verzoekster is verdachte in een strafzaak.
Over de planning van de zitting is per e-mail overleg geweest tussen de rechtbank en de raadsman van verzoekster. De behandeling van de zaak is uiteindelijk bepaald op 20 september 2012 in de middag, 24 september 2012 en 25 september 2012 in de ochtend.
Op 7 september 2012 heeft de raadsman van verzoekster naar aanleiding van een telefoongesprek dat hij had gevoerd met de officier van justitie een e-mail verzonden aan [A], hoofd van de verkeerstoren van de strafsector van de rechtbank. Die e-mail is bij afwezigheid van de heer [A] dezelfde dag beantwoord door de voorzitter van het team waarvan de gewraakte rechters deel uitmaken. In die e-mail staat voor zover van belang vermeld:”Gisterenmiddag heeft de officier van justitie mondeling aan de Kamervoorzitter bericht dat er nader onderzoek wordt verricht dat van invloed zou kunnen zijn op de planning van de zitting. De Kamervoorzitter heeft vervolgens overleg met mij gehad. De Kamervoorzitter heeft besloten de planning van de zitting niet op voorhand aan te passen. Dat betekent dat de zitting begint op de afgesproken tijd, te weten op 20 september 2012 om 14.30 uur. De inhoud van het nadere onderzoek en de gevolgen daarvan voor de zaak zullen pas ter zitting worden besproken.”
Op 13 september 2012 heeft de officier van justitie aan de voorzitter van de meervoudige kamer een e-mail gezonden met de navolgende inhoud:”Hierbij bericht ik u dat in de zaak 13Bammis in september 2012 twee aanhoudingen hebben plaatsgevonden. Het betreft de verdachten [X] en [Y]. De aanhoudingen hebben plaatsgevonden naar aanleiding van de onderzoeksresultaten van passief verwantschapsonderzoek waarover het NFI heeft gerapporteerd op 31 augustus jl. en aanvullend onderzoek dat door het NFI heeft plaatsgevonden na afname van DNA van voornoemde twee verdachten d.d. 11 september jl. beide NFI rapporten zend ik mee als bijlage. Bovengenoemde ontwikkelingen maken nader onderzoek noodzakelijk. Het Openbaar Ministerie zal de rechtbank daarom verzoeken om de zaak voor onbepaalde tijd aan te houden. Op de zitting van d.d. 20 september a.s. zullen we de rechtbank en de verdediging nader informeren over de stand van het onderzoek. Het onderzoek zal in ieder geval bestaan uit aanvullend onderzoek door DNA deskundigen van het NFI. Het Openbaar Ministerie is van mening dat het horen van de DNA deskundigen op de zitting van 24 september a.s. niet wenselijk is, omdat ten gevolge van de nieuwe ontwikkelingen de thans beschikbare rapporten niet volledig zijn. Het heeft onze voorkeur de deskundigen pas na afronding van het volledige onderzoek op de zitting te horen. Een kopie van deze brief verzend ik heden aan mr. Loonstein en mr. Morra.”
In antwoord op voormelde e-mail heeft de voorzitter van de van de meervoudige kamer, de officier van justitie, de raadsman van verzoekster en de raadsman van de andere verdachte op 13 september 2012 per e-mail het volgende medegedeeld:”Gezien de door u genoemde ontwikkelingen heeft de rechtbank besloten uw verzoek tot aanhouding van de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen de verdachten [verzoekster] en [Z] te honoreren teneinde nader onderzoek te laten verrichten. Graag ontvangt de rechtbank op de zitting van d.d. 20 september a.s. een schriftelijke exposé met betrekking tot de stand van zaken waarin het onderzoek zich dan bevindt. Voor wat betreft het horen van de DNA deskundigen, wil de rechtbank ook de raadslieden ter zitting de gelegenheid geven hun standpunt hierover kenbaar te maken. Vervolgens zal de rechtbank op 20 september a.s. de beslissing nemen over de noodzakelijkheid van het horen op 24 september a.s. van de deskundigen.”
Bij e-mail van 17 september 2012 heeft de raadsman van de andere verdachte de voorzitter van de meervoudige kamer medegedeeld er geen bezwaar tegen te hebben alle getuigen-deskundigen in een later stadium te horen.
De voorzitter van de meervoudige kamer heeft daarop bij e-mail van 18 september 2012 aan de raadsman van de andere verdachte, de raadsman van verzoekster en de officier van justitie medegedeeld:”Nu de inhoudelijke behandeling van de zaak zoals eerder bericht zal worden aangehouden zal het dossier a.s. donderdag niet met de verdachten worden besproken. Gelet op uw standpunt en dat van de officier van justitie, mede gezien de 17e en 18e aanvulling van het zaaksdossier, heeft de rechtbank op voorhand besloten om de DNA deskundigen evenals de gedragsdeskundige in een later stadium ter zitting te horen. Dan zal daarbij ook het aanvullend onderzoek, dat recent door de rechter-commissaris is bevolen, betrokken kunnen worden.”
Het door de rechtbank gegeven bevel tot medebrenging van verzoekster is telefonisch ingetrokken.