Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 november 2010;
- het proces-verbaal van comparitie van 14 december 2010, tevens houdende mondeling vonnis;
- de akte uitlaten na comparitie van [eiser] ;
- de akte uitlaten na comparitie van [gedaagde] .
2.De feiten
Bijzonder Reglement d.de volgende bepaling opgenomen:
ANALYSE EN CONCLUSIE VAN DE MEETRESULTATEN
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis neemt van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot zal aan vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk staakt en contact op neemt met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen zal toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop zal vermelden,
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel) verlengde termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijde op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigebericht: voor conclusie na deskundigebericht aan de zijde van [eiser] op een termijn van vier weken, waarna [gedaagde] kan concluderen vier weken daarna,