ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3365
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Polak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag extra uren rechtsbijstand in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 mei 2012 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag om extra uren rechtsbijstand in een strafzaak. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S. Schuurman, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, die de aanvraag om extra uren had afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat hij zelf geen bezwaar heeft gemaakt, terwijl het beroep van de gemachtigde van eiser wel ontvankelijk is.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat de aanvraag om extra uren rechtsbijstand is afgewezen op basis van het beleid van verweerder, dat stelt dat extra uren alleen worden goedgekeurd als de zaak feitelijk of juridisch gecompliceerd is. De rechtbank oordeelt dat in dit geval geen sprake is van een veelheid van juridisch relevante feiten die het gebruikelijke overstijgt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het aantal daadwerkelijk bestede uren niet het enige criterium is voor het toekennen van extra uren, maar dat verweerder op een abstracte wijze toetst of de extra uren voor vergoeding in aanmerking komen.
De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid de aanvraag om extra uren heeft kunnen afwijzen en verklaart het beroep van de gemachtigde van eiser ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is mondeling gedaan, en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.