ECLI:NL:RBAMS:2011:BR0250
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- M.Y.C. Poelmann
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van sociale huurwoning na onderhuur aanbieding
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 maart 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Eigen Haard en een gedaagde huurder. De eiseres, Eigen Haard, vorderde ontruiming van de sociale huurwoning van de gedaagde, die zijn woning op Marktplaats.nl had aangeboden voor onderhuur. De gedaagde had een huurovereenkomst met Eigen Haard en was zich bewust van de bepalingen in de huurovereenkomst die onderverhuur verbieden. Tijdens de zitting op 22 maart 2011 heeft Eigen Haard gesteld dat de gedaagde zich niet als een goed huurder heeft gedragen door zijn woning aan te bieden voor onderhuur, wat in strijd is met de huurovereenkomst en de Huisvestingswet. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij geen keuze had en dat zijn dochter de advertentie had geplaatst.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagde wel degelijk de intentie had om de woning te verhuren, ondanks dat er geen daadwerkelijke onderhuur had plaatsgevonden. De rechter concludeerde dat de gedaagde in strijd had gehandeld met de geest van de huurovereenkomst en dat de ontruiming van de woning gerechtvaardigd was. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, met een termijn van acht dagen voor de gedaagde om de woning te verlaten. De vordering tot het opleggen van een boete van € 5.000 werd afgewezen, omdat er geen onderhuur had plaatsgevonden. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van Eigen Haard, die op € 1.474,81 werden begroot.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de naleving van huurovereenkomsten en de gevolgen van het aanbieden van sociale huurwoningen voor onderhuur, vooral in het licht van de schaarste op de woningmarkt.