ECLI:NL:RBAMS:2011:BT7339
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.R.S.M. Marres
- Rechtspraak.nl
Salarisregeling en negatieve uitkomsten in arbeidsovereenkomst
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, staat de vraag centraal of een negatieve salarisregeling in de arbeidsovereenkomst van toepassing is. Eiser, een daghandelaar, heeft zijn arbeidsovereenkomst met gedaagde, een onderneming die handelt in effecten, opgezegd. Gedaagde heeft een bedrag van € 80.000,00 ingehouden op het salaris van eiser, omdat er negatieve opbrengsten waren op zijn individuele effectenrekening. Eiser betwist de rechtmatigheid van deze inhouding en vordert betaling van achterstallig salaris. Hij stelt dat de salarisregeling geen negatieve salariscomponent kent en dat de inhouding in strijd is met de compensatiebepaling van het Burgerlijk Wetboek en de maatstaven van goed werkgeverschap.
De rechtbank oordeelt dat de door gedaagde verdedigde interpretatie van de salarisregeling niet kan worden afgeleid uit de contracttekst. De artikelen in de arbeidsovereenkomst vermelden geen mogelijkheid voor een negatief salaris en de kantonrechter concludeert dat de inhouding van € 80.000,00 niet gerechtvaardigd is. Eiser krijgt gelijk in zijn vordering tot betaling van dit bedrag, evenals een tweede vordering van € 9.000,00 voor achterstallig salaris over de laatste maanden van zijn dienstverband. De rechtbank wijst ook de reconventionele vordering van gedaagde tot betaling van een negatief salaris af.
Daarnaast is er een geschil over leasekosten die voortvloeien uit een leaseovereenkomst voor een auto die aan eiser ter beschikking was gesteld. Gedaagde vordert dat eiser de leasekosten vergoedt, maar de rechtbank oordeelt dat eiser gehouden is deze kosten te dragen, omdat hij de lease niet heeft overgenomen na zijn ontslag. Tot slot zijn de vorderingen van gedaagde op basis van negatieve uitlatingen door eiser afgewezen, omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd. De proceskosten worden gecompenseerd, omdat geen van beide partijen overwegend in het gelijk is gesteld.