ECLI:NL:RBAMS:2012:2840

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 april 2012
Publicatiedatum
30 april 2013
Zaaknummer
490622 - HA ZA 11-1649
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen melkveehouderij en verzekeraar over schadevergoeding na paratuberculose-uitbraak

In deze zaak tussen een melkveehouderij en Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. betreft het een geschil over schadevergoeding na een uitbraak van paratuberculose op het bedrijf van de melkveehouderij. De rechtbank Amsterdam heeft op 25 april 2012 een tussenvonnis uitgesproken waarin het oordeel wordt gegeven dat de melkveehouderij er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat ook negatief geteste koeien en niet getest jongvee onder de verzekering zouden vallen. De melkveehouderij had een Agrarisch ondernemerspakket afgesloten bij Delta Lloyd, dat dekking biedt voor schade aan het aanwezige rundvee. Na de uitbraak van paratuberculose in 2009 heeft de melkveehouderij de ziekte gemeld bij Delta Lloyd, waarna een expert werd ingeschakeld om de situatie te beoordelen. De expert concludeerde dat de infectiedruk op het bedrijf hoog was en dat ook negatief geteste dieren waarschijnlijk besmet waren. Delta Lloyd weigerde echter dekking te verlenen voor de ruiming van negatief geteste dieren, omdat deze volgens hen niet als ziek konden worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat de definitie van ziekte in de polisvoorwaarden niet beperkt is tot zichtbaar zieke dieren, maar ook dieren in de subklinische fase omvat. De rechtbank wijst erop dat de aanwezigheid van de bacterie en de hoge infectiedruk op het bedrijf een redelijke basis vormen voor de melkveehouderij om aan te nemen dat ook de negatief geteste dieren onder de dekking vallen. Delta Lloyd wordt opgedragen bewijs te leveren dat de schade had kunnen worden voorkomen of verminderd indien de melkveehouderij de aanbevelingen van de expert had opgevolgd. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 490622 / HA ZA 11-1649
Vonnis van 25 april 2012
in de zaak van
de maatschap
[naam maatschap 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
eiseres,
advocaat mr. A.A.M. van Beek te Tilburg,
tegen
de naamloze vennootschap
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. T.J. Dorhout Mees te Zwolle.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Delta Lloyd genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 mei 2011, met bewijsstukken,
  • de conclusie van antwoord, met bewijsstukken
  • het tussenvonnis van 31 augustus 2012 waarin ambtshalve een comparitie van partijen is bepaald,
  • het proces-verbaal van comparitie van 5 december 2011, en de daarin genoemde stukken en de aangehechte brief van de zijde van Delta Lloyd van 23 december 2011,
  • de akte van de zijde van [eiseres].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] exploiteert een melkveebedrijf in [vestigingsplaats]. De normaliter aanwezige veestapel bestaat uit ongeveer 280 stuks rundvee.
2.2.
[eiseres] heeft bij Delta Lloyd een Agrarisch ondernemerspakket afgesloten. Dit pakket bestaat onder meer uit een verzekering voor het op het bedrijf aanwezige rundvee (hierna de verzekering te noemen).
2.3.
In de op de verzekering toepasselijke Specifieke Verzekeringsvoorwaarden Dieren Agrarisch (hierna: polisvoorwaarden) staat in artikel 1.5 de volgende definitie:

ZIEKTE
Onder ziekte wordt verstaan een infectueuze aandoening die leidt tot een proces dat veranderingen teweeg brengt in cellen, weefsels en organen, waarvoor het functionele evenwicht van het lichaam wordt verstoord en een reactie tot herstel wordt opgeroepen.
De ziekte moet het gevolg zijn van één en dezelfde oorzaak, op hetzelfde tijdstip en tijdens de looptijd van de verzekering. Tussen de geconstateerde ziekteverschijnselen bij getroffen dieren dient een direct verband te bestaan.
Ten tijde van uitbraak van de ziekte diende deze algemeen wetenschappelijk erkend te zijn.
2.4.
Artikel 2.23 van de polisvoorwaarden luidt, voor zover hier van belang:

DOOD EN VERLIES DOOR ZIEKTE EN ACUTE VERGIFTIGING
(…)
1 Onder deze dekking wordt verstaan:
dood als gevolg van ziekte, en acute vergiftiging alsmede verlies en afvoer.
(…)
Het ruimen door dood of afvoer dient te gebeuren tot uiterlijk 1 jaar nadat de eerste verschijnselen zijn geconstateerd. In geval van (…) paratuberculose kan een andere termijn worden overeengekomen.
2 Voor deze dekking is vereist dat minimaal twee verzekerde dieren zijn getroffen.
2.5.
De kop en aanhef van artikel 4 en artikel 4.13 van de polisvoorwaarden luiden:

UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen is niet verzekerd:
(…)
Artikel 4.13
SANERING
Schade als gevolg van afvoeren onder invloed van saneringsprogramma’s ten behoeve van het ziektevrij maken en/of certificeren van rundvee.
Deze uitsluiting geldt alleen voor verzekerd rundvee.
2.6.
In artikel 7.1 van de op de verzekering van toepassing zijnde Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen (hierna eveneens: polisvoorwaarden) zijn de verplichtingen van de verzekerde in geval van schade opgenomen. In dit artikel is bepaald, voor zover hier van belang:

ARTIKEL 7.1
VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE BIJ SCHADE
Bij schade is verzekeringnemer en/of verzekerde verplicht:
1Schade voorkomen/verminderen
Bij de verwezenlijking van een gebeurtenis waarvoor de verzekering dekking biedt, of het ophanden zijn daarvan, binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden;
(…)
5Medewerking verlenen
Aanwijzingen op te volgen van de maatschappij of de door haar aangestelde expert, de volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden; (…)”.
2.7.
Het gevolg bij het niet-nakomen van verplichtingen uit artikel 7.1 is opgenomen in artikel 7.2.2, dat luidt:

Geen schadevergoeding
Aan de verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer en/of verzekerde een of meer van de onder artikel 7.1 genoemde polisverplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.
2.8.
In de loop van 2009 is op de boerderij van [eiseres] een uitbraak van para-tuberculose geconstateerd.
2.9.
Op 24 september 2009 heeft [eiseres] de ziekte telefonisch gemeld bij Delta Lloyd. Laatstgenoemde heeft agrarisch expert [naam 1] (hierna [naam 1] te noemen) ingeschakeld teneinde de melkveestapel met bijbehorend jongvee van [eiseres] te onderzoeken. [naam 1] heeft op 30 september 2009 de boerderij van [eiseres] bezocht. Zijn tussenbericht aan Delta Lloyd, gedateerd 2 oktober 2009, luidt, voor zover hier van belang:

Omdat er ook nogal wat dieren met diarree waren (en nog zijn) is er incidenteel op paratuberculose onderzocht in het bloed en daar komen positieve dieren uit. Ook het melkonderzoek vanuit de zuivel, waarbij 130 dieren zijn getest, leverde 11 positieve dieren op. In totaal zijn er in de laatste 3 maanden 20 dieren positief getest op paratuberculose antistoffen. Het betreft bijna allemaal dieren met ook een klinisch ziektebeeld en daarbij ook jonge dieren, ˂ 3 jaar. Inmiddels zijn 13 van deze dieren gestorven en/of afgevoerd.
(…)
Duidelijk is dat er sprake is van een zeer zware paratuberculose infectie. De mogelijke aanpak van dat probleem heb ik met verzekerden (vader + moeder + zoon) besproken, waarbij ook duidelijk is aangegeven dat de veehouder de meest belangrijke factor is. Het management rond geboorte en opfok moet optimaal zijn, anders is paratuberculose vrijwel niet te bestrijden. Ik heb aangegeven dat men daar maar eens goed over na moet denken.
2.10.
Op 30 oktober 2009 heeft [naam 1] de boerderij van [eiseres] wederom bezocht, ditmaal samen met de dierenarts van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), [naam 2] (hierna: [naam 2]), en met de behandelend dierenarts, [naam 3] (hierna: [naam 3]).
2.11.
[naam 1] heeft naar aanleiding van voornoemde twee bezoeken op 9 december 2009 een brief aan [eiseres] geschreven. Deze brief luidt, voor zover hier van belang:

Op uw bedrijf zijn de laatste maanden duidelijk klinische beelden van paratuberculose waargenomen. Een koppelonderzoek van melkmonsters van individuele dieren eerder dit jaar gaf ook reeds positieve uitslagen. Deze diagnose werd bevestigd door individueel onderzoek (Elisa, bloed) van een aantal dieren en tevens werden 14 dieren in de mest positief bevonden.
Voorts zijn in deze brief de tijdens de bezoeken gemaakte afspraken samengevat. Deze afspraken waren er enerzijds op gericht te voorkomen dat kalveren geïnfecteerd zouden raken met de paratuberculose infectie en anderzijds op onderzoek naar en afvoer van dieren waarbij de bacterie in de mest was aangetroffen.
2.12.
Op 12 maart 2010 hebben [naam 1] (namens Delta Lloyd) en [naam 2] van de GD een vervolgbezoek gebracht aan de boerderij van [eiseres]. [naam 1] schrijft in zijn vervolgrapport van 28 maart 2010 hierover, voor zover hier van belang:

Vervolg paratuberculose
Zoals in het rapport van 10.11.2009 reeds is aangegeven zijn er op het bedrijf [eiseres] in de periode van juni t/m oktober 2009 in totaal 27 dieren bij enig onderzoek positief getest op paratuberculose. Een belangrijk deel van deze dieren vertoonden ook duidelijk klinische verschijnselen van de ziekte. Omdat er op dit bedrijf ook steeds koemelk aan de kalveren werd gevoerd, was mijn inschatting dat de infectiedruk hoog zou zijn en dat ook m.n. bij de jongere dieren. Bij het rapport van 10.11.2009 is in concept een plan van aanpak van de problemen gevoegd. Na goedkeuring door verzekeraar is dit plan met de afspraken aan verzekerde verzonden (…).
Met wat vertraging zijn vervolgens eind januari 2010 mestmonsters genomen van alle dieren ouder dan 1 jaar. Het betreft in totaal 206 dieren. De uitslag volgde na ruim een week en was zeer ongunstig. Van de 206 dieren waren er 156 positief en slechts 50 dieren zijn negatief (…).
Bedrijfsbezoek 12.03.2010
(…)
De rondgang over het bedrijf leert verder dat van de eerder gedane aanbevelingen en gemaakte afspraken er nog niet veel echt gestalte hebben gekregen.
(…)
Bespreking
(…) De uitslag is werkelijk rampzalig. Van de 206 geteste dieren, allen ouder dan 1 jaar, zijn er 156 positief getest. Uit de differentiatie (die geeft de mate van uitscheiding aan) van de uitslagen (…) blijkt (…) dat van de negatieve dieren er 23 wel een lichte reactie geven. M.b.t. de leeftijdsopbouw blijkt dat van de dieren tussen 1 en 2 jaar oud er geen enkel dier negatief test. De oorzaak daarvan is het lange tijd koemelk voeren op een zwaar besmet bedrijf.
Bij de 156 dieren, die allen moeten worden afgevoerd, komen ook nog de nakomelingen < 1 jaar. Op grond van de extreem hoge infectiedruk en het gegeven dat tot mijn eerste bezoek aan het bedrijf er steeds koemelk is gevoerd kan zonder meer worden aangenomen dat ook bij die groep er hoogstens enkele dieren niet zijn geïnfecteerd.
Om op dit bedrijf uit de problemen t.g.v. paratuberculose te kunnen komen is er in feite maar één oplossing, namelijk de gehele kudde vervangen. Wanneer de nu negatief geteste dieren en de nakomelingen daarvan op het bedrijf blijven, dan zullen uit die groep dieren de komende jaren nog veel dieren komen die alsnog positief gaan testen. Een tweede punt is dat afvoeren van de positief geteste dieren (en de negatief geteste dieren laten blijven) als gevolg zal hebben dat ook een deel van de dieren aangekocht ter vervanging, alsnog besmet zullen raken op dit bedrijf.
Daarom is het aan te raden om alle dieren af te voeren en daarna de gehele stal grondig te reinigen en te ontsmetten en daarna pas herbevolken. (…) Nergens mogen mestdelen achterblijven want op dit bedrijf is de paratuberculose bacterie werkelijk overal.
2.13.
Op 11 juni 2010 heeft [naam 1] wederom een bezoek gebracht aan het bedrijf van [eiseres]. In zijn brief van 18 juni 2010 schrijft [naam 1] naar aanleiding van dit bezoek aan [eiseres], voor zover hier van belang:
“Alle runderen (zowel positief als negatief getest op paratuberculose) die op 15.02.2010 (datum uitslag van het koppelonderzoek) op uw bedrijf aanwezig waren en de eventuele nakomelingen van deze dieren worden z.s.m. afgevoerd.
De dieren die positief zijn bevonden bij het onderzoek op paratuberculose en de nakomelingen van deze dieren in de leeftijd van 3 – 12 maanden worden door verzekeraar Delta Lloyd vergoed. Als basis van deze vergoeding wordt een gemiddelde gezonde waarde gehanteerd van € 1.100,-- voor de dieren van 2 jaar en ouder; € 800,-- voor de dieren van 1-2 jaar oud en € 450,-- voor de dieren van 3-12 maanden oud. Bedragen zijn exclusief BTW. Dieren < 3 maanden vallen conform de polis niet onder de dekking.
Vergoed wordt de gezonde waarde per dier minus de opbrengst (excl. BTW) van het dier. De opbrengst van het dier dient te worden aangetoond d.m.v. een originele rekening van de koper van het rund.
Voor de dieren die bij het koppelonderzoek op 15.02.2010 negatief zijn getest en die eveneens moeten worden afgevoerd wordt door verzekeraar Delta Lloyd een tegemoetkoming in de schade betaald van € 250,-- per rund van 2 jaar en ouder en € 100,-- per rund van 3 maanden – 2 jaar oud. (…)
Naast de hierboven beschreven vergoeding van de runderen worden ook de kosten van onderzoek en de extra dierenartskosten door verzekeraar Delta Lloyd vergoed, voor zover deze een duidelijk verband houden met de problemen met paratuberculose.”
2.14.
In zijn (eind)rapport van 19 juli 2010 schrijft [naam 1], voor zover hier van belang:

Evaluatie paratuberculose
Zoals uit de uitslagen blijkt (…) zijn er in totaal tot op heden 183 verschillende dieren positief getest op paratuberculose (…). Een schrikbarend groot aantal. (…) Op dit bedrijf is m.b.t. paratuberculose werkelijk alles misgegaan wat maar mis kan gaan. Er is koemelk gevoerd aan de kalveren, de afkalfstal is onvoldoende, de huisvesting van de jonge kalveren is niet goed en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het opvallende daarbij is dat ook nu, na deze rampzalige uitslag, verzekerde zich nog steeds niet schijnt te beseffen dat men er op deze wijze nooit uit zal komen.
(…)
Voor dit bedrijf is er maar één goede oplossing en dat is zo snel mogelijk alle dieren ruimen. Vervolgens de stal schoonmaken en ontsmetten en enige tijd leeg laten staan. En pas dan nieuw vee aankopen en een doorstart maken. Dat is reeds aangegeven bij het bedrijfsbezoek in maart 2010 en ook nu is dat besproken. Maar verzekerde wil daar niets van weten.
Afwikkeling van de schade
(…)
Verder is aan de orde geweest het afvoeren van de overige dieren die weliswaar negatief zijn getest, maar waarvan de kans toch groot is dat die op termijn ook positief gaan testen. Uit het overzicht opgesteld door de GD dierenarts, [naam 2], dat bij het rapport van 28 maart 2010 is gevoegd blijkt dat ook een gedeelte van de negatief geteste dieren reeds een reactie geeft. Omdat de bacterie daarbij overal bij deze koeien en in het stalmilieu voorkomt is het veterinair gezien absoluut noodzakelijk dat de hele kudde wordt afgevoerd. Een groot probleem vormt daarbij wel nieuw aangekochte dieren. Het toevoegen van deze dieren aan de kudde is in strijd met alle regels die gelden bij de bestrijding van paratuberculose. En dat is verzekerde ook medegedeeld, zowel door de GD dierenarts als door ondergetekende en dat meerdere malen.
Het is begrijpelijk dat verzekerde er moeite mee heeft om toch een omvangrijk deel van de veestapel af te voeren terwijl deze negatief zijn getest. Temeer daar er volgens de polisvoorwaarden voor deze dieren geen dekking is. Dat heb ik ook tevoren reeds besproken met verzekeraar en afgesproken is dat er een tegemoetkoming gaat plaatsvinden.
(…)
Samenvatting en conclusie
(…)
Het onnodig lang laten lopen van positief geteste dieren betekent ook dat de opbrengst van een deel van die dieren lager zal zijn dan nodig was geweest. Immers, de ziekte gaat voort en meer dieren komen in het klinisch of preklinisch stadium terecht. Dat is ook zichtbaar aan de opbrengst van de dieren die relatief laag is. Door het slecht opvolgen van adviezen zijn mijns inziens de belangen van verzekeraar dan ook geschaad.”
2.15.
Het merendeel van de veestapel is in de loop van 2010 afgevoerd, de laatste dieren in november 2010.
2.16.
Delta Lloyd heeft [eiseres] in het najaar van 2011 een vergoeding voor de positief geteste koeien betaald van circa EUR 140.000,-.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert  samengevat - veroordeling van Delta Lloyd tot betaling van EUR 55.343,78 althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van Delta Lloyd in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Delta Lloyd heeft ten onrechte geweigerd onder de verzekeringsovereenkomst dekking te verlenen voor de schade die [eiseres] heeft geleden door de ruiming van 51 negatief geteste koeien en 33 stuks jongvee (jonger dan 1 jaar). Deze dieren dienen volgens [eiseres] eveneens als ziek in de zin van de polis te worden aangemerkt aangezien zij de bacterie bij zich droegen en deze zich op den duur ook zou openbaren. Het afvoeren van deze dieren gebeurde op aanwijzing van Delta Lloyd en was noodzakelijk om het bedrijf paratuberculosevrij te maken en weer gezond te krijgen. Deze dieren zouden anders een besmettingsbron zijn voor nieuw aangeschaft vee. De door [eiseres] geleden schade bedraagt in totaal EUR 50.749,84 (EUR 37.017,14 voor de 51 negatief geteste koeien en EUR 13.732,70 voor de 33 stuks jongvee). Voorts vordert [eiseres] vergoeding van de kosten van 33 mestmonsters gemaakt door de dierenarts (EUR 227,24) en onderzocht door de GD (EUR 1.186,70). Tot slot vordert [eiseres] vergoeding van de kosten voor de reiniging van de stal door een extern bedrijf (EUR 3.180,00).
3.3.
Delta Lloyd voert verweer. Delta Lloyd voert aan dat - kort gezegd - alleen dieren die zichtbaar ziek zijn, als ziek in de zin van artikel 1.5 van de polisvoorwaarden kunnen worden aangemerkt. Zij doet primair een beroep op artikel 4.13 van de polisvoorwaarden en voert daartoe aan dat zij geen vergoeding verschuldigd is voor de ruiming van de negatief geteste dieren en het jongvee aangezien dekking van deze schade is uitgesloten nu de dieren dienden te worden geruimd om verdere besmetting te voorkomen. Subsidiair beroept Delta Lloyd zich op de artikelen 7.1.1 en 7.1.5 van de polisvoorwaarden. Delta Lloyd voert hiertoe aan dat [eiseres] de ziekte te laat aan haar heeft gemeld en bovendien heeft verzuimd de door [naam 1] voorgeschreven maatregelen uit te voeren. De belangen van Delta Lloyd zijn hierdoor geschaad doordat de infectiegraad niet is verlaagd en de restwaarde van de dieren is gedaald. Wellicht had bij tijdige melding zelfs volledige ruiming kunnen worden voorkomen. Gelet op het voorgaande, kunnen er door [eiseres] op grond van artikel 7.2.2 van de polisvoorwaarden geen rechten aan de verzekering worden ontleend. Meer subsidiair betwist Delta Lloyd de schadeomvang.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] vordert in deze procedure een vergoeding voor de door Delta Lloyd als niet ziek aangemerkte koeien die wel op last van ([naam 1] namens) Delta Lloyd zijn geruimd. Delta Lloyd heeft voor deze koeien coulancehalve een beperkte vergoeding aangeboden maar stelt zich op het standpunt dat deze koeien, gelet op de definitie in artikel 1.5 van de polisvoorwaarden, niet onder de dekking van de verzekering vallen.
4.2.
In artikel 1.5 van de polisvoorwaarden is opgenomen wat in de polis onder ziekte wordt verstaan. Partijen verschillen van mening hoe deze bepaling dient te worden uitgelegd. Delta Lloyd beroept zich op een taalkundige uitleg van de polis. Voor de uitleg van de genoemde polisvoorwaarde dient echter volgens vaste jurisprudentie niet enkel te worden gekeken naar de taalkundige uitleg, maar komt het tevens aan op de zin die de contractspartijen over en weer in de gegeven omstandigheden mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (het zogenaamde Haviltex-criterium). Nu gesteld noch gebleken is dat partijen over de tekst van de polisvoorwaarden voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst gesproken hebben, zodat een gemeenschappelijke partijbedoeling niet achterhaald kan worden, dient een objectieve uitleg van deze bepaling gehanteerd te worden, zeker nu deze is opgenomen in standaard polisvoorwaarden. Het komt bij de uitleg van de polisvoorwaarden derhalve aan op de betekenis die redelijke personen aan de desbetreffende bepalingen zouden hebben toegekend.
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Als door [eiseres] niet betwist staat vast dat paratuberculose kan worden onderscheiden in 3 fasen. Allereerst de latente fase, waarin een dier weliswaar bacteriedrager is, maar de bacterie niet uitscheidt. Of het dier ooit de bacterie zal gaan uitscheiden, hangt van verschillende factoren af, waaronder de weerstand van het dier. Verder de subklinische fase, waarin het dier de bacterie uitscheidt (wat blijkt uit een positief mestonderzoek) en tenslotte de klinische fase, waarin het dier ziekteverschijnselen vertoont. Volgens Delta Lloyd is alleen sprake van ziekte in de zin van artikel 1.5 van de polisvoorwaarden, indien het dier zich in de klinische fase bevindt. De rechtbank volgt Delta Lloyd daarin niet. Een dergelijke strikte uitleg strookt niet met de bewoordingen van de bepaling, omdat daarin niet wordt gesproken over uiterlijk waarneembare verschijnselen, maar over veranderingen in cellen, weefsels en organen. Voorts wijst uitscheiding van de bacterie in de mest op een inwendige infectueuze aandoening (die in ieder geval in het spijsverteringsproces is doorgedrongen). Bovendien komen - zo begrijpt de rechtbank - dieren die zich in de subklinische fase bevinden, altijd terecht in de klinische fase. Een en ander brengt mee dat ook dieren die zich in de subklinische fase bevinden, onder de omschrijving van artikel 1.5 van de polisvoorwaarden vallen.
[naam 1] neemt op grond van de extreem hoge infectiedruk en het feit dat er tot zijn eerste bezoek aan het bedrijf steeds koemelk is gevoerd waardoor alle onderzochte dieren tussen 1 en 2 jaar positief zijn getest, zonder meer aan dat ook het niet geteste jongvee vrijwel geheel is geïnfecteerd en positief zal testen (zie hiervoor onder 2.12). Onderzoek van het jongvee heeft hij, zo is door [eiseres] onweersproken gesteld, van de hand gewezen. Ook voor wat betreft de negatief geteste dieren acht [naam 1] de kans groot dat zij op termijn positief gaan testen, mede gelet op het feit dat 23 koeien daarvan al een lichte reactie gaven (zie hiervoor onder 2.12). Vanwege de alomvattende aanwezigheid van de bacterie op het bedrijf en de hoge infectiegraad moeten volgens [naam 1], om de problemen tengevolge van de paratuberculose te boven te komen, ook de negatief geteste dieren en het jongvee worden geruimd. Gelet op dit alles heeft [eiseres] er redelijkerwijs van uit mogen gaan dat deze koeien wel onder de polis zouden worden vergoed. Nu bovendien het (op termijn) positief testen van de negatief geteste dieren en het jongvee het gevolg is van dezelfde paracubertulose-uitbraak als waarmee de in het mestonderzoek positief bevonden dieren te kampen hebben, brengt een redelijke uitleg van artikel 1.5 van de polisvoorwaarden mee de dekking niet te beperken tot de dieren die op de peildatum (31 maart 2010) positief zijn getest, maar ook de dieren waarvan op de peildatum aannemelijk is dat zij positief zullen (gaan) testen, onder het begrip ziekte en onder de verzekeringspolis te laten vallen.
4.4.
Delta Lloyd beroept zich voorts op het bepaalde in artikel 4.13 van de polisvoorwaarden waarin schade als gevolg van het afvoeren van dieren onder invloed van saneringsprogramma’s ten behoeve van het ziektevrij maken van rundvee uitgesloten is van dekking. De rechtbank is met [eiseres] van oordeel dat in dit artikel wordt gedoeld op saneringsprogramma’s die op last van derden, bijvoorbeeld van overheidswege, worden uitgevoerd en waarbij de veehouder een vergoeding ontvangt voor de geleden schade. De door Delta Lloyd voorgestelde uitleg zou immers meebrengen dat Delta Lloyd aan een verzekerde een saneringsprogramma zou kunnen opleggen terwijl zij tegelijkertijd een beroep op deze uitsluiting zou kunnen doen. Dat kan niet de bedoeling zijn geweest van partijen bij het sluiten van de overeenkomst en is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ook niet aanvaardbaar. Het beroep van Delta Lloyd op dit artikel ter afwering van de vordering van [eiseres] slaagt derhalve niet.
4.5.
Delta Lloyd verwijt [eiseres] voorts dat zij heeft nagelaten de aanbevelingen van [naam 1] op te volgen en dat zij de schade in een laat stadium heeft gemeld. Aldus heeft [eiseres] volgens Delta Lloyd onvoldoende medewerking verleend ter voorkoming of vermindering van de schade. De belangen van Delta Lloyd zijn door dit nalaten geschaad. Er zijn meer dieren besmet geraakt en de toestand van de reeds besmette dieren is verergerd. Hierdoor is de restwaarde van de dieren sterk gedaald. Delta Lloyd doet een beroep op het bepaalde in de artikelen 7.1.1 en 7.1.5 juncto artikel 7.2.2 van de polisvoorwaarden en voert aan dat zij ook op die gronden niet gehouden is de gevorderde schade van [eiseres] te vergoeden. [eiseres] heeft ter comparitie erkend dat zij de aanwijzingen van [naam 1] niet heeft opgevolgd maar deze maatregelen hadden volgens [eiseres], gelet op de hoge besmettingsgraad, geen nut. Deze maatregelen konden besmetting noch volledige ruiming en ontsmetting voorkomen.
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat de door [eiseres] gedane melding, in het licht van de omstandigheden van het geval, niet te laat was. [eiseres] heeft ter comparitie toegelicht dat zij eerst duidelijkheid wilde omtrent de situatie en daarom bloedmonsters heeft genomen. Niet betwist is dat [eiseres] na de uitslag van dat onderzoek contact heeft opgenomen met Delta Lloyd om de paratuberculose te melden. De rechtbank is van oordeel dat een verzekerde gerechtigd is om eerst onderzoek te doen naar de vraag of er sprake is van een onder de verzekering gedekt voorval alvorens de verzekeraar in te lichten, mits de verzekerde na het verkrijgen van de positieve uitslag de verzekeringsmaatschappij ten spoedigste op de hoogte brengt van het schadevoorval. Daaraan heeft [eiseres] voldaan.
4.7.
Wat betreft het niet opvolgen van de door [naam 1] opgelegde maatregelen, staat onbetwist vast dat [naam 1] deze met [eiseres] mondeling heeft besproken en schriftelijk heeft bevestigd. Eveneens staat vast dat [eiseres] niet althans onvoldoende de aanwijzingen van [naam 1] heeft opgevolgd. Dit strijdt met de in artikel 7.1.5 van de polisvoorwaarden genoemde verplichting. Ingevolge artikel 7.2.2 van de polisvoorwaarden leidt het niet nakomen van deze verplichting tot verval van het rechten indien door het verzuim de belangen van Delta Lloyd zijn geschaad. Dezelfde sanctie geldt voor het niet nakomen van de in artikel 7.1.1 van de polisvoorwaarden genoemde verplichting maatregelen te nemen die de schade voorkomen of verminderen, op welke bepaling Delta Lloyd eveneens een beroep doet. Naar het oordeel van de rechtbank staat, gelet op die betwisting door [eiseres], thans niet vast dat het opvolgen van de aanwijzingen van [naam 1] en het treffen van de door hem voorgestelde maatregelen zou hebben geleid tot minder schade. Hieruit vloeit voort dat thans evenmin vaststaat dat de belangen van Delta Lloyd zijn geschaad, aangezien Delta Lloyd stelt dat die belangenbeschadiging bestaat uit een onverminderd hoge besmettingsgraag en een lagere restwaarde voor de koeien.
4.8.
De bewijslast terzake rust op Delta Lloyd aangezien zij een beroep doet op de betreffende artikelen in de polisvoorwaarden ter afwering van de vordering van [eiseres]. Zij beroept zich op een grond die leidt tot verval van rechten van [eiseres]. Delta Lloyd zal in de gelegenheid worden gesteld bewijs te leveren van haar stelling dat indien [eiseres] de door [naam 1] voorgestelde maatregelen zou hebben opgevolgd, de schade zou zijn voorkomen of verminderd.
4.9.
Indien Delta Lloyd slaagt in het opgedragen bewijs, staat daarmee tevens vast dat Delta Lloyd in haar belangen is geschaad. Delta Lloyd is alsdan geen vergoeding verschuldigd aan [eiseres] voor de in het geding zijnde koeien.
4.10.
Indien Delta Lloyd niet slaagt in het bewijs, dan dient zij de schade die [eiseres] heeft geleden door de ruiming van de negatief geteste koeien en het jongvee te vergoeden. De rechtbank sluit niet uit dat voor de vaststelling van deze schade nog nadere stukken in het geding zullen moeten worden gebracht dan wel dat partijen hun stellingen dienaangaande nog nader zullen dienen te onderbouwen.
4.11.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
draagt Delta Lloyd bewijs op van feiten en/of omstandigheden waaruit volgt dat indien [eiseres] de door [naam 1] voorgestelde maatregelen zou hebben opgevolgd, de schade zou zijn voorkomen althans verminderd,
5.2.
verwijst de zaak naar de rol van
9 mei 2012opdat Delta Lloyd kan meedelen of, en zo ja hoe, zij dit bewijs wenst te leveren, met, indien Delta Lloyd het bewijs wenst te leveren door getuigen, opgave van de verhinderdata van alle betrokkenen in eerstvolgende drie maanden,
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Bouter - Rijksen en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2012. [1]

Voetnoten

1.type: HHJZ