ECLI:NL:RBAMS:2012:BY0200

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EA12-235
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M.P.M. Strengers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en vergoeding bij faillissement van Selexyz

In deze zaak heeft de kantonrechter te Hilversum op 10 oktober 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap B.V. Boekhandel V.H. C. Kooyker en [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie]. De verzoeker, Kooyker, heeft een voorwaardelijk verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, terwijl de werknemer een onvoorwaardelijk verzoek tot ontbinding met een vergoeding heeft ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen. De werknemer heeft aangevoerd dat hij recht en belang heeft bij de onvoorwaardelijke toewijzing van zijn verzoek, omdat hij geen ander werk heeft gevonden en de curator van Selexyz heeft geconcludeerd dat hij in dienst was van Kooyker en niet van de failliete Selexyz. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werknemer in zijn verzoek kan worden ontvangen en heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 november 2012. Tevens is aan de werknemer een vergoeding van € 90.000,00 bruto toegekend, te betalen door Kooyker. De kantonrechter heeft de kosten van de procedure voor Kooyker vastgesteld op € 3.000,-- inclusief BTW. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van beide partijen in het licht van de faillissementsprocedures en de gevolgen daarvan voor de arbeidsovereenkomst.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE HILVERSUM
Kenmerk: EA 12-235
Datum: 10 oktober 2012
251
BESCHIKKING VAN DE KANTONRECHTER TE HILVERSUM
op een verzoek als bedoeld in artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek, ingediend door:
de besloten vennootschap B.V. BOEKHANDEL V.H. C. KOOYKER
gevestigd en kantoorhoudende te Leiden
verzoekster in (voorwaardelijke) conventie
verweerster in reconventie
nader te noemen Kooyker
gemachtigden: mrs. I.M. van der Vorst en D.D. Rinkel
t e g e n:
[verweerder in (voorwaardelijke) conventie
verzoeker in reconventie]
wonende te [woonplaats]
verweerder in (voorwaardelijke) conventie
verzoeker in reconventie
nader te noemen [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie]
gemachtigde: mr. E.J. Henrichs
VERLOOP VAN DE PROCEDURES
in conventie en reconventie
Kooyker heeft op 17 augustus 2012 een (voorwaardelijk) verzoek met 24 bewijsstukken ingediend dat strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst voor het geval deze nog mocht bestaan.
[verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] heeft op 10 september 2012 een verweerschrift ingediend. In het verweerschrift heeft [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] een tegenverzoek strekkende tot ontbinding van de volgens hem tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst ingediend.
De verzoeken zijn behandeld ter terechtzitting van 12 september 2012 te samen met de soortgelijke verzoeken van Kooyker in de zaken tegen [naam A] en [naam B]. Kooyker is verschenen bij [naam C] en haar gemachtigden. [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] is verschenen, vergezeld door zijn gemachtigde. Na afloop van de zitting heeft [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] op 19 september 2012 een nadere toelichting op zijn onvoorwaardelijke tegenverzoek ingediend, naar aanleiding waarvan Kooyker op 26 september 2012 een schriftelijke reactie gegeven heeft.
De beschikkingen zijn op heden bepaald.
BEOORDELING VAN DE VERZOEKEN
Feiten en omstandigheden
in conventie en reconventie
1.Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
1.1.Kooyker was een van de negen dochtermaatschappijen van Selexyz Boekhandels B.V., hierna te noemen Selexyz. Selexyz was een van de drie onderdelen die in 2009 voortgekomen zijn uit de opsplitsing van Boekhandelsgroep Nederland B.V. Aandeelhouders van Selxyz waren Audax (33,4%) en [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie], [naam A] en [naam B] (66,6%).
1.2.In 2011 sloot Selexyz met haar belangrijkste crediteuren onder wie de ABN AMRO Bank en Centraal Boekhuis een zogenaamde “stand still agreement”. In 2012 zegde ABN AMRO Bank deze overeenkomst op wat ertoe geleid heeft dat Selexyz op 27 maart 2012 in staat van faillissement werd verklaard. Haar aandelen in de negen dochtermaatschappijen werden gekocht door ProCures Investments B.V., die op haar beurt deze aandelen doorverkocht aan DSS Holding B.V., waarvan ProCures 60% van de aandelen houdt. Haar werknemers zijn door de faillissementscurator ontslagen. Het door de curator aan [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] gegeven ontslag is door hem herroepen, omdat [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] volgens de curator niet in dienst was van Selexyz, maar van Kooyker.
1.3.Tussen de door ProCures overgenomen dochtermaatschappijen van Selexyz en Boekhandel De Slegte B.V. te Amsterdam enerzijds en FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond anderzijd is in de tweede helft van 2012 een sociaal plan overeengekomen. Op grond van artikel 9 van dat plan hebben werknemers van de betreffende dochtermaatschappijen en van De Slegte B.V. met wie in het kader van de reorganisatie de arbeidsovereenkomst beëindigd moet worden, aanspraak op een suppletie op hun WW-uitkering, inhoudende maandelijks een suppletie van 15% van het laatstverdiende brutosalaris gedurende een periode die afhankelijk is van de duur van het dienstverband.
1.4.[verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie], thans 55 jaar oud, is op 15 maart 2001 in dienst getreden van Boekhandels Groep Nederland B.V, hierna te noemen BGN en is hij door de algemene vergadering van aandeelhouders van BGN benoemd tot algemeen directeur. Tot financieel directeur werd toen M.P. [naam A] benoemd.
1.5.Op 15 september 2011 hebben Boekhandelsmanagement B.V., Selexyz, [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] en [naam A] een “Overeenkomst op Hoofdlijnen” gesloten, inhoudende dat de Raad van Commissarissen op de datum van de overeenkomst [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] en [naam A] tijdelijk met behoud van hun salarissen zou schorsen wat zij beiden tot 1 januari 2012 zouden respecteren en een interim statutair directeuren zou benoemen voor de periode tot in beginsel 1 januari 2012.
1.6.Op het tijdstip van het faillissement van Selexyz verdiende [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] een brutosalaris van € 17.916,67 per maand exclusief vakantietoeslag. Tot op heden heeft [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] geen ander werk gevonden.
in conventie
het verzoek
2.Kooyker verzoekt de kantonrechter om voor zover vereist de arbeidsovereenkomst van partijen op grond van gewijzigde omstandigheden dadelijk, althans zo spoedig mogelijk te ontbinden zonder oplegging van een vergoeding te haren laste en om [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.Daartoe stelt Kooyker voorop dat naar haar oordeel van een arbeidsovereenkomst tussen partijen nimmer sprake is geweest doch dat voor het geval dat daarvan wel sprake mocht zijn, deze zo spoedig mogelijk moet worden ontbonden.
4.Voor het toekennen van een vergoeding aan Kooyker is naar haar mening geen grond. [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] heeft in zijn functie van algemeen directeur forse managementfouten gemaakt, waardoor Selexyz in zwaar weer is komen te verkeren wat uiteindelijk tot haar faillissement heeft geleid. Een en ander is mede geconstateerd door Grand Thornton Specialist Advisory Services B.V. blijkens haar rapport d.d. 31 augustus 2011. Zijn disfunctioneren heeft uiteindelijk geleid tot zijn schorsing op 1 oktober 2011.
5.Voorts heeft [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] verzwegen dat er volgens hem een arbeidsovereenkomst met Kooyker zou bestaan, terwijl er wel een overeenkomst namens hem is ondertekend waarbij een einde werd gemaakt aan de arbeidsrelatie tussen hem en Selexyz. Verder is deze informatie ook verzwegen tijdens de due diligence welke is uitgevoerd toen de standstill-agreement nog van kracht was.
6.[verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] tracht via een U-bocht constructie ten nadele van de werknemers die werkzaam zijn gebleven bij de van Selexyz overgenomen vennootschappen en van de werknemers aan wie hij leiding heeft gegeven, zijn eigen belang te laten prevaleren. Door zijn enorme claim tracht hij de financiering van een deugdelijk plan ten behoeve van de omstreeks 148 medewerkers te frustreren.
7.Kooyker stelt dat zij niet in staat is om de forse salariskosten van € 17.916,67 bruto per maand van [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] te voldoen. Zij genereert geen eigen inkomsten en beschikt niet over enig eigen vermogen. Zij heeft een bedrijf waar slechts administratieve handelingen plaatsvinden. Blijkens de door haar overgelegde consolidatiestaten over de jaren 2001-2009 op basis waarvan de officiële jaarrekening van Selexyz-groep is vastgesteld, is het resultaat voor vennootschapsbelasting in deze jaren nihil geweest. Het vermogenssaldo in die jaren is ongewijzigd € 136.134 gebleven. Ook de organisatie waar Kooyker thans deel van uitmaakt, is niet in staat om de exorbitant hoge salariskosten van [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] te voldoen. In die organisatie is nog steeds sprake van een voortdurende verliesgevende situatie.
8.Voor zover de kantonrechter mocht oordelen dat er wel een vergoeding aan [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] toegekend moet worden, zal [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] hoogstens aanspraak kunnen maken op de voorzieningen die opgenomen zijn in het Sociaal Plan voor medewerkers die als gevolg van de reorganisatie binnen de nieuwe organisatie voorgedragen worden voor ontslag. Het toekennen van een vergoeding is op geen enkele wijze uit te leggen aan de medewerkers van de huidige Selexyz-groep en evenmin aan de medewerkers van het inmiddels gefailleerde Selexyz.
9.Kooyker is voornemens [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] alsmede de twee andere voormalige directieleden aansprakelijk te stellen en te houden voor alle schade die zij lijdt c.q. heeft geleden en zal lijden ten gevolge van hun gedragingen en nalatigheden.
het verweer
10.[verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] verzet zich niet (langer) tegen de beëindiging van zijn dienstverband met Kooyker. Waar hij aanvankelijk nog mocht veronderstellen dat hij zijn werkzaamheden zou kunnen voortzetten, is in het verzoekschrift door Kooyker wel duidelijk gemaakt dat de nieuwe aandeelhouder tegen elke prijs van hem af wil.
11.[verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] verzoekt de kantonrechter wel aan hem ten laste van Kooyker een vergoeding toe te kennen van € 105.000,-- bruto. Daartoe voert hij aan wat hij in reconventie heeft gesteld.
in reconventie
het verzoek
12.[verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] verzoekt de kantonrechter – onvoorwaardelijk – de arbeidsovereenkomst per
1 november 2012 te ontbinden en hem daarbij een vergoeding van € 105.000,-- bruto ten laste van Kooyker toe te kennen.
13.[verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] stelt dat hij bij zijn onvoorwaardelijke verzoek recht en belang heeft gezien het feit dat Kooyker koste wat het kost de arbeidsovereenkomst met hem wil doen eindigen. Geconstateerd moet worden dat er sprake is van veranderingen in de omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn moet eindigen.
14.Ter onderbouwing van zijn stelling dat er tussen partijen (nog) een arbeidsovereenkomst bestaat, heeft [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] het volgende aangevoerd:
- Kooyker heeft hem sedert 2007 het salaris betaald;
- partijen kozen destijds voor die oplossing, omdat aldus kon worden voorkomen dat hij verplicht zou moeten deelnemen in het Bedrijfstak pensioenfonds voor de detailhandel, terwijl voor hem al een pensioenregeling bij Zwitserleven liep;
- om als werkgever te kunnen optreden, heeft Kooyker bij het handelsregister “Selexyz Management” als handelsnaam gedeponeerd;
- Kooyker was voor hem (en zijn collega’s [naam A] en [naam B]) ook bij het UWV aangesloten als werkgever, reden waarom het UWV hem na het ontslag door de curator van Selexyz geen WW-uitkering heeft toegekend; uit de administratie bleek immers dat Kooyker zich als werkgever beschouwde;
- Kooyker heeft altijd loonbelasting aan de fiscus afgedragen; gebleken is dat Kooyker over alle voorgaande maanden aangifte voor de verschuldigde loonbelasting heeft gedaan en de daaruit volgende aanslagen gewoon heeft betaald.
15.[verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] wijst erop dat Kooyker tevergeefs heeft geprobeerd een (voorwaardelijke) ontslagvergunning voor hem te verkrijgen op bedrijfseconomische gronden; van de verwijten die hem thans door Kooyker worden gemaakt, is in de stukken bij het UWV niets terug te vinden.
16.De verwijten die Kooyker hem maakt, zijn volgens [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] ongegrond. Hij en [naam A] zijn niet geschorst wegens de slechte resultaten en mismanagement, maar zij zijn op basis van afspraken met de Raad van Commissarissen tijdelijk teruggetreden om ruimte te maken voor een interimmanager die zou moeten zorgen voor een oplossing die zou moeten inhouden dat een groot deel van de financiële pijn zou worden verdeeld over de aandeelhouders en crediteuren. Omdat de directieleden tevens aandeelhouder waren, maakten de crediteuren bezwaar tegen de betrokkenheid van de directie bij het onderzoeken en opstellen van een reddingsplan.
17.Het conflict tussen partijen heeft aldus [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] een complexe achtergrond. Boekhandels hebben het sinds 2008/2009 moeilijk. Net als bij andere takken van de detailhandel eisen de opeenvolgende crises hun tol. Daarnaast zijn er specifieke ontwikkelingen in het boekenvak. Jongere generaties lezen minder. Er wordt steeds meer via Internet gekocht en het elektronisch lezen rukt op. De problemen bij Selexyz zijn ook veroorzaakt doordat de uitvoering van de opsplitsing van Boekhandelsgroep Nederland B.V. veel complexer bleek dan partijen hadden voorzien. Er deden zich problemen voor op het gebied van de administratie, IT-systemen en financiën, wat heeft geleid tot langdurig touwtrekken tussen de betrokken partijen.
18.Al deze ontwikkelingen hebben er toe geleid dat Selexyz het in 2010 en 2011 zwaar te verduren kreeg. De schulden aan toeleveranciers liepen steeds hoger op. Eén van de toeleveranciers was aandeelhouder Audax, die geprobeerd heeft hem en [naam A] eruit te werken. Omdat de zittende aandeelhouders niet in staat en/of bereid waren additioneel kapitaal te verschaffen, heeft Selexyz uiteindelijk hulp gezocht bij derden.
19.ProCures bleek geïnteresseerd en heeft uiteindelijk met crediteuren en aandeelhouders op 15 september 2011 de hiervoor onder 1.5 genoemde “Overeenkomst op Hoofdlijnen” gesloten. ProCures heeft zich vervolgens bediend van de methode die vaker wordt gebruikt: wie op basis van het “principe-akkoord” binnenkomt in de onderneming onder meer voor een due diligence-onderzoek, vindt altijd argumenten om de deal open te breken. Zich bewust van dit risico hebben [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] en [naam A] het daar meer dan eens met [naam C], de belangrijkste vertegenwoordiger van ProCures over gehad. Keer op keer heeft [naam C] hen uitdrukkelijk gezegd zich aan de gemaakte afspraken te zullen houden en nooit de onderneming uit een faillissement te zullen overnemen.
20.Dat is echter wel wat er is gebeurd. ProCures heeft na het sluiten van het akkoord met aandeelhouders en crediteuren te lang gedaan over het onderzoek en aanvullende eisen gesteld. Aldus heeft zij bewerkstelligd dat Selexyz uiteindelijk haar faillissement moest aanvragen en heeft zij ondanks de uitdrukkelijke toezeggingen van [naam C] onderdelen van Selexyz uit het faillissement gekocht. Op deze manier is ProCures erin geslaagd hem de koopprijs voor zijn aandelenbelang en de ontslagvergoeding wegens beëindiging van het dienstverband te onthouden. Concreet gaat het om een ontslagvergoeding van € 475.000,-- voor hem en [naam A] tezamen en een belang van tussen de 2,7 en 5,4% in het aandelenkapitaal van de door ProCures nieuw op te richten onderneming.
21.Wat het rapport van Grant Thornton dat op verzoek van de crediteuren werd opgesteld betreft, dat stond bol van de fouten en daarom moesten er meerdere versies van gemaakt worden, waardoor gaandeweg tal van beschuldigingen zijn ingetrokken. Merkwaardig genoeg bleef de conclusie dat het management moest opstappen, steeds overeind. De Raad van Commissarissen heeft uiteindelijk afstand genomen van het rapport en zich niet achter de conclusies van het rapport geschaard. Van de verwijten die Kooyker de directieleden maakt, is in het verslag van de curator van Selexyz geen spoor te vinden.
22.Het is juist dat de “Overeenkomst op Hoofdlijnen” ervan uitging dat hij en de andere directieleden in dienst waren van Selexyz. Daarvoor is een simpele verklaring: de betrokken advocaten wisten niet dat de directieleden niet bij Selexyz in dienst waren, maar bij Kooyker.
23.Toekenning van een vergoeding van € 105.000,-- bruto aan hem acht [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] passend. Dit bedrag is aanzienlijk minder dan de eerder met de aandeelhouder van Kooyker afgesproken vergoeding en wat hij zou krijgen volgens de kantonrechtersformule. Die vergoeding is ook in lijn met het Sociaal Plan als men in ogenschouw neemt dat anderen zich kunnen beroepen op de suppletieregeling van artikel 9 van het Sociaal Plan en Kooyker in dit geval de opzegtermijn niet nakomt, omdat zij kiest voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst van partijen via artikel 7:685 BW.
het verweer
24.Voorop wordt door Kooyker gesteld dat [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] in zijn verzoek, voor zover dat onvoorwaardelijk door hem gedaan is en strekt tot een uitvoerbaar bij voorraad verklaarde veroordeling, niet kan worden ontvangen. Zich beroepend op jurisprudentie en diverse (hoog)geleerde schrijvers betoogt Kooyker dat er geen ruimte is voor toewijzing van een onvoorwaardelijke tegenverzoek in een artikel 7:685 BW-procedure, omdat dat ongewenste en complicerende procesrechtelijke gevolgen heeft. Een aldus toegekende vergoeding wordt incasseerbaar voor de werknemer, terwijl de werkgever tegen de beschikking in hoger beroep moet gaan, waarbij slechts heel beperkt getoetst kan worden of de kantonrechter al dan niet buiten het toepassingsgebied van artikel 7:685 BW is getreden. Een volledige toetsing in hoger beroep is niet mogelijk. Een verzoekschriftprocedure leent zich niet voor een uitgebreid feitenonderzoek ter vaststelling van het al dan niet bestaan van een arbeidsovereenkomst. Een dergelijk onderzoek dient te geschieden in een dagvaardingsprocedure waarbij partijen tevens over de mogelijkheid van hoger beroep en cassatie beschikken.
25.In dit kader brengt Kooyker ook nog te berde dat de salarisbetalingen aan [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] en de twee andere directieleden door haar ten behoeve van Selexyz gebaseerd waren op een interne (betalings)afspraak tussen Selexyz enerzijds en haar anderzijds die niet aan te merken is als een derdenbeding. [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] en de twee andere directieleden kunnen op deze interne afspraak geen beroep doen nu deze geen derdenwerking heeft.
26.Wat het verzoek zelf betreft, voert Kooyker als verweer hetgeen door haar in conventie is gesteld.
Beoordeling
in conventie en reconventie
27.Nu beide partijen ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht hebben, moet geconstateerd worden dat er sprake is van veranderingen in de omstandigheden op grond waarvan de arbeidsovereenkomst na korte tijd moet worden ontbonden.
28.De vraag die nu beantwoord moet worden, is of [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] in zijn verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding kan worden ontvangen, voor zover dat onvoorwaardelijk is gedaan. Die vraag kan niet zonder meer met ja of neen worden beantwoord. Voorop moet gesteld worden dat ook voor een procedure ex artikel 7:685 BW in beginsel alle bepalingen van het bewijsrecht ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden, zij het dat de aard van de procedure ex artikel 7:685 BW vaak onverkorte toepassing van die bepalingen niet mogelijk maakt.
29.Bepalend voor het antwoord op voormelde vraag zijn de omstandigheden van het geval en dan met name de omstandigheid of de werknemer recht en belang heeft bij onvoorwaardelijke toewijzing van zijn verzoek en of de vaststelling van het al dan niet bestaan van de door de werknemer gestelde arbeidsovereenkomst zonder een al te uitgebreid en dus tijdrovend feitenonderzoek kan geschieden.
30.In dit geval waarin het UWV Werkbedrijf evenals de curator in het faillissement van Selexyz geconcludeerd heeft dat [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] niet in dienst van de failliete Selexyz is, maar van Kooyker en [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] dus geen aanspraak heeft op een WW-uitkering, heeft [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] die nog geen ander werk gevonden heeft, evident belang bij onvoorwaardelijke, bij voorraad uitvoerbaar verklaarde toewijzing van zijn verzoek.
31.Om de hiervoor onder 14 vermelde, door Kooyker onweersproken gebleven feiten en omstandigheden concludeert ook de kantonrechter dat [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] niet meer in dienst was van het failliete Selexyz, maar nog wel in dienst is van Kooyker.
32.De beschuldigingen die Kooyker aan het adres van [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] heeft gericht, heeft [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] in zijn verweer afdoende weerlegd. Hieruit volgt dat zijn verzoek tot ontbinding onder toekenning van een vergoeding moet worden toegewezen.
33.Bij de bepaling van de hoogte van de toekenning van de vergoeding wordt rekening gehouden met de eventuele aanspraken die [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] nog jegens Kooyker uit hoofde van hun arbeidsovereenkomst mocht hebben. Ook wordt rekening gehouden met het feit dat de moedermaatschappij van Kooyker nog in zwaar weer verkeert.
34.Nu aan [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] een vergoeding wordt toegekend die lager is dan door hem is verzocht, dienen beide partijen in de gelegenheid gesteld te worden om hun verzoeken in te trekken.
in conventie en reconventie
35.Gezien de uitkomst van de procedures en de gronden waarop deze berusten, dient Kooyker veroordeeld te worden in de kosten daarvan.
BESLISSING
De kantonrechter:
in conventie:
I.ontbindt voorwaardelijk voor het geval tussen partijen heden nog een arbeidsovereenkomst bestaat, hun arbeidsovereenkomst met ingang van 1 november 2012;
II.kent voor dat geval aan [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] een vergoeding toe ten laste van Kooyker ter hoogte van € 90.000,00 bruto, te verminderen met hetgeen hij uit hoofde van die arbeidsovereenkomst nog van Kooyker te vorderen mocht hebben, strekkende tot aanvulling van door [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] te ontvangen uitkeringen dan wel elders verdiend loon;
III.veroordeelt Kooyker tot betaling van deze vergoeding in die zin dat deze veroordeling eerst dan ten uitvoer kan worden gelegd, als de arbeidsovereenkomst tussen partijen heden nog bestaat;
IV.bepaalt dat het onder I t/m III gestelde rechtskracht ontbeert, indien het verzoek door Kooyker uiterlijk op 25 oktober 2012 wordt ingetrokken;
V.wijst het meer of anders verzochte af;
in reconventie:
VI.ontbindt de arbeidsovereenkomst van partijen met ingang van 1 november 2012;
VII.kent aan [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] een vergoeding toe ten laste van Kooyker ter hoogte van € 90.000,00 bruto, te verminderen met hetgeen hij uit hoofde van die arbeidsovereenkomst nog van Kooyker te vorderen mocht hebben, strekkende tot aanvulling van door [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] te ontvangen uitkeringen dan wel elders verdiend loon;
VIII.veroordeelt Kooyker, uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van deze vergoeding in drie maandelijkse termijnen waarvan de eerst vervalt op 1 december 2012 en de laatste op 1 februari 2013;
IX.bepaalt dat het onder VI t/m VIII gestelde rechtskracht ontbeert, indien het verzoek door [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] uiterlijk op 25 oktober 2012 wordt ingetrokken;
X.wijst het meer of anders verzochte af;
in conventie en reconventie
XI.veroordeelt Kooyker, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van de procedures die aan de zijde van [verweerder in (voorwaardelijke) conventie/verzoeker in reconventie] gevallen zijn en die tot op heden worden begroot op € 3.000,-- inclusief BTW voor salaris van haar gemachtigde.
Aldus gegeven door mr. F.M.P.M. Strengers, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2012 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter