ECLI:NL:RBAMS:2012:BX7498

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CV12-26396
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en veroordeling tot ontruiming en betaling van huurachterstand

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 september 2012 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Vesteda Investment Management B.V. als eiseres en twee gedaagden die niet verschenen. De eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van een huurachterstand van € 2.860,60. De gedaagden waren in verzuim met betrekking tot hun huurbetalingen, en de eiseres had in de dagvaarding geen onderscheid gemaakt tussen huurachterstanden vóór en na de wijziging van artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek per 1 juli 2012. Dit leidde tot de afwijzing van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, omdat er onvoldoende specificatie was gegeven over de huurachterstanden en de bijbehorende incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was, en heeft de huurovereenkomst ontbonden. Tevens werd de ontruiming van de woning bevolen en werden de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de kosten van het geding. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk : 1375201 CV EXPL 12-26396
Datum : 17 september 2012
560
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap VESTEDA INVESTMENT MANAGEMENT B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam
eiseres
gemachtigde: mr. L.M. Jongerius
t e g e n
Gedaagde 1
en
Gedaagde 2
beiden wonende te [woonplaats],
gedaagden,
niet verschenen.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij exploot van dagvaarding van 20 augustus 2012 heeft eiseres gevorderd ontbinding van na te noemen huurover¬eenkomst met ontrui¬ming van het gehuurde en veroordeling van gedaagden tot betaling van een bedrag van € 2.860,60 met nevenvordering(en), één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.
Tegen gedaagden is verstek verleend. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
De vordering komt niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze toewijsbaar is, behoudens het hierna volgende.
Uit de productie bij dagvaarding blijkt dat in de gevorderde hoofdsom een bedrag van
€ 25,00 aan aanmaankosten en een bedrag van € 5,69 aan rentenota zijn begrepen. Deze bedragen worden afgewezen nu hiervoor onvoldoende is gesteld.
Ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten geldt het volgende. De vordering heeft betrekking op huurachterstand, berekend tot en met augustus 2012. Per 1 juli 2012 is artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek gewijzigd en gelden er ten aanzien van vorderingen met betaling waarvan schuldenaren per die datum in verzuim zijn andere voorschriften om aanspraak te kunnen maken op buitengerechtelijke kosten. Eiseres heeft in de dagvaarding geen onderscheid gemaakt in huurachterstand waarmee gedaagden vóór 1 juli 2012 en na 1 juli 2012 in verzuim waren en dus ook geen uitsplitsing gemaakt van de incassokosten die zouden kunnen worden toegewezen over de huurachterstand vóór 1 juli 2012 en na 1 juli 2012. De buitengerechtelijke kosten worden daarom in zijn geheel afgewezen.
BESLISSING
De kantonrechter:
I.ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan [adres] te Amsterdam Zuidoost;
II.veroordeelt gedaagden om het gehuurde te ontruimen en ter beschikking van eiseres te stellen, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 Rv bepaalde;
III.veroordeelt de gedaagden hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, aan eiseres te voldoen:
a.€ 2.599,31, ter zake van de hoofd¬som
b.€ 52,10, ter zake van meegevorderde rente
het onder a. genoemde bedrag vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2012 tot de voldoening;
IV.veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, aan eiseres te voldoen de som van € 873,26 voor elke maand of gedeelte daarvan gedurende welke gedaagden na 31 augustus 2012 in het genot blijven van de woning;
V.veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van het geding, tot deze uitspraak aan de zijde van eiseres begroot op € 714,40, gespecificeerd als volgt:
Exploot € 102,40
Salaris € 175,00
Vastrecht € 437,00
Totaal € 714,40
VI.verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
VII.wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 september 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter