kunnen suggesties doen voor de benoeming van deze deskundigen. De rechtbank zal later specifieke vragen formuleren die de deskundigen als uitgangspunt voor hun rapportages moeten nemen.
Daarnaast heeft de rechtbank besloten dat de verdachte ter observatie in het Pieter Baan Centrum moet worden opgenomen, gezien de ernst van de verdenking en de rol van de verdachte. De verdediging heeft betoogd dat de noodzaak voor deze observatie niet is aangetoond, maar de rechtbank achtte het noodzakelijk om een volledig onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte te laten uitvoeren. De zaak is verwezen naar de rechter-commissaris voor verdere behandeling.
Verder is er een geschil ontstaan over de processtukken. De verdediging heeft verzocht om toegang tot alle processtukken, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat er relevante stukken worden onthouden. De rechtbank heeft wel bepaald dat de verdediging in de toekomst toegang zal krijgen tot processtukken die voortkomen uit het nog lopende onderzoek.
Tot slot is het onderzoek geschorst tot de volgende zitting op 17 juni 2011, omdat er nog onderzoekshandelingen moeten plaatsvinden. De voorlopige hechtenis van de verdachte is verlengd met maximaal 90 dagen, en de stukken zijn in handen gesteld van de rechter-commissaris voor verdere behandeling.