ECLI:NL:RBAMS:2011:BW7232
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.M.C. de Wit
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van inbewaringstelling van een ongeboren kind in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 februari 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, die zwanger is en lijdt aan een psychiatrische stoornis in de vorm van cocaïne-afhankelijkheid. De betrokkene, die op dat moment zestien weken zwanger was, had eerder cocaïne gebruikt tijdens haar zwangerschappen, wat resulteerde in het verlies van vier kinderen. De psychiater die de betrokkene op 9 februari 2011 had onderzocht, constateerde geen psychose, maar wel een ernstige afhankelijkheid van cocaïne die haar gevaarlijk gedrag beïnvloedde. De officier van justitie had op 10 februari 2011 een verzoek ingediend voor de voortzetting van de inbewaringstelling, omdat de kans op een terugval groot werd geacht, wat een bedreiging voor het ongeboren kind zou kunnen vormen.
De rechtbank heeft de stukken en verklaringen van de betrokkenen, waaronder de behandelend arts en psychiater, in overweging genomen. De betrokkene had aangegeven dat ze sinds 15 december 2010 geen cocaïne meer had gebruikt en dat ze haar leven op orde had. Haar raadsvrouw pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was van een gevaarlijke situatie. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene niet bereid was om vrijwillig in een psychiatrisch ziekenhuis te verblijven en dat het gevaar voor het ongeboren kind zo onmiddellijk dreigend was dat een voorlopige machtiging niet kon worden afgewacht.
De rechtbank verleende daarom de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van drie weken, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. Deze beslissing werd genomen door rechter A.M.C. de Wit, in aanwezigheid van griffier A.C.M. Blekkenhorst.