ECLI:NL:RBAMS:2011:BP9783
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtbank Amsterdam
- Rechtspraak.nl
Benoeming van deskundigen in zedenzaak met betrekking tot jonge kinderen
In de zedenzaak tegen een verdachte, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de rechtbank op 31 maart 2011 een beslissing genomen naar aanleiding van de zitting van 17 maart 2011. De rechtbank heeft de rechter-commissaris opgedragen om deskundigen te benoemen, waaronder een kinderarts, kinderpsychiater en kinderpsycholoog. Deze deskundigen dienen rapportages op te stellen over de fysieke en psychische gevolgen van seksueel misbruik van jonge en zeer jonge kinderen, waarbij ook de impact op de betrokken gezinnen in overweging moet worden genomen. Zowel het Openbaar Ministerie als de verdediging hebben de mogelijkheid om suggesties te doen voor de benoeming van deze deskundigen, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de rechter-commissaris.
De rechtbank heeft aangegeven dat zij in een later stadium specifieke vragen zal formuleren die de deskundigen als uitgangspunt voor hun rapportages moeten nemen. Deze vragen zullen aan het Openbaar Ministerie en de verdediging worden voorgelegd, waarna zij de gelegenheid krijgen om aanvullende vragen in te dienen. De rechtbank heeft ook beslissingen genomen met betrekking tot de positie van de slachtoffers en benadeelde partijen, vertegenwoordigd door mr. Korver. Het verzoek van mr. Korver om vragen aan de deskundigen te stellen is afgewezen, omdat deze bevoegdheid niet aan hem toekomt in zijn rol als vertegenwoordiger van de slachtoffers.
De rechtbank heeft verder bepaald dat mr. Korver recht heeft op afschriften van de processen-verbaal van de zittingen, maar dat de afgifte van een kopiedossier voorlopig niet mogelijk is. De rechtbank zal een beslissing nemen over de afgifte van de nog op te maken deskundigenrapporten zodra deze beschikbaar zijn. De vraag of de ouders van de betrokken kinderen het spreekrecht kunnen uitoefenen, zal op een volgende zitting verder worden besproken. Tot slot is het onderzoek geschorst tot de zitting van 17 juni 2011, waarbij de voorlopige hechtenis met maximaal 90 dagen is verlengd, zodat de rechter-commissaris de nodige onderzoekshandelingen kan verrichten.