ECLI:NL:RBAMS:2011:BW7964
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Executoriaal beslag op aandelen en derdenbeslag in civiele procedure
In deze zaak heeft verzoekster Toppot B.V. executoriaal beslag gelegd op de aandelen die verweerder sub 2, [A], houdt in verweerster sub 1, Hoad Holding B.V., en de aandelen die Hoad houdt in haar dochtervennootschappen. Een derde, [C], heeft conservatoir derdenbeslag gelegd op alle gelden die verweerders aan verzoekster verschuldigd zijn. Verweerders betogen dat dit derdenbeslag de executie van de aandelen belemmert. De rechtbank oordeelt echter dat de gelegde derdenbeslagen niet in de weg staan aan de executie door verzoekster, aangezien [C] geen beslag heeft gelegd op de aandelen zelf. Zelfs in het geval van cumulatieve beslagen zou verzoekster als eerste beslaglegger bevoegd zijn om tot executie over te gaan.
De rechtbank benadrukt dat de schuldenaar met al zijn goederen aansprakelijk is voor zijn verbintenissen en dat de schuldeiser een keuze moet maken uit de goederen van de schuldenaar door middel van beslaglegging. De rechtbank stelt vast dat de belangen van Toppot bij executie zwaarder wegen dan de belangen van [A] en Hoad, die vrezen voor nadelige gevolgen van de executie. De rechtbank wijst erop dat het risico van uitholling van de vennootschappen door andere schuldeisers niet kan worden genegeerd.
De rechtbank bepaalt dat er een nadere mondelinge behandeling zal plaatsvinden om te bespreken op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen zal plaatsvinden. De beslissing houdt iedere verdere beslissing aan, en partijen worden verzocht hun verhinderdata door te geven voor de nieuwe zitting.