ECLI:NL:RBAMS:2012:BX2084

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
516378 - KG ZA 12-619 HJ-CGvB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbesteding van brandweerkleding en geschil over gunningsvoornemen

In deze zaak heeft Icon Protect B.V. bezwaar gemaakt tegen het gunningsvoornemen van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland met betrekking tot de aanbesteding van uitrukkleding. De Brandweer had de opdracht voor de levering van brandweerkleding aan Lion Apparel Deutschland GmbH gegund, maar Icon Protect stelde dat de inschrijving van Lion niet voldeed aan de eisen van de aanbesteding, met name de eisen die voortvloeien uit de norm EN471. De voorzieningenrechter heeft de procedure op 25 juni 2012 behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Icon Protect vorderde onder andere dat de Brandweer haar gunningsvoornemen aan Lion zou intrekken en de opdracht aan haar zou gunnen. De Brandweer voerde verweer en stelde dat de eisen aan de kleding niet zo strikt waren als Icon Protect beweerde. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Brandweer onvoldoende duidelijkheid had verschaft over de eisen die aan de inschrijvingen werden gesteld, met name met betrekking tot de hoeveelheid en plaatsing van het retroreflecterende materiaal. De rechter concludeerde dat de gunningsbeslissing van de Brandweer niet in stand kon blijven, omdat het door Lion aangeboden brandweerpak niet voldeed aan de gestelde eisen. De Brandweer werd veroordeeld om haar gunningsvoornemen aan Lion binnen 14 dagen na het vonnis in te trekken en werd ook in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 516378 / KG ZA 12-619 HJ/CGvB
Vonnis in kort geding van 9 juli 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ICON PROTECT B.V.,
gevestigd te Zaandam,
eiseres bij dagvaarding van 9 mei 2012,
advocaat mr. A.L. Appelman te Zwolle,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
VEILIGHEIDSREGIO AMSTERDAM-AMSTELLAND,
zetelend te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. B. Fluit te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Icon Protect en de Brandweer worden genoemd.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 25 juni 2012 heeft Icon Protect gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. De Brandweer heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en pleitnotities in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. Ter zitting waren aanwezig:
Aan de zijde van Icon Protect: dhr. [A], [functie], met mr. Appelman en zijn kantoorgenote mr. K.H.M. van der Woerdt.
Aan de zijde van de Brandweer: dhr. [B], met mr. Fluit.
2. De feiten
2.1. Icon Protect is een onderneming die zich bezig houdt met de vervaardiging en levering van technische kleding waaronder brandweerkleding.
2.2. De Brandweer is een aanbestedende dienst in de zin van het Besluit Aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (hierna: Bao). Op grond van het Bao is de Brandweer verplicht opdrachten voor werken, leveringen en diensten boven de drempelwaarde aan te besteden.
2.3. Op 20 december 2011 heeft de Brandweer de aankondiging voor een Europese openbare aanbestedingsprocedure “Verwerving Uitrukkleding” gepubliceerd. De opdracht ziet op de levering door één leverancier van uitrukkleding, bestaande uit uitrukjas en uitrukbroek (hierna ook: brandweerpak), ten behoeve van de Brandweer Amsterdam-Amstelland.
2.4. Het aanbestedingsdocument dat ten behoeve van de openbare Europese aanbesteding Verwerving Uitrukkleding is opgesteld luidt, voor zover relevant, als volgt:
“4. Programma van eisen en wensen
4.1 Programma van eisen
In Bijlage 9 zijn alle eisen opgenomen. Indien u aan alle eisen kunt voldoen en dit ook gedurende de looptijd van de overeenkomst kunt handhaven, dient u middels ondertekening van deze bijlage akkoord te gaan met deze eisen. Indien u niet kunt voldoen dient u dit aan te geven. In dat geval zal uw offerte uitgesloten worden van verdere deelnamen.
(…)
Bijlage 9 Conformiteit met Programma van eisen
(…)
Algemene Technische Eisen
a-e-1
De uitrukkleding voldoet aan de van toepassing zijnde wettelijke eisen. Het betreft hier wetten en richtlijnen (EU) evenals normen (EN-NEN) met hun aanvullingen, geldig op het moment van productie en geldig op het moment van aflevering.
(…)
a-e-8 De uitrukkleding is voorzien van retroreflecterende striping. De aangebrachte striping, heeft op geen enkele wijze, een nadelige invloed op de beschermende werking van de kleding.
a-e-9 De uitrukjas dient op het rugpand voorzien te worden van de korpsnaam in retroreflecterende striping. Dit heeft, op geen enkele wijze, een nadelige invloed op de beschermende werking van de kleding.
a-e-10 De retroreflecterende striping voldoet minimaal aan de eisen zoals gesteld EN 471”
2.5. Vragen van alle geïnteresseerde marktpartijen zijn beantwoord een Nota van Inlichtingen d.d. 30 januari 2012 (hierna: NvI). Deze NvI bevat, voor zover hier van belang, de volgende informatie:
“Vraag 43 Aan welke klasse zichtbaarheid van de EN471 moet de uitrukkleding voldoen? Als EN471 alleen de kwaliteit van de reflectie weergeeft, aan welke eisen uit de EN471 moet deze dan voldoen (grijze retro-reflectie volgens klasse 1 of klasse 2 of eventueel gecombineerd reflectie-fluor materiaal, of eventueel gecombineerd band)? En wat zijn de breedtes van de banden en waar dienen ze geplaatst te worden?
Antwoord 43 EN471 : Y=2
(…)
Vraag 45 Enkel retroreflecterende striping kan nooit voldoen aan de EN471.
Klopt het dat jullie enkel grijze banden wensen of dient er volgens de EN 471 tevens fluorescerend materiaal aanwezig te zijn ?
Antwoord 45 Zie antwoord vraag 43
(…)
Vraag 47 Moeten de jas en broek samen gedragen het certificaat EN469 + EN471 1- 2 hebben?
Of EN469 + EN471 2-2?
Of moet enkel de striping voldoen aan de EN471, zonder dat het pak zelf een EN471 certificaat moet hebben?
Geniet een welbepaalde plaatsing van de strepen uw voorkeur? zo ja, heeft U een schets van uw voorkeursstriping voor uw nieuw pak ?
Antwoord 47 Nee, nee, ja, nee. Zie antwoord vraag 43.
Vraag 48 In uw aanbestedingsdocument geeft u aan dat de kleding moet voldoen aan de norm EN471.
Wij gaan uit van klasse 1, kunt u dit bevestigen.
Antwoord 48 Zie antwoord vraag 43”
2.6. Onder meer Icon Protect en Lion Apparal Deutschland GmbH (hierna: Lion) hebben tijdig een offerte ingediend ter zake de opdracht voor Verwerving Uitrukkleding.
2.7. Bij brief van 23 april 2012 heeft de Brandweer aan Icon Protect bericht dat zij voornemens is de opdracht aan Lion te gunnen.
2.8. Bij brief van 27 april 2012 heeft Icon Protect bezwaar gemaakt tegen het voorlopige gunningsvoornemen van de Brandweer. Deze brief luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“ Dank voor de openhartige ontvangst van gisteren. Aan het einde van het overleg heb ik tijdens het ophalen van onze eigen pakken het uitrukpak van de winnende inschrijver Lion Apparel gezien. Hierop maakte ik kenbaar dat naar mijn mening de kleding niet voldoet aan de eisen voortkomend uit de “bijlagen bij request for proposal, aanbesteding uitrukkleding” en EN normen waaraan hierin gerefereerd wordt.
Ik ben er nog even ingedoken en wilde de volgende bevindingen met jullie delen:
Ik heb een opmerking gemaakt over de metalen delen welke aan de buitenzijde van de kleding van Lion (…) zichtbaar waren met betrekking tot de EN norm 1149. De norm voor antistatische kleding (EN1149) is geen onderdeel binnen de norm voor uitrukkleding (EN 469). In de EN 469 is er wel in een Annex aandacht aan gegeven (Annex H blz. 43.) en er wordt aangeraden alle metalen delen af te dekken, maar het is niet verplicht. Bij de fabricage van onze kleding houden we hier altijd rekening mee (ik dacht zelf dat het wel verplicht was). Kortom: geen fout van Lion Apparel.
Dan de kwestie m.b.t. de zichtbaarheid.
(…)
De eis is helder. Lever een product conform de norm EN 471 met reflectief materiaal van kwaliteitsklasse 2 (y=2). Hier wordt naar verwezen als het gaat om het te gebruiken materiaal, de plaatsing en de breedte van het materiaal. De EN 471 kent 3 klassen, aannemelijk is dat de eis is: minimaal voldoen aan klasse 1 (de laagste klasse).
Deze norm, de EN 471 klasse 1, vereist onder meer de volgende twee zaken:
1. Retro Reflecterende materiaal van tenminste 5cm breed.
2. Torso, armen en benen worden tenminste twee keer omcirkeld.
We hebben samen kunnen constateren dat dit bij het uitrukpak van Lion Apparel niet het geval is. Het retro reflectieve materiaal is slechts 3cm breed, en zowel de armen als de benen worden niet twee keer omcirkeld. Daarmee hebben ze niet voldaan aan een duidelijk omschreven algemene technische eis. Ik kan hieruit maar een conclusie trekken en dat is dat Lion Apparel zich in tegenstelling tot waarvoor zij getekend hebben, niet hebben geconformeerd aan het programma van eisen, hetgeen slechts uitsluiting tot gevolg kan hebben zoals dat ook het geval is geweest bij twee andere inschrijvers.”
2.9. De Brandweer heeft de bezwaren van Icon Protect bij e-mail van 2 mei 2012 verworpen. Deze e-mail bevat, voor zover hier van belang, de navolgende informatie:
“ De van toepassing verklaring van de EN471 (eis a-e-10) betreft specifiek de kwaliteit en de reflectiewaarde van de retroreflecterende striping. Dit is ook de reden waarom er expliciet geen klasse is genoemd in voornoemde eis. Er is dus geen eis gesteld aan de plaatsing van het materiaal.
Dit wordt bevestigd in de Nota van Inlichtingen waarbij in de beantwoording van vraag 43 voor de reflectiewaarde (y) niveau 2 wordt aangegeven en er geen klasse (x) wordt benoemd.
In het antwoord op vraag 47 uit de Nota van Inlichtingen wordt nog eens expliciet aangegeven dat de striping dient te voldoen aan EN471 en niet het uitrukpak.
Samengevat levert dit de volgende heldere eis op: “Lever een product met retroreflectief materiaal van kwaliteitsniveau 2 (EN471 y=2)”.
Wij hebben geconstateerd dat, op uw inschrijving na, alle inschrijvers de eis betreffende de zichtbaarheid in relatie tot de EN471 als bovenstaande hebben geïnterpreteerd.
Wij zien dan ook geen reden Lion (…) op grond van uw motivatie uit te sluiten van verdere deelname.”
2.10. Onder de gedingstukken bevindt zich een beschrijving van norm EN 471. Deze beschrijving bevat, voor zover hier relevant, de navolgende informatie:
“4 Design
4.1 Types and classes
The warning clothing is grouped into three classes. Each class shall have minimum areas of visible materials incorporated in the garment in accordance with Table 1. Garments shall comprise the required areas of background material and retroreflective material or alternatively shall comprise the required area of combined performance material. Examples are illustrated in Annex A. The area shall be measured on the smallest garment size available and fastened to the smallest configuration possible.
Table 1 – Minimum required areas of visible material in m2
Class 3 Class 2 Class 1
garments garments garments
Background material 0,80 0,50 0,14
Retroreflective material 0,20 0,13 0,10
Combined performance material - - 0,20
The proportion of the required background material shall be 50 % ± 10 % on the front and backside of the garment. The garment is to be measured flat on the table including torso, arms and legs.
4.2 Specific design requirements
4.2.1 The background material shall encircle the torso, and, where applicable, the sleeves and trouser legs.
4.2.2 Bands of retroreflective material shall be not less than 50 mm wide (…)”
3. Het geschil
3.1. Icon Protect vordert samengevat -:
1. primair en op straffe van een dwangsom
a. de Brandweer te gebieden haar gunningsvoornemen aan Lion in te trekken;
b. de Brandweer te verbieden de opdracht aan een ander dan Icon Protect te gunnen;
subsidiair
dat de voorzieningenrechter een passende voorziening treft;
2. veroordeling van de Brandweer in (na)kosten van dit geding.
3.2. Ter toelichting op de vordering is het volgende door Icon Protect gesteld. De Brandweer heeft in artikel a-e-10 van het bestek voorgeschreven dat het door inschrijvers aan te bieden brandweerpak aan de norm EN471 moet voldoen (een minimumeis). De EN471 norm kent drie klassen, waarbij een hogere klasse meer cm2 retro reflectief en fluorescent materiaal eist. Daarnaast zijn er twee niveaus in de kwaliteit van de reflectie van het reflectiemateriaal, welke respectievelijk met de x-waarde en de y-waarde worden aangeduid. De x-waarde ziet op de hoeveelheid retro reflectief en fluorescerend materiaal dat op het brandweerpak moet worden aangebracht. De y-waarde refereert aan het kwaliteitsniveau van het retro reflectief materiaal. Tijdens de NvI hebben een aantal (potentiële) inschrijver vragen gesteld over vorenbedoelde waarden. De Brandweer heeft ter zake de y-waarde (het kwaliteitsniveau van het retro reflectief materiaal) naar klasse 2 verwezen. De x-waarde (de hoeveelheid retro reflectief en fluorescerend materiaal dat op het brandweerpak moet worden aangebracht) is niet nader benoemd. Aangezien de norm EN471 is voorgeschreven moet er met betrekking tot de x-waarde evenwel vanuit worden gegaan dat het door inschrijvers aan te bieden brandweerpak minimaal aan klasse 1 moet voldoen. Dit geldt te meer, nu EN471 dwingend in het bestek is voorgeschreven. Er vanuit gaande dat het brandweerpak – bij het ontbreken van een hogere norm – minimaal aan klasse 1 moet voldoen, dient deze minimaal worden te voorzien van tenminste 5 centimeter breed retro reflecterend materiaal en voorts dienen de torso, de armen en de benen ten minste twee keer te zijn omcirkeld (2.10). Het door Lion aangeboden brandweerpak voldoet niet aan de hiervoor beschreven x-waarde en had derhalve door de Brandweer als ongeldig ter zijde geschoven moeten worden.
3.2.1. De Brandweer stelt zich thans ten onrechte op het standpunt dat de omstandigheid dat er geen klasse aangaande de x-waarde is genoemd meebrengt dat er geen eisen zijn gesteld aan de hoeveelheid materaal die op het brandweerpak moet worden aangebracht, alsmede de plaatsing van het materiaal op het brandweerpak. Volgens de Brandweer is slechts gemeld dat de striping – indien deze zou worden aangebracht – het kwaliteitsniveau klasse 2 moet hebben. Dit standpunt is evenwel onbegrijpelijk, omdat een inschrijver in dat geval geldig zou kunnen inschrijven met een brandweerpak waarop geen retro reflectief en fluorescerend materiaal is aangebracht. Dit brengt tevens mee dat de eisen die de Brandweer aan de y-waarde heeft gesteld, kunnen worden omzeild en derhalve voor niets zijn gesteld. Ook als het standpunt van de Brandweer overigens juist is, voldoet het pak van Lion niet aan de eisen van EN471 omdat de breedte van het aan te brengen retro reflectief en fluorescerend materiaal in dat geval minimaal 50mm moet zijn (2.10). De Brandweer heeft voorts nooit gemeld dat zij geen eisen heeft willen stellen aan de x-waarde. Dit had wel op haar weg gelegen aangezien meerdere inschrijvers bij NvI om duidelijkheid hebben gevraagd. De eventuele onduidelijkheid die op dat punt is ontstaan, is dan ook aan de Brandweer te wijten. De Brandweer had er namelijk voor kunnen kiezen om slechts een aantal eisen die uit de norm EN471 voortvloeien, dwingend voor te schrijven. De vorderingen dienen derhalve te worden toegewezen, aldus Icon Protect.
3.3. De Brandweer voert verweer. Bij de uitvoering van bluswerkzaamheden – de primaire taak van de Brandweer – is het dragen van kleding met een hoge zichtbaarheid (retro reflectief en fluorescerend materiaal) niet vereist. Dit is ook logisch aangezien retro reflectief en fluorescerend materiaal minder goed warmte doorlaat, het sneller vlam vat en ten slotte ook een negatieve invloed heeft op het draagcomfort. De plaats waar het retro reflectief en fluorescerend materiaal op de pakken wordt aangebracht is voor de Brandweer niet relevant. Het gaat erom dat er iets wordt aangebracht en dat de kwaliteit daarvan goed is. Voor werkzaamheden langs openbare wegen en dergelijke worden immers apparte verkeersvesten gedragen.
3.3.1. De Brandweer heeft er bij deze aanbesteding voor gekozen om de norm EN469 (“beschermende kleding voor brandweerlieden) van toepassing te verklaren. Dit volgt uit de eis a-e-1. In norm EN469 is het aanbrengen van reflectief en fluorescerend materiaal slechts als optie aangegeven. Daarom heeft de Brandweer ervoor gekozen om eis a-e-8 te stellen. Hieruit volgt dat alleen de striping aan de norm EN471 moet voldoen. De Brandweer heeft er bewust voor gekozen om geen x-waarde te noemen, zodat er geen eisen zouden worden gesteld ter zake de hoeveelheid, de plaatsing en de omvang van het aan te brengen reflectief en fluorescerend materiaal. Dit volgt ook duidelijk uit de NvI waarin alleen een y-waarde is genoemd. Voorts is in antwoord op vraag 47 bij NvI uitdrukkelijk gemeld dat de Brandweer geen voorkeur heeft waar de striping wordt aangebracht. Hieruit kon ook duidelijk worden afgeleid dat de x-waarde niet relevant is. Deze uitleg is ook door zes van de zeven inschrijvers goed begrepen. De Brandweer is dan ook op goede gronden tot gunning aan Lion over gegaan.
3.3.2. Dat de uitleg die Icon Protect thans aanhangt onjuist is, volgt ook uit haar eigen stellingen. Zij meldt immers uitdrukkelijk dat de x-waarde niet nader is benoemd. Het is dan ook niet te begrijpen dat Icon Protect ter zake de x-waarde van klasse 1 is uitgegaan. Dit volgt ook uit het antwoord op vraag 48 bij de NvI. In minimumeis a-e-8 is alleen bepaald dat de korpsnaam op het rugpand van de uitrukjas van retro reflecterende striping moet zijn voorzien. Verder mochten inschrijvers zelf bepalen waar zij de striping op het brandweerpak zouden plaatsen. Indien het verweer van de Brandweer niet wordt gevolgd en de vorderingen van Icon Protect onverhoopt mochten worden toegewezen, is het opleggen van een dwangsom niet nodig. Een veroordelend vonnis zal in dat geval (vrijwillig) worden nagekomen, aldus de Brandweer.
4. De beoordeling
4.1. Omdat in dit geval sprake is van een procedure waarin een voorlopige voorziening wordt gevorderd, zal de voorzieningenrechter artikel 127a lid 1 en lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) – waarin is bepaald dat aan het niet tijdig betalen van het griffierecht consequenties worden verbonden – buiten beschouwing laten. Toepassing van deze bepaling zou immers, gelet op het belang van één of beide partijen bij de toegang tot de rechter, leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
4.2. Partijen verschillen van mening over de vraag of de Brandweer alle ingediende inschrijvingen – waaronder de inschrijving van Lion die als winnaar is aangemerkt – op de juiste wijze heeft beoordeeld. Meer in het bijzonder gaat het om de vraag of, en zo ja welke, eisen de Brandweer aan de brandweerpakken heeft gesteld aangaande de hoeveelheid, de plaats en de omvang van het (eventueel) aan te brengen reflectief en fluorescerend materiaal.
4.3. De voorzieningenrechter neemt als uitgangspunt of een redelijk geïnformeerde en normaal zorgvuldige inschrijver de uitleg die de Brandweer bij de beoordeling aan de door haar gestelde eisen heeft gegeven, kon verwachten. Hierbij dient acht te worden geslagen op alle bij de aanbesteding betrokken documenten en bijlagen.
4.4. Vooropgesteld dient te worden dat de Brandweer in het bestek de eis heeft geformuleerd dat de retro reflecterende striping op de brandweerpakken minimaal moet voldoen aan de eisen zoals gesteld in norm EN471. De norm EN471 kent drie klassen, namelijk klasse 1, klasse 2 en klasse 3. Een hogere klasse vereist meer vierkante centimeters retro reflectief en fluorescent materiaal. De x-waarde en de y-waarde bepalen gezamenlijk de kwaliteit van de reflectie van het reflectiemateriaal. De x-waarde ziet daarbij op de hoeveelheid retro reflectief en fluorescerend materiaal dat op het brandweerpak moet worden aangebracht en de y-waarde refereert aan het kwaliteitsniveau van het aan te brengen retro reflectief materiaal.
4.5. Tijdens de NvI hebben (potentiële) inschrijvers zes vragen gesteld die zien op de wijze waarop de eis a-e-10 moet worden toegepast. Daarbij zijn onder meer vragen gesteld over de klasse waaraan de brandweerpakken moeten voldoen, welke breedtes moeten worden gehanteerd bij het plaatsen van striping op de brandweerpakken en of de striping fluorescerend moet zijn. In reactie op deze vragen heeft de Brandweer geantwoord dat ter zake de y-waarde van klasse 2 moet worden uitgegaan. In aanvulling daarop heeft de Brandweer in antwoord op vraag 47 van de NvI gemeld dat de brandweerpakken niet van een certificaat (EN469/EN471) moesten worden voorzien, dat de Brandweer geen voorkeur heeft voor het aanbrengen van de striping op een bepaalde plaats en dat zij evenmin een voorkeurschets ter zake de striping op het brandweerpak zal verstrekken. De Brandweer heeft slechts gemeld dat de striping moet voldoen aan de norm EN471.
4.6. De Brandweer heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende duidelijkheid verschaft over de wijze waarop eis a-e-10 zou worden toegepast. Gelet op de onduidelijkheid die op dit punt bij de inschrijvers bestond – en de gevolgen die aan het niet voldoen aan vorenbedoelde eis kleven, te weten uitsluiting – had het op de weg van de Brandweer gelegen om bij NvI de benodigde helderheid te verschaffen. De hoeveelheid gestelde vragen gaf daar ook aanleiding toe. Dat de Brandweer deze mogelijkheid niet heeft aangegrepen is – gelet op de zorgplicht die op haar rust om te voorkomen dat (potentiële) inschrijvers nodeloos inschrijfkosten maken dan wel een aanbieding doen die niet aansluit op haar wensen – ook moeilijk te begrijpen. Dit geldt te meer, nu zij ter zitting zeer nauwkeurig heeft aangegeven dat de Brandweer slechts wenste dat er ‘iets’ van ‘striping’ op het brandweerpak zou worden aangebracht en voorts dat deze aangebrachte ‘striping’ aan de in norm EN471 beschreven klasse 2 zou moeten voldoen.
4.7. De uitleg die de Brandweer (thans) aan eis a-e-10 geeft, volgt bovendien niet, althans onvoldoende uit het bestek en de antwoorden op de bij NvI gestelde vragen. De Brandweer heeft in het bestek (2.4) immers de norm EN471 onverkort van toepassing verklaard en niet gemeld dat bepaalde onderdelen – waaronder de x-waarde – bij de beoordeling van de inschrijvingen geen rol zouden spelen. Ook heeft zij niet uitdrukkelijk vermeld dat een aantal bepalingen uit norm EN471, zoals onder andere de onder andere de onder 2.10 geciteerde bepalingen 4.2.1 en 4.2.2. (“The background material shall encircle the torso, and, where applicable, the sleeves and trouser legs” respectievelijk “Bands of retroreflective material shall be not less than 50 mm wide”) in dit geval niet zouden gelden.
Dat de Brandweer bij NvI enkel heeft gemeld de y-waarde minimaal klasse 2 moest zijn, leidt niet tot een ander oordeel. Deze verduidelijking maakt immers niet dat de x-waarde van de norm EN471 buiten beschouwing kan worden gelaten. Daarbij speelt een doorslaggevende rol dat de x-waarde – gelet op de klassen die norm EN471 kent – altijd klasse 1, klasse 2 of klasse 3 dient te zijn. Een klasse 0 zoals kennelijk door de Brandweer is beoogd, inhoudende dat de hoeveelheid en plaatsing van het materiaal geheel ter vrije keuze zouden zijn, bestaat niet. Icon Protect mocht er voorshands dan ook vanuit gaan dat zij ter zake de x-waarde minimaal klasse 1 moest bieden. Dat zes andere inschrijvers de door de Brandweer bedoelde uitleg hebben begrepen, kan de Brandweer niet baten. Deze uitleg moet immers – zoals hiervoor is overwogen – als onjuist worden aangemerkt.
4.8. Nu partijen het met elkaar eens zijn dat het door Lion aangeboden brandweerpak ter zake de x-waarde niet voldoet aan klasse 1 en de voorzieningenrechter van oordeel is dat deze eis – gelet op alle bij de aanbesteding betrokken documenten en bijlagen – wel is gesteld, kan de gunningsbeslissing van de Brandweer niet in stand blijven. De primaire vordering onder a. is dan ook toewijsbaar. De gevorderde dwangsom zal echter worden afgewezen, omdat de voorzieningenrechter er – gelet op de ter zitting gedane toezegging – vanuit gaat dat de Brandweer vrijwillig aan het vonnis zal voldoen.
4.9. Ter zake de primaire vordering onder b. wordt als volgt overwogen. De Brandweer heeft ter zitting medegedeeld dat zij vrijwillig tot het houden van een heraanbesteding zal overgaan, indien zij niet aan Lion mag gunnen. Nu er – bij deze stand van zaken – slechts één geldige aanbieding is mag de Brandweer daar ook toe overgaan. Nu de voorzieningenrechter er vanuit gaat dat de Brandweer haar toezegging op het punt van de aangekondigde heraanbesteding gestand zal doen, heeft Icon Protect geen belang meer bij toewijzing van haar primaire vordering onder b.
4.10. De Brandweer zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Icon Protect worden begroot op:
- dagvaarding € 84,17
- griffierecht 575,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.475,17
4.11. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. gebiedt de Brandweer om haar gunningsvoornemen aan Lion binnen 14 dagen na het wijzen van dit vonnis in te trekken,
5.2. veroordeelt de Brandweer in de proceskosten, aan de zijde van Icon Protect tot op heden begroot op € 1.475,17,
5.3. veroordeelt de Brandweer in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 131,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. C.G. van Blaaderen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2012.?