ECLI:NL:RBAMS:2011:BU9236
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- J.A.J. Peeters
- Rechtspraak.nl
Vordering tot uitvoerbaarheid bij voorraad van ontruiming door het Filmmuseum tegen Vertigo
In deze zaak vorderde het Filmmuseum in kort geding de uitvoerbaarheid bij voorraad van een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, die de ontruiming van Vertigo niet uitvoerbaar bij voorraad had verklaard. De achtergrond van de zaak ligt in een huurovereenkomst tussen het Filmmuseum en Vertigo, waarbij het Filmmuseum de huur opzegde in verband met een verhuizing. De kantonrechter had eerder de overeenkomst van onderhuur beëindigd, maar de uitvoerbaarheid bij voorraad niet toegestaan, omdat het verweer van Vertigo niet kennelijk ongegrond was. Het hof bevestigde deze beslissing op formele gronden, wat leidde tot de vordering van het Filmmuseum in kort geding. Tijdens de zitting voerde het Filmmuseum aan dat er geen nieuwe feiten waren die een heroverweging rechtvaardigden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eerdere beslissingen van de kantonrechter en het hof leidend waren en dat er geen spoedeisend belang was voor de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad. De vordering van het Filmmuseum werd afgewezen, en het Filmmuseum werd veroordeeld in de proceskosten van Vertigo.