In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 juni 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoekster, vertegenwoordigd door mr. R. Moszkowicz, tegen mr. S.P. Pompe, kantonrechter te Amsterdam. Het wrakingsverzoek werd ingediend naar aanleiding van de zitting op 26 april 2012, waar de gemachtigde van verzoekster, mr. M.F. Ziabutt, aanwezig was. Tijdens deze zitting ontstond er onenigheid over de volmacht van de gemachtigde, die niet aanwezig was, en de rechter zou de volmacht als 'wankel' hebben bestempeld. De gemachtigde voelde zich hierdoor benadeeld en meende dat de rechter niet onbevooroordeeld was.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De rechter heeft in haar reactie aangegeven dat zij geen onheuse bejegening heeft toegepast en dat de opmerkingen over de volmacht niet als vooringenomenheid kunnen worden opgevat. De rechtbank oordeelde dat de rechter de regie op de zitting heeft en dat het onderbreken van de gemachtigde en het geven van aanwijzingen niet automatisch leidt tot de conclusie dat de rechter partijdig is.
De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees van verzoekster voor partijdigheid van de rechter. Bovendien werd vastgesteld dat verzoekster en haar gemachtigde geen rechtens te respecteren belang hadden bij het indienen van het wrakingsverzoek, wat leidde tot de beslissing dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen. De procedure met rolnummer HA EXPL 11-567 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van het wrakingsverzoek.