ECLI:NL:RBAMS:2011:BP9783

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/661226-10
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Rechtbank Amsterdam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van deskundigen in zedenzaak met betrekking tot jonge kinderen

In de zedenzaak tegen een verdachte, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de rechtbank op 31 maart 2011 een beslissing genomen naar aanleiding van de zitting van 17 maart 2011. De rechtbank heeft de rechter-commissaris opgedragen om deskundigen te benoemen, waaronder een kinderarts, kinderpsychiater en kinderpsycholoog. Deze deskundigen dienen rapportages op te stellen over de fysieke en psychische gevolgen van seksueel misbruik van jonge en zeer jonge kinderen, waarbij ook de impact op de betrokken gezinnen in overweging moet worden genomen. Zowel het Openbaar Ministerie als de verdediging hebben de mogelijkheid om suggesties te doen voor de benoeming van deze deskundigen, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de rechter-commissaris.

De rechtbank heeft aangegeven dat zij in een later stadium specifieke vragen zal formuleren die de deskundigen als uitgangspunt voor hun rapportages moeten nemen. Deze vragen zullen aan het Openbaar Ministerie en de verdediging worden voorgelegd, waarna zij de gelegenheid krijgen om aanvullende vragen in te dienen. De rechtbank heeft ook beslissingen genomen met betrekking tot de positie van de slachtoffers en benadeelde partijen, vertegenwoordigd door mr. Korver. Het verzoek van mr. Korver om vragen aan de deskundigen te stellen is afgewezen, omdat deze bevoegdheid niet aan hem toekomt in zijn rol als vertegenwoordiger van de slachtoffers.

De rechtbank heeft verder bepaald dat mr. Korver recht heeft op afschriften van de processen-verbaal van de zittingen, maar dat de afgifte van een kopiedossier voorlopig niet mogelijk is. De rechtbank zal een beslissing nemen over de afgifte van de nog op te maken deskundigenrapporten zodra deze beschikbaar zijn. De vraag of de ouders van de betrokken kinderen het spreekrecht kunnen uitoefenen, zal op een volgende zitting verder worden besproken. Tot slot is het onderzoek geschorst tot de zitting van 17 juni 2011, waarbij de voorlopige hechtenis met maximaal 90 dagen is verlengd, zodat de rechter-commissaris de nodige onderzoekshandelingen kan verrichten.

Uitspraak

RECHBANK
AMSTERDAM
Beslissingen van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen [verdachte] (13/661226-10) ambtshalve genomen en/of naar aanleiding van vorderingen van de officier van justitie en/of verzoeken door de verdediging en de benadeelde partijen, gedaan ter terechtzitting van 17 maart 2011 en uitgesproken op de terechtzitting van 31 maart 2011.
1. Benoeming deskundigen
De rechtbank draagt, gehoord het Openbaar Ministerie en de verdediging, de rechter-commissaris op om over te gaan tot de benoeming van een kinderarts, een kinderpsychiater en een kinderpsycholoog. De door deze deskundigen op te stellen rapportages dienen zich te richten op de eventuele fysieke en psychische gevolgen van seksueel misbruik van jonge en zeer jonge kinderen, waarbij de gevolgen voor de betrokken gezinnen dienen te worden betrokken.
Zowel het Openbaar Ministerie als de verdediging kan desgewenst suggesties aan de rechter-commissaris doen over de te benoemen personen. Het is echter de rechter-commissaris die uiteindelijk vaststelt welke deskundigen zullen worden benoemd.
De rechtbank zal in een later stadium specifieke vragen formuleren die de deskundigen bij het opstellen van de rapportages als uitgangspunt dienen te nemen. Deze door de rechtbank geformuleerde vragen zullen aan het Openbaar Ministerie en de verdediging worden gegeven, waarna beiden in de gelegenheid worden gesteld om aanvullende vragen voor de deskundigen aan de rechter-commissaris kenbaar te maken. Die bevoegdheid komt ook toe aan de rechter-commissaris zelf.
Het ter terechtzitting van 17 maart 2011 gedane verzoek van mr. Korver om eveneens vragen aan de deskundigen te stellen wordt afgewezen, nu hem deze bevoegdheid in de positie als vertegenwoordiger van slachtoffers / benadeelde partijen niet toekomt. De rechtbank merkt in dit verband op dat het hem vrij staat zelfstandig onderzoek te laten verrichten en het resultaat daarvan aan het dossier toe te laten voegen.
2. Verzoeken met betrekking tot de positie van de slachtoffers / benadeelde partijen
Mr. Korver, die zich als raadsman heeft gesteld voor diverse slachtoffers / benadeelde partijen, zal, zoals te doen gebruikelijk, afschriften ontvangen van de processen-verbaal van de te houden terechtzittingen, inclusief de daarbij behorende bijlagen.
Met betrekking tot het verzoek van mr. Korver om in het bezit te worden gesteld van een kopiedossier is de rechtbank vooralsnog met het Openbaar Ministerie van oordeel dat de belangen van de slachtoffers / benadeelde partijen voldoende zijn behartigd met de afgifte van de dossiers die specifiek betrekking hebben op de personen die de raadsman in rechte vertegenwoordigt. De raadsman heeft dan ook recht op afgifte van de processtukken, zo reeds beschikbaar, die betrekking hebben op de door hem vertegenwoordigde personen, inclusief de door verdachte afgelegde verklaringen, dan wel de betreffende passages daaruit, die zien op deze personen.
Op zijn verzoek om tevens in het bezit te worden gesteld van de nog op te maken deskundigenrapporten zal de rechtbank een beslissing nemen nadat deze rapporten gereed zijn.
De ter zitting naar voren gebrachte vraag of de ouders van de betrokken kinderen het in artikel 51e Wetboek van Strafvordering omschreven spreekrecht kunnen uitoefenen, leent zich thans nog niet voor beantwoording. Op een volgende zitting zullen Openbaar Ministerie, verdediging en de raadslieden van de benadeelde partijen / slachtoffers de gelegenheid krijgen zich nader uit te laten over dit vraagpunt.
3. Aanhouding voor bepaalde tijd en verwijzing naar de rechter-commissaris
Het onderzoek wordt geschorst tot de terechtzitting van vrijdag 17 juni 2011 te 11.00 uur, wegens de klemmende reden dat het onderzoek nog niet is voltooid en er bovendien nog onderzoekshandelingen dienen plaats te vinden door de rechter-commissaris, zodat het stellen van de termijn van de schorsing op niet meer dan één maand niet mogelijk is. De voorlopige hechtenis wordt derhalve verlengd met een periode van maximaal 90 dagen. De stukken worden in handen gesteld van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde bovengenoemde deskundigen te benoemen en voorts al datgene te verrichten wat zij in het belang van het onderzoek noodzakelijk acht.