ECLI:NL:RBAMS:2011:BU6635
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag maatschappelijke opvang op grond van WMO
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 november 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.H. Kruseman, en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. F.G. Veldstra. Eiser, geboren in Suriname, had een aanvraag ingediend voor toegang tot maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). De aanvraag was eerder afgewezen, en het bezwaar tegen deze afwijzing was door verweerder ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 27 oktober 2011 is gebleken dat eiser de Nederlandse nationaliteit bezit, wat een cruciaal punt in de beoordeling van de zaak was. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit berustte op een verkeerde grondslag, aangezien verweerder was uitgegaan van onjuiste feiten. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het door eiser betaalde griffierecht van € 41,-- en tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 874,--. De rechtbank benadrukte dat eiser de gelegenheid moet krijgen om zijn verzoek om schadevergoeding nader toe te lichten voordat verweerder een nieuw besluit neemt. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.