ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3307
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om inkomensvoorziening op basis van de Wet Investering in Jongeren (WIJ) voor jongere die deeltijdopleiding volgt
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 5 april 2011 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een 25-jarige alleenstaande man met de Afghaanse nationaliteit, heeft een verzoek ingediend tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen, dat zijn aanvraag voor een werkleeraanbod en een inkomensvoorziening op basis van de Wet Investering in Jongeren (WIJ) had afgewezen. Verzoeker volgde een deeltijdopleiding aan de Hogeschool van Amsterdam, maar had geen recht op studiefinanciering omdat hij deze opleiding in deeltijd volgde. De afwijzing van de inkomensvoorziening was gebaseerd op artikel 23 van de WIJ, dat bepaalt dat jongeren die uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgen, geen recht hebben op een werkleeraanbod. Dit recht op een werkleeraanbod is echter een voorwaarde voor het verkrijgen van een inkomensvoorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker inderdaad uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgt en dat hij daarom geen recht heeft op een werkleeraanbod. De rechter heeft de systematiek van de WIJ en de koppeling tussen het werkleeraanbod en de inkomensvoorziening benadrukt. De voorzieningenrechter oordeelde dat de wetgever de bedoeling had om alleen jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod ook een inkomensvoorziening te verschaffen. Aangezien verzoeker geen recht op een werkleeraanbod had, kon hij ook geen aanspraak maken op een inkomensvoorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de afwijzing van de inkomensvoorziening door verweerder stand zal houden. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.