ECLI:NL:RBAMS:2012:BV7542

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13-708138-11
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplichtigheid aan gijzeling na gebrek aan wetenschap van verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 februari 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan gijzeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de gijzeling van aangeefster, die op 9 juli 2011 plaatsvond. De verdachte had op dat moment eten gehaald en was in de woning van de medeverdachte, waar de aangeefster werd vastgehouden. De rechtbank concludeerde dat uit de verklaringen van de verdachte en de aangeefster bleek dat de verdachte niet wist dat er een ontvoering gaande was. De verdachte had geen wetenschap van de situatie en kon zich daarom niet distantiëren van de gijzeling. De rechtbank oordeelde dat de enkele aanwezigheid van de verdachte in de woning, waar hij met de aangeefster alleen was, niet voldoende was om te bewijzen dat hij wist dat er een ontvoering plaatsvond. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten, omdat er geen bewijs was voor opzet of medeplichtigheid aan de gijzeling. De beslissing van de rechtbank werd genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en de verklaringen van de betrokkenen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
VONNIS
Parketnummer: 13/708138-11 (Promis)
Datum uitspraak: 29 februari 2012
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1986],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres] te [woonplaats],
opgegeven postadres: [postadres] te [plaats]
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 februari 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N.M. van Ditzhuyzen en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. P.J. Zandt, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 9 juli 2011 tot en met 11 juli 2011 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] en/of te Den Haag en/of te Reeuwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [aangeefster], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
met het oogmerk (een) ander(en), te weten [zoon 1] en/of [zoon 2] en/of [aangever] en/of een of meer andere familieleden van voornoemde [aangeefster], te dwingen iets te doen of niet te doen, immers heeft hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- aangebeld bij de woning (aan de [A-straat nr] te [plaats 1]) van
voornoemde [aangeefster] en/of [aangever] en/of telkens onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
- die woning betreden,
- en/of de aldaar aanwezige [aangeefster] en haar partner [aangever] verder die woning ingeduwd, en/of
- tegen die [aangeefster] en/of [aangever] gezegd: "Neer!, neer!", en/of hen gedwongen om op de grond te gaan liggen, en/of
- tegen voornoemde [aangeefster] gezegd dat zij mee moest werken en dat hij haar anders zou opensnijden, althans in woorden van gelijke aard en/of strekking en/of die [aangeefster] het knetterende geluid heeft laten horen van een taser en/of (daaraan) heeft toegevoegd "of moet ik dit gebruiken", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- tegen voornoemde [aangeefster] en/of [aangever] gezegd dat zij naar de grond moest(en) blijven kijken, en/of
- toen die [aangeefster] op de grond lag, haar hoofd heeft opgetild en/of een geluiddemper heeft getoond en/of daarbij heeft gezegd:"dit is een geluiddemper dus niemand hoort je", althans in woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) tegen voornoemde [aangeefster] gezegd dat zij met haar gezicht in de richting van de muur moest gaan staan, en/of
- voornoemde [aangever] met gebruikmaking van tie-wraps tegen zijn wil aan zijn polsen en enkels vastgebonden, en/of
- die [aangeefster] bij haar arm en/of pols stevig vastgepakt en/of gedwongen mee naar buiten te lopen, en/of
- die [aangeefster] gedwongen op de achterbank van haar eigen auto (te weten Fiat Stilo, zwart van kleur) plaats te nemen, en/of
- (vervolgens) voornoemde [aangeefster] gedwongen om telefonisch contact te leggen met haar schoondochter en/of [zoon 2] (zoon van [aangeefster]), en/of
- via de luidspreker van de telefoon tegen die [zoon 2] gezegd dat er 2,7 miljoen (euro) (los)geld aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) betaald moest worden, althans in woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) die [aangeefster] tegen haar wil meegenomen naar een woning (gelegen aan de [B-straat nr] te [plaats 2]) en/of die [aangeefster] aldaar (tegen haar wil) vastgehouden, en/of
- zich telkens dicht in de buurt van die [aangeefster] begeven en/of die [aangeefster] in de gaten gehouden, en/of
- [zoon 2] (telkens) aanwijzingen gegeven hoe (hij) het losgeld moest betalen aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- (telkens) onderhandelingen gevoerd met [zoon 2] over de betaling van het losgeld en/of het vrijlaten van [aangeefster], en/of
- het losgeld opgehaald, en/of
- (vervolgens) [zoon 2] telefonisch benaderd en van hem (opnieuw) (los)geld geëist, en/of
- voornoemde [aangeefster] vanuit de woning [B-straat nr] te [plaats 2], met gebruikmaking van een bestelbus naar een locatie vervoerd, en/of
- in de nabijheid van/op die locatie een (vlucht)auto neergezet en/of
- voornoemde [aangeefster] gedwongen mee te lopen naar een parkeerterrein in Reeuwijk, zulks, terwijl hij in het bezit was van een vuurwapen;
(artikel 282a jo 47 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair:
[medeverdachte 2] en/of een of meer (andere) gijzelnemers in of omstreeks de periode van 9 juli 2011 tot en met 11 juli 2011 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] en/of te Den Haag en/of te Reeuwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een persoon, genaamd [aangeefster], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten [zoon 1] en/of [zoon 2] en/of [aangever] en/of een of meer andere familieleden van voornoemde [aangeefster], te dwingen iets te doen of niet te doen,
immers heeft [medeverdachte 2] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- aangebeld bij de woning (aan de [A-straat nr] te [plaats 1]) van voornoemde [aangeefster] en/of [aangever] en/of telkens onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
- die woning betreden,
- en/of de aldaar aanwezige [aangeefster] en haar partner [aangever] verder die woning ingeduwd, en/of
- tegen die [aangeefster] en/of [aangever] gezegd: "Neer!, neer!", en/of hen gedwongen om op de grond te gaan liggen, en/of
- tegen voornoemde [aangeefster] gezegd dat zij mee moest werken en dat hij haar anders zou opensnijden, althans in woorden van gelijke aard en/of strekking en/of die [aangeefster] het knetterende geluid heeft laten horen van een taser en/of (daaraan) heeft toegevoegd "of moet ik dit gebruiken", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- tegen voornoemde [aangeefster] en/of [aangever] gezegd dat zij naar de grond moest(en) blijven kijken, en/of
- toen die [aangeefster] op de grond lag, haar hoofd heeft opgetild en/of een geluiddemper heeft getoond en/of daarbij heeft gezegd:"dit is een geluiddemper dus niemand hoort je", althans in woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) tegen voornoemde [aangeefster] gezegd dat zij met haar gezicht in de richting van de muur moest gaan staan, en/of
- voornoemde [aangever] met gebruikmaking van tie-wraps tegen zijn wil aan zijn polsen en enkels vastgebonden, en/of
- die [aangeefster] bij haar arm en/of pols stevig vastgepakt en/of gedwongen mee naar buiten te lopen, en/of
- die [aangeefster] gedwongen op de achterbank van haar eigen auto (te weten Fiat Stilo, zwart van kleur) plaats te nemen, en/of
- (vervolgens) voornoemde [aangeefster] gedwongen om telefonisch contact te leggen met haar schoondochter en/of [zoon 2] (zoon van [aangeefster]), en/of
- via de luidspreker van de telefoon tegen die [zoon 2] gezegd dat er 2,7 miljoen (euro) (los)geld aan hem, [medeverdachte 2], en/of een meer (andere) gijzelnemers betaald moest worden, althans in woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) die [aangeefster] tegen haar wil meegenomen naar een woning (gelegen aan de [B-straat nr] te [plaats 2]) en/of die [aangeefster] aldaar (tegen haar wil) vastgehouden, en/of
- zich telkens dicht in de buurt van die [aangeefster] begeven en/of die [aangeefster] in de gaten gehouden, en/of
- [zoon 2] (telkens) aanwijzingen gegeven hoe (hij) het losgeld moest betalen aan hem, [medeverdachte 2] en/of een of meer (andere) gijzelnemers en/of
- (telkens) onderhandelingen gevoerd met [zoon 2] over de betaling van het losgeld en/of het vrijlaten van [aangeefster], en/of
- het losgeld opgehaald, en/of
- (vervolgens) [zoon 2] telefonisch benaderd en van hem opnieuw (los)geld geëist, en/of
- voornoemde [aangeefster] vanuit de woning [B-straat nr] te [plaats 2], met gebruikmaking van een bestelbus en/of een of meer personenauto(s) naar een locatie vervoerd, en/of
- voornoemde [aangeefster] gedwongen mee te lopen naar een parkeerterrein in Reeuwijk, zulks, terwijl hij in het bezit was van een vuurwapen
bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 10 juli 2011 tot en met 11 juli 2011 te [plaats 2] en/of te Den Haag en/of te Reeuwijk opzettelijk behulpzaam is geweest door een simkaart voor die [medeverdachte 2] en/of een of meer andere gijzelnemers te kopen en/of door voornoemde [aangeefster] (vanuit de woning [B-straat nr] te [plaats 2]) met gebruikmaking van een (bestel)bus naar een locatie te vervoeren (Reeuwijkse Houtwal te Reeuwijk) zulks, terwijl die [medeverdachte 2] en/of een of meer (andere) gijzelnemers daarbij die [aangeefster] de instructie heeft/hebben gegeven dat zij, terwijl zij naar de (bestel)bus
liep(en), met haar hoofd naar de grond moest kijken en/of haar ogen gesloten moest houden en/of die [aangeefster] (terwijl zij haar ogen gesloten hield) heeft/hebben geholpen (op de tast) in de (bestel)bus te gaan en/of (vervolgens) die [aangeefster] de instructie heeft/hebben gegeven dat zij in de (bestel)bus haar ogen dicht moest houden en/of (vervolgens, aangekomen op de locatie (Reeuwijkse Houtwal te Reeuwijk,) die [aangeefster] met gesloten ogen uit die (bestel)bus heeft/hebben uit laten stappen, zulks terwijl die [medeverdachte 2] in het bezit was van een vuurwapen en/of op of in de nabijheid van die locatie een (vlucht)auto heeft neergezet voor die [medeverdachte 2] en/of een of meer (andere) gijzelnemers;
(282 a jo 47 jo 48 sub 1 Wetboek van Strafrecht)
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Vrijspraak
4.1 Inleiding
4.1.1. De rechtbank gaat van de volgende feiten en omstandigheden uit.i
4.1.2. Op zaterdag 9 juli 2011 worden [aangeefster] (hierna: [aangeefster]) en haar partner [aangever] door [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]) en medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]) wederrechtelijk van hun vrijheid beroofd in de woning van [aangeefster] in [plaats 1]. Vervolgens wordt [aangeefster] diezelfde avond door [medeverdachte 1] meegenomen naar de woning van de ouders van [medeverdachte 2], te weten de [B-straat nr] in [plaats 2]. Daar wordt [aangeefster] vastgehouden tot zondagavond 10 juli 2011.
Door [medeverdachte 1] wordt van de zoon van [aangeefster] een losgeldbedrag van 2.7 miljoen euro geëist in ruil voor de vrijlating van [aangeefster]. Na onderhandelingen tussen [medeverdachte 1] en de zoon van [aangeefster] komen ze uiteindelijk een losgeldbedrag van € 170.000 overeen. Op 10 juli 2011 wordt rond 13:45 uur het losgeldbedrag van € 170.000 in een park te Woerden neergelegd en dat geldbedrag wordt door [medeverdachte 1] opgehaald. [aangeefster] wordt echter niet vrijgelaten.
Door [medeverdachte 2], door wie [aangeefster] dan nog steeds wordt vastgehouden, wordt dan rond 16:30 uur opnieuw losgeld geëist van de zoon van [aangeefster]. [medeverdachte 2] komt met de zoon van [aangeefster] een losgeldbedrag overeen en [medeverdachte 2] zegt tegen de zoon van [aangeefster] dat hij naar Reeuwijk moet komen voor de overdracht. Rond middernacht op 10 juli 2011 wordt [aangeefster] dan meegenomen naar een parkeerplaats in Reeuwijk alwaar de overdracht zou plaatsvinden van haar en van het losgeld. De overdracht mislukt door de aldaar aanwezige politie en [medeverdachte 2] wordt direct aangehouden.
4.1.3. Op de verpakkingen van etenswaren aangetroffen in de [B-straat nr] te [plaats 2] worden vingerafdrukken aangetroffen van verdachte.ii Hierop wordt verdachte aangehouden.
4.1.4. Door verdachte wordt bekend dat hij op 10 juli 2011 in de woning [B-straat nr] te [plaats 2] is geweest. Door verdachte is ter terechtzitting het volgende verklaard:
"[medeverdachte 2] had mij gebeld met de vraag om bij hem langs te komen op de [B-straat] te [plaats 2]. Aldaar aangekomen heb ik op het raam geklopt en toen kwam [medeverdachte 2] naar de voordeur. Omdat ik honger had, zei ik tegen [medeverdachte 2] dat ik eten voor mezelf ging halen en ik vroeg of hij ook wat wilde. [medeverdachte 2] wilde een broodje kaas hebben. Vervolgens ben ik naar de snackbar gegaan en ik heb daarvandaan een patatje en een broodje kaas meegenomen. Vervolgens ben ik terug gegaan naar [medeverdachte 2]. Toen ik de woning binnen kwam, zag ik [aangeefster] heel normaal op de bank zitten. Vervolgens zei [medeverdachte 2] dat hij even naar buiten ging, ik wist niet waarom. [medeverdachte 2] kwam vervolgens wel geïrriteerd terug, maar dat was tegen niemand gericht. Ik heb toen aan [aangeefster] gevraagd of [medeverdachte 2] haar geld schuldig was of andersom. Ik weet niet waarom ik die vraag stelde. Ik ben maximaal drie kwartier in de woning geweest, waarvan ongeveer een kwartier alleen met [aangeefster]. Ik voelde me niet ongemakkelijk en ik had ook niet het idee dat er een ontvoering gaande was."iii
4.1.5. Voorts is door [aangeefster] bij de politie over verdachte het volgende verklaard:
"Op een gegeven moment belde hij (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2], hierna: [medeverdachte 2]) toen kennelijk iemand anders. Er kwam toen een andere man (de rechtbank begrijpt: verdachte, hierna: verdachte) naar de woning waar ik werd vastgehouden. Ik heb het idee dat deze man niet helemaal wist wat er aan de hand was. (...) Verdachte vroeg aan mij of mijn man soms geld schuldig was aan [naam 1] of [naam 2], ik kon niet goed horen wat hij zei. (...) Ik heb het idee dat hij niet helemaal wist wat er speelde. Net zoals ik bijvoorbeeld door een vriendin van mij uitgenodigd zou worden en dan opeens in een situatie beland.
Even tevoren had ik verdachte ook al gezien. Er werd op een gegeven moment op het raam getikt, ik denk rond 15:30-16:00 uur. [medeverdachte 2] vroeg mij wat ik wilde eten. Ik bestelde toen een broodje kaas. Bij de deur werd vervolgens de bestelling doorgegeven. Kort daarna, niet langer dan zeven minuten, kwam verdachte binnen. Naast mijn broodje had hij ook patat bij zich."
Vervolgens is verdachte volgens [aangeefster] rond 19:30 uur nogmaals naar de woning gekomen.
"Toen liet [medeverdachte 2] verdachte weer terug komen. Die is niet de woonkamer ingekomen maar ging direct naar de keuken. [medeverdachte 2] ging weg. [medeverdachte 2] kwam redelijk snel weer terug. [medeverdachte 2] zei dat het helemaal mis was. [medeverdachte 2] zei dit direct bij binnenkomst, dus toen verdachte er nog was."iv
4.1.6. Daarnaast wordt door medeverdachte [medeverdachte 2] op 7 februari 2012 als getuige bij de rechter-commissaris verklaard dat verdachte niet betrokken is geweest bij de ontvoering/gijzeling van [aangeefster] en dat verdachte er ook niets van af wist.v
4.1.7. Het draait in deze zaak om de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen dan wel de medeplichtigheid van gijzeling van [aangeefster] door zijn aanwezigheid in de woning te [plaats 2] waar [aangeefster] werd vastgehouden.
4.2 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het aan hem onder feit 1 primair ten laste gelegde medeplegen. Uit het dossier kan niet worden opgemaakt dat verdachte van te voren op de hoogte was van de plannen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] om [aangeefster] te gijzelen, aldus de officier van justitie.
Wel stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de aan verdachte ten laste gelegde medeplichtigheid aan de gijzeling wettig en overtuigend bewezen kan worden. Verdachte had aan medeverdachte [medeverdachte 2] nadere vragen moeten stellen over de aanwezigheid van de voor verdachte onbekende [aangeefster] in de woning van de ouders van medeverdachte [medeverdachte 2]. Uit haar aanwezigheid in de woning moest verdachte opmaken dat er iets aan de hand was en dat er vereffend moest worden. Dat verdachte wetenschap had van wat er aan de hand was, wordt versterkt door de vraag die verdachte aan [aangeefster] heeft gesteld, te weten de vraag of haar man een schuld had bij [medeverdachte 2], aldus de officier van justitie.
Verdachte wist dat [aangeefster] tegen haar wil bij [medeverdachte 2] verbleef en dat voor haar vrijlating betaald moest worden aan [medeverdachte 2]. Verdachte heeft [medeverdachte 2] geholpen door eten voor het slachtoffer te halen en door [aangeefster] te bewaken toen [medeverdachte 2] weg moest. Verdachte heeft zich op geen enkel moment van het handelen van [medeverdachte 2] gedistantieerd, aldus de officier van justitie.
4.3. Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte concludeert tot integrale vrijspraak. Uit het dossier blijkt volstrekt niet dat verdachte op enig moment wist dan wel kon vermoeden dat er in de woning in [plaats 2] een gijzeling gaande was. Hierdoor kan niet bewezen worden dat verdachte enige vorm van opzet had op het aan hem ten laste gelegde medeplegen dan wel de aan hem ten laste gelegde medeplichtigheid, aldus de raadsman. Subsidiair stelt de raadsman dat het verblijf van verdachte in de woning in [plaats 2] alsmede het brengen van eten niet kunnen worden aangemerkt als handelingen die op enigerlei wijze zouden hebben bijgedragen aan de gijzeling van het slachtoffer.
4.4. Het oordeel van de rechtbank
4.4.1. De rechtbank acht - met de officier van justitie en de raadsman - niet bewezen hetgeen aan verdachte primair is ten laste gelegd, nu uit het dossier niet valt op te maken dat verdachte van te voren op de hoogte was van de plannen van de daders om het slachtoffer te gijzelen. Evenmin valt uit het dossier op te maken dat verdachte betrokken is geweest bij de daadwerkelijke ontvoering van het slachtoffer. Derhalve dient verdachte van het aan hem onder het primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
4.4.2. Voorts acht de rechtbank - anders dan de officier van justitie, maar met de raadsman - ook niet bewezen hetgeen aan verdachte subsidiair is ten laste gelegd, nu uit het dossier ook niet valt af te leiden dat verdachte op het moment dat hij eten haalde en op het moment dat hij aanwezig was in de woning [B-straat nr] te [plaats 2], wetenschap had van het feit dat [aangeefster] daar tegen haar wil zat. Dat verdachte geen wetenschap heeft gehad wordt ook bevestigd door de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 2] en de verklaring van [aangeefster] zelf, zoals onder 4.1.4. en 4.1.5. is weergegeven.
4.4.3. Uit de enkele vraag van verdachte of [medeverdachte 2] aan haar of aan haar partner geld verschuldigd was of juist andersom en uit het feit dat verdachte met [aangeefster] alleen in de woning is geweest, kan niet worden bewezen dat verdachte wist dat er een ontvoering gaande was. Daarnaast heeft verdachte zich niet van de situatie kunnen distantiëren omdat hij geen wetenschap had waarvan hij zich had moeten distantiëren.
4.4.4. Gelet op het hiervoor genoemde kan niet bewezen worden dat verdachte enige vorm van opzet had op de aan hem ten laste gelegde medeplichtigheid aan de gijzeling dan wel de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [aangeefster].
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
5. Beslissing
Verklaart het aan verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Gelast, voor zover al niet aan verdachte is teruggegeven, de teruggave aan verdachte van hetgeen is vermeld onder nummers 1 en 2 van de aan dit vonnis gehechte beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Vaandrager, voorzitter,
mrs. M.R. Jöbsis en J.L. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Zuithoff, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 februari 2012.
i Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar processen-verbaal die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering.
ii Proces-verbaal van bevindingen, blz. 552-553; alsmede proces-verbaal van bevindingen, blz. 973.
iii Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 februari 2012.
iv Proces-verbaal van aangifte [aangeefster], blz. 169.
v Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 2] bij de rechter-commissaris op 7 februari 2012.