ECLI:NL:RBAMS:2011:BW0679
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.L.L. Neervoort-Briët
- G.S. Crince Le Roy
- T. Liefaard
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake vuurwerkgerelateerde strafzaken met betrekking tot verdachte
Op 10 november 2011 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij het voorhanden hebben en vervaardigen van illegaal vuurwerk, waaronder pijpbommen. De rechtbank heeft de zaken, aangeduid als Zaak A en Zaak B, gevoegd behandeld. In Zaak A werd de verdachte beschuldigd van het voorhanden hebben van zeven pijpbommen en het vervaardigen van consumentenvuurwerk, terwijl in Zaak B de verdachte werd aangeklaagd voor voorbereidingshandelingen voor een ontploffing. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een innerlijke tegenstrijdigheid in de tenlastelegging, wat leidde tot een partiële vrijspraak voor een deel van de aanklachten. De verdediging voerde aan dat de objectieve gevaarlijkheid van de aangetroffen voorwerpen niet was vastgesteld, maar de rechtbank oordeelde dat de processen-verbaal voldoende bewijs boden voor de strafbaarheid van de feiten. De rechtbank legde een jeugddetentie van vier maanden op, waarvan 95 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf van 120 uren. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de risico's die het gedrag van de verdachte met zich meebracht, maar hield ook rekening met zijn jeugdige leeftijd en blanco strafblad.