ECLI:NL:RBAMS:2011:BU4301
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling en vermindering griffierecht na erkenning door gedaagde
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 14 november 2011, heeft de eiseres, vertegenwoordigd door Flanderijn & V Eck Gerechtsdeurwaarders, een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De vordering betrof een bedrag van € 549,35, met nevenvorderingen, zoals uiteengezet in de dagvaarding van 29 augustus 2011. Tijdens de zitting heeft de eiseres de vordering verminderd met € 100,00, omdat dit bedrag op 12 september 2011 door de gedaagde was betaald.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij de vordering heeft erkend. De rechter heeft de vordering toewijsbaar geacht, rekening houdend met de vermindering van de vordering. De eiseres had de vermindering van de vordering niet gemeld bij het aanbrengen van de dagvaarding, wat resulteerde in een hoger griffierecht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij voor een bedrag van € 106,00 aan griffierecht moet worden veroordeeld, naast de explootkosten en het salaris van de gemachtigde.
In de beslissing heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 360,00 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 30 augustus 2011, en € 89,25 aan buitengerechtelijke kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. De kosten van het geding aan de zijde van de eiseres zijn begroot op € 97,81 aan explootkosten, € 100,00 aan salaris van de gemachtigde en € 106,00 aan griffierecht. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.