ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3685

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 10-2134 WET
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van inschrijving op de Uitwijklijst voor tolken en vertalers op basis van onvoldoende bewijs van taalvaardigheid

In deze zaak heeft eiseres op 2 juli 2009 een aanvraag ingediend voor inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers als tolk Nederlands-Arabisch en Nederlands-Koerdisch. Eiseres verzocht ook om plaatsing op de Uitwijklijst indien inschrijving in het Register niet mogelijk zou zijn. De rechtbank Amsterdam heeft op 15 maart 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de weigering van de Minister van Veiligheid en Justitie om eiseres op de Uitwijklijst te plaatsen werd beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de Minister in redelijkheid kon besluiten om eiseres niet op de Uitwijklijst te plaatsen voor de talencombinatie Nederlands-Koerdisch, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij de taal Kermandji op B2-niveau beheerst. Voor het dialect Sorani had de Minister gesteld dat eiseres dit op B2-niveau beheerst, maar dat zij niet de vereiste 8 punten op de competentiematrix had behaald, aangezien zij slechts 4 punten scoorde. De rechtbank concludeerde dat de eisen die de Minister stelde aan de inschrijving op de Uitwijklijst niet onredelijk waren en dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat zij voldeed aan de vereisten. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de Minister om eiseres niet op de Uitwijklijst te plaatsen werd bevestigd. Eiseres had ook aangevoerd dat de eisen te zwaar waren en dat haar jarenlange ervaring als tolk niet voldoende werd meegewogen, maar de rechtbank oordeelde dat de Minister beleidsvrijheid had en dat de gestelde eisen in lijn waren met de doelstellingen van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 10/2134 WET
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde mr. I.J.M. Oomen,
en
de Minister van Veiligheid en Justitie (voorheen: Minister van Justitie)
namens deze de Raad voor de Rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch,
verweerder,
gemachtigde mr. D.E.S. Tomeij.
Procesverloop
Bij besluiten van 16 september 2009 heeft verweerder geweigerd eiseres in te schrijven als tolk Nederlands – Arabisch (Irakees) en Nederlands – Arabisch (Standaard) in het Register beëdigde tolken en vertalers (Register) en heeft eiseres voor deze talen geplaatst op de zogenaamde Uitwijklijst. Voor de overige talen Nederlands – Arabisch en Nederlands – Koerdisch (Sorani / Kermandji / Bahdini) heeft verweerder geweigerd eiseres in te schrijven in het Rbtv en geweigerd eiseres op de Uitwijklijst te plaatsen.
Bij besluit van 26 maart 2010 heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de primaire besluiten ongegrond verklaard (het bestreden besluit).
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 februari 2011. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1. Feiten en omstandigheden
1.1 Op 2 juli 2009 heeft eiseres een aanvraag ingediend tot inschrijving in het Rbtv als tolk Nederlands – Arabisch en als tolk Nederlands – Koerdisch. Mocht zij niet in aanmerking komen voor inschrijving in het Register, dan wil zij indien mogelijk op de Uitwijklijst geplaatst worden.
1.2 Bij primair besluit 1 heeft verweerder eiseres niet ingeschreven in het Register als tolk Nederlands – Arabisch (Iraaks). Verweerder heeft overwogen dat eiseres voldoet aan de voorwaarden die zijn verbonden aan plaatsing op de zogenaamde Uitwijklijst en heeft eiseres als tolk Nederlands – Arabisch (Iraaks) geplaatst op de Uitwijklijst.
1.3 Bij primair besluit 2 heeft verweerder eiseres niet ingeschreven in het Register als tolk Nederlands – Arabisch (Standaard). Verweerder heeft overwogen dat eiseres wel aan de voorwaarden voldoet die zijn verbonden aan plaatsing op de Uitwijklijst en heeft eiseres als tolk Nederlands – Arabisch (Standaard) op de Uitwijklijst geplaatst.
1.4 Bij primair besluit 3 heeft verweerder eiseres niet ingeschreven in het Register en evenmin opgenomen in de Uitwijklijst als tolk Nederlands – Arabisch (Syrisch-Libanees / Algerijns / Egyptisch / Soedanees / Golfstaten / Jemenitisch / Libisch / Mauritanisch / Oman / Palestijns-Jordaans / Saoedisch / Tunesisch) of als tolk Nederlands – Koerdisch (Sorani / Kermandji / Bahdini).
1.5 Bij bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres, dat zich enkel nog richtte op primair besluit 3 voor zover verweerder daarbij heeft geweigerd eiseres op de Uitwijklijst te plaatsen, ongegrond verklaard. Verweerder heeft hiertoe het advies van de Commissie voor bezwaar van 12 maart 2010 overgenomen.
2. Wettelijk kader
2.1 Ingevolge artikel 2, eerste lid, eerste volzin, van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) is er een register voor beëdigde tolken en vertalers.
2.2 Ingevolge artikel 2, derde lid, van de Wbtv kan Onze Minister een lijst houden waarop de gegevens worden bijgehouden van tolken en vertalers die beschikken over een recente verklaring omtrent het gedrag en die wegens het ontbreken van opleidingen of het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, niet kunnen aantonen te beschikken over de vereiste competenties taalvaardigheid in de bron- of de doeltaal of kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- of doeltaal. De hier bedoelde lijst is de zogenaamde Uitwijklijst.
2.3 Verweerder heeft voor de plaatsing op de Uitwijklijst beleid vastgesteld. Dit beleid is verwoord in het Besluit Uitwijklijst Wbtv (Stc. 8 juni 2009, 102) (verder: het Besluit).
2.4 Ingevolge artikel 1 van het Besluit Uitwijklijst Wbtv kan de Raad voor de Rechtsbijstand (de Raad), indien de Raad een verzoek van een tolk of vertaler om te worden ingeschreven in het Register beëdigde tolken en vertalers afwijst, de tolk of vertaler voor de betreffende talencombinatie of vertaalrichting(en) plaatsen op de Uitwijklijst indien:
- in de betreffende talencombinatie of vertaalrichting(en) geen door de Raad erkende toets kan worden afgelegd;
- en de tolk of vertaler aantoonbaar beschikt over:
o aantoonbaar MBO denk/werkniveau;
o en taalcompetenties in bron- en doeltaal op niveau B2 van het Europese referentiekader voor talen;
o en relevante werkervaring als tolk, respectievelijk vertaler;
- en de tolk of vertaler minimaal 8 punten scoort op de competentiematrix die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
3. Beoordeling van het geschil
3.1 In beroep is alleen in geschil is of verweerder in redelijkheid heeft kunnen weigeren eiseres op de Uitwijklijst te plaatsen voor de talencombinatie Nederlands-Koerdisch (Sorani / Kermandji / Bahdini).
3.2 Grondslag van dit besluit is dat eiseres niet heeft aangetoond Kermandji op B2 niveau te beheersen.
Ten aanzien van het Sorani heeft verweerder in het verweerschrift gesteld dat uit de diplomawaardering van het Nuffic volgt dat eiseres dit dialect op minimaal B2-niveau beheerst. Eiseres is ten aanzien van het Sorani niet op de Uitwijklijst geplaatst, omdat zij niet de vereiste 8 punten op de competentiematrix haalt. Eiseres scoort slechts 4 punten.
Ter zitting heeft verweerder naar aanleiding van de door eiseres overgelegde diplomawaardering van de Nuffic van 1 juni 2010 gesteld dat op basis van deze waardering hetzelfde geldt voor het Bahdini. Eiseres is voor het Bahdini niet op de Uitwijklijst geplaatst, omdat zij voor dit dialect evenmin voldoet aan de puntenmatrix. Eiseres heeft wel aangetoond over minimaal MBO denk- en werkniveau te beschikken, de Nederlandse taal op B2 niveau te beheersen en minimaal 20 opdrachten te hebben uitgevoerd als tolk.
3.3 Eiseres stelt in beroep dat verweerder te zware eisen stelt aan de voorwaarden voor inschrijving op de Uitwijklijst, terwijl aan deze eisen niet met objectieve bewijsmiddelen kan worden voldaan. Verweerder heeft ten onrechte gesteld dat de door eiseres afgelegde tolktest voor het Tolkencentrum niet van belang zou zijn. Eiseres heeft vele jaren getolkt via het tolkencentrum TVCN. Eiseres heeft de tolktest gehaald voor de dialecten Sorani en Kermandji en op grond daarvan moet worden aangenomen dat eiseres bron en doeltaal op HBO niveau beheerst. Voorts heeft eiseres aangevoerd dat verweerder in de onderhavige situatie had dienen af te wijken van het Besluit. Het doel van de registratie van tolken op de Uitwijklijst is een zekere kwaliteit te garanderen. Het doel is niet om tolken, die al jaren zonder klachten over de kwaliteit of werkwijze functioneren, enkel vanwege formele vereisten te weren. Als het beleid niet bijdraagt aan het doel van de regeling, kan daarvan worden afgeweken.
3.4 Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit dat eiseres over ruime ervaring als tolk beschikt in het Kermandji niet aannemelijk maakt dat zij deze taal minimaal op B2-niveau beheerst. Hiertoe is een diploma of getuigschrift noodzakelijk.
De door eiseres overgelegde verklaring van het Tolkencentrum waaruit blijkt dat eiseres met goed gevolg een tolktest heeft afgelegd in de taal Sorani en Kermandji is onvoldoende, omdat het niveau van deze test niet is vast te stellen. De test dient slechts om ingeschreven te worden in het register van het Tolkencentrum.
3.4 De rechtbank stelt vast dat de doelstelling van de Wbtv is te komen tot een register van tolken die objectief en aantoonbaar beschikken over een zeker kwaliteitsniveau. Ook in geval van plaatsing op de Uitwijklijst dient een zekere basiskwaliteit gegarandeerd te zijn, gelet op de belangen die betrokken zijn bij de werkzaamheden als tolk. Bij de toets van het door verweerder gevoerde beleid dient de rechtbank terughoudendheid te betrachten, gelet op de aan verweerder toekomende beleidsvrijheid. De omstandigheid dat eiseres dit beleid te streng vindt is geen grond voor het oordeel dat het Beleid van verweerder onredelijk is.
3.5 Ten aanzien van de niet plaatsing op de Uitwijklijst voor het dialect Kermandji overweegt de rechtbank dat eiseres in beroep geen (nadere) stukken heeft overgelegd die aantonen dat eiseres dit dialect op B2 niveau beheerst. Dat eiseres voor dit dialect een tolktest heeft behaald waaruit haar tolkvaardigheden op HBO niveau blijkt, maakt dit niet anders nu tussen partijen niet in geschil is dat eiseres beschikt over het minimaal vereiste aantoonbare MBO werk- en denkniveau. Deze tolktest kan niet worden aangemerkt als een diploma of getuigschrift waaruit blijkt dat eiseres het Kermandji op B2 niveau beheerst. Bovendien dient het afleggen van de tolktest – zoals door verweerder terecht gesteld – een ander doel dan inschrijving op de Uitwijklijst, namelijk inschrijving in het register van het tolkencentrum. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ten aanzien van het Kermandji in redelijkheid heeft kunnen weigeren eiseres in te schrijven op de Uitwijklijst.
3.6 Ten aanzien van de dialecten Sorani en Bahdini is tussen partijen niet in geschil dat eiseres onder D1 4 punten toegewezen heeft gekregen. Eiseres is ten aanzien van deze dialecten niet op de Uitwijklijst geplaatst, omdat zij de benodigde 8 punten niet heeft behaald. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat eiseres geen lager, middelbaar of hoger onderwijs in het taalgebied van de voor eiseres vreemde taal (het Nederlands) heeft gevolgd, zodat zij geen punten scoort onder D2. Evenmin heeft eiseres een taalstudie gevolgd in het Nederlands, heeft zij niet een jaar werkervaring anders dan tolk- of vertaalervaring in Nederland en heeft zij geen (deel)certificaten van een tolk- of vertaleropleiding, zodat eiseres evenmin punten scoort onder D3, 4 en 5.
3.7 Eiseres heeft ter zitting aangegeven niet in te zien hoe werkervaring, bijvoorbeeld als postbode, meer van belang is bij de beoordeling van de kwaliteit van de tolkvaardigheden dan ruim 13 jaar tolkervaring. Daarnaast heeft eiseres aangevoerd dat zij wel voor het Arabisch (Standaard) en Arabisch (Irakees) op de Uitwijklijst is geplaatst en daarvoor was eveneens vereist dat eiseres 8 punten scoorde op de competentiematrix. Eiseres ziet niet in waarom zij voor het Arabisch (Standaard) en Arabisch (Irakees) wel voldoende punten scoort en voor het Koerdisch (Sorani en Bahdini) niet.
3.8 Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het bij de gevraagde werkervaring, anders dan bij het werk als tolk of vertaler, gaat om de culturele aspecten die hieraan verbonden zijn. Een tolk /vertaler dient te ervaren hoe het is om in de Nederlandse maatschappij te leven en hieraan deel te nemen. Daarnaast heeft verweerder gesteld dat uit de primaire besluiten 1 en 2 niet kan worden afgeleid dat eiseres de benodigde punten heeft behaald en hier mogelijk sprake is geweest van een vergissing. In het bestreden besluit is dit wellicht niet verbeterd, gelet op het verbod van reformatio in peius. Eiseres heeft ook bij het Koerdisch (Sorani en Bahdini) niet voldoende punten behaald om op de Uitwijklijst geplaatst te worden.
3.9 Gesteld noch gebleken is dat eiseres punten heeft gescoord onder D2, 3 en/of 4. Daargelaten of de plaatsing van eiseres op de Uitwijklijst voor het Arabisch (Standaard en Irakees) al dan niet op een vergissing berust, is voor wat betreft de andere dialecten geen sprake van volstrekt gelijke gevallen, zodat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet opgaat.
3.10 Er is bovendien geen grond om op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) af te wijken van het beleid, omdat dat voor eiseres gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. De omstandigheid dat eiseres veel ervaring heeft met tolken is verdisconteerd in artikel 1 van het Besluit Uitwijklijst Wbtv. Het beroep is ongegrond. Er is een grond voor vergoeding van griffierecht of voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A.A.G. de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. R.M. Wiersma, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2011.
de griffier, de rechter,
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te
‘s-Gravenhage.