ECLI:NL:RBAMS:2012:BY2643

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
527025 / KG ZA 12-1337 Pee/BB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.A.J. Peeters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over levering van aandelen en voorwaarden van de SPA tussen Bankiers N.V. en United Group Holdings B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vorderde eiseres, Bankiers N.V., dat gedaagde, United Group Holdings B.V., akkoord zou gaan met de levering van 100% van de aandelen zoals overeengekomen in de Share Purchase Agreement (SPA). Eiseres stelde dat United slechts toestemming had gekregen voor de levering van 80% van de aandelen, met de belofte dat de resterende 20% later zou worden geleverd. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat United niet verplicht was om genoegen te nemen met deze gedeeltelijke levering, aangezien de SPA recht gaf op de volledige overdracht van de aandelen, mits aan alle voorwaarden was voldaan.

De voorzieningenrechter wees de vorderingen van eiseres af, omdat de CBCSM, die toestemming moest geven voor de transactie, voorwaarden had gesteld die de volledige overdracht belemmerden. De rechter benadrukte dat de verplichting om door te onderhandelen of samen met eiseres de CBCSM te benaderen niet op de SPA kon berusten. De uitspraak werd gedaan in een kort geding, waarbij de voorzieningenrechter de spoedeisendheid van de zaak erkende en op 19 oktober 2012 uitspraak deed.

Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van United zijn begroot op € 4.437,00. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de kostenveroordeling onmiddellijk kon worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. De zaak illustreert de complexiteit van aandeeloverdrachten en de noodzaak om aan alle voorwaarden van een overeenkomst te voldoen voordat een transactie kan worden afgerond.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 527025 / KG ZA 12-1337 Pee/BB
Vonnis in kort geding van 19 oktober 2012
in de zaak van
de naamloze vennootschap
[EISERES] BANKIERS N.V.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
eiseres bij dagvaarding van 9 oktober 2012,
advocaat mr. P.D. Olden en mr. M.F. Noome te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNITED GROUP HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Willemstad (Curaçao),
gedaagde,
advocaat mr. C.B. Schutte en mr. G.J.G. Bolderman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en United worden genoemd.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 18 oktober 2012 heeft [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding, met dien verstande dat zij haar vordering heeft gewijzigd zoals hierna onder 3.1 staat vermeld. United heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 19 oktober 2012 uitspraak gedaan, in de vorm van dit verkorte vonnis. De uitwerking daarvan kan op een later tijdstip volgen. Die uitwerking zal aan overwegingen uitsluitend de hierna bij “De beoordeling” volgende overwegingen bevatten. Partijen wordt daarom verzocht om binnen zeven dagen na de vonnisdatum aan de onderaan dit vonnis genoemde griffier, schriftelijk mee te delen of zij nog prijs stellen op een uitwerking. Mocht een dergelijk bericht niet worden ontvangen, dan zal van uitwerking worden afgezien.
Ter zitting waren aanwezig:
Aan de zijde van [eiseres]: [A] en [B] met mrs. Olden en Noome.
Aan de zijde van United: [C] en [D] met mrs. Schutte en Bolderman.
2. De feiten
Volgen met de eventuele uitwerking.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert na eiswijziging -samengevat- om United op straffe van dwangsommen te veroordelen:
Primair: om de aan [eiseres] onder de SPA verschuldigde koopprijs ten bedrage van EUR 8.725.690,= aan [eiseres] te voldoen en binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis ten kantore van de advocaten van [eiseres] de Onderhandse Akte van Overdracht te ondertekenen, hetzij in de oorspronkelijke vorm, hetzij na aanpassing conform de als productie 23 overgelegde concept-akte, en mee te werken aan het passeren van de Notariële Akte van Overdracht ten overstaan van notaris mr. [notaris], en te gehengen en gedogen dat de verschuldigde koopprijs door de notaris wordt doorbetaald aan [eiseres] als overeengekomen in artikel 2.2. van de Notariële Akte van Overdracht;
Blijkens de pleitnota onder 52 strekt deze vordering ertoe dat United de koopprijs zal betalen, dat zij de aandelen in het trustbedrijf aanstonds geleverd krijgt, dat zij 80% geleverd krijgt van de aandelen in het bankbedrijf en dat zij de levering van de resterende 20% zelf kan bewerkstelligen doordat zij onherroepelijk tot levering wordt gemachtigd;
Subsidiair: om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis samen met [eiseres] het gesprek aan te gaan met de CBCSM om tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te komen en met [eiseres] te goeder trouw te onderhandelen over een aanpassing van de SPA voor zover noodzakelijk om de voorliggende of andere door de CBCSM geboden oplossingen in de verkoopvoorwaarden te verwerken.
Ten slotte vordert [eiseres] om United in de proceskosten en nakosten te veroordelen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2. De standpunten van partijen komen voor zover van belang hierna onder de beoordeling en later in de eventuele uitwerking aan de orde.
4. De beoordeling
4.1. Omdat in dit geval sprake is van een procedure waarin een voorlopige voorziening wordt gevorderd, zal de voorzieningenrechter artikel 127a lid 1 en lid 2 Rv - waarin is bepaald dat aan het niet tijdig betalen van het griffierecht consequenties worden verbonden - buiten beschouwing laten. Toepassing van deze bepaling zou immers, gelet op het belang van één of beide partijen bij de toegang tot de rechter, leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
4.2. Een vordering tot nakoming kan in kort geding alleen worden toegewezen, indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het standpunt van eiser zal volgen, bijvoorbeeld als gedaagde een kennelijk ongegrond verweer voert, en indien van eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitslag van de bodemprocedure afwacht.
4.3. Vaststaat dat United bij de tussen partijen op 25 april 2012 tot stand gekomen SPA van [eiseres] 100% van de aandelen in het kapitaal van [eiseres] Bank Curaçao heeft gekocht. Op grond van de SPA moet de betaling van de koopprijs en de levering van de aandelen (de Closing) plaatsvinden binnen vijf werkdagen nadat een aantal opschortende voorwaarden (conditions precedent) zijn vervuld, doch uiterlijk op 1 oktober 2012. Na het verstrijken van die termijn zonder dat de Closing tot stand is gekomen kan iedere partij de SPA beëindigen, hetgeen United op 2 oktober 2012 heeft gedaan.
Een van de conditions precedent is dat de CBCSM toestemming dient te verlenen voor deze transactie. De CBCSM heeft inderdaad toestemming verleend maar daaraan enkele voorwaarden verbonden. Naast een solvabiliteitsratio van 10,5% waartegen United geen bezwaar had, heeft de CBCSM aanvankelijk verlangd dat de heer Elias (de UBO) van United zich persoonlijk garant zou stellen voor het geval [eiseres] Bank Curaçao niet langer haar crediteuren kan voldoen. Toen bleek dat de heer Elias daartoe niet bereid was, heeft de CBCSM toestemming verleend onder andere voorwaarden zoals in haar brief van 26 september 2012 is verwoord. Die toestemming luidt voor zover van belang:
‘(…) the Bank grants your institution permission to acquire 80% of VLO’s shares under the following conditions:
• VLBC should always maintain a solvency ratio of at least 10,5% and
• The [eiseres] group should remain with 20% of VLO’s shares for a period of at least two years following your institution’s acquisition of 80% of VLO’s shares.
Before expiration of the two year period, the Bank will determine whether or not it deems it prudent for your institution to acquire the remaining 20% of VLO’s shares.
Furthermore, we inform you that during the two year period additional conditions may be imposed if prudential considerations call for that.’
Uit de eigen stellingen van [eiseres] blijkt dat zij op grond van de wijze waarop de CBCSM toestemming heeft verleend thans niet in staat is 100% van de aandelen over te dragen, maar dat zij gehouden is gedurende twee jaar 20% van die aandelen aan te houden.
Daarop stuit de primaire vordering af. Blijkens de toelichting op haar vordering verlangt [eiseres] dat United meewerkt aan overdracht van 80% van de aandelen thans met onvoorwaardelijke machtiging tot levering van het resterende deel in de toekomst, naar de voorzieningenrechter begrijpt op het moment dat de CBCSM toestemming verleent tot verwerving van de resterende 20% van de aandelen. Op grond van de SPA heeft, indien aan alle verdere voorwaarden binnen de overeengekomen termijn is voldaan, United echter aanspraak op levering van 100% van de aandelen. Er is geen reden waarom United genoegen zou moeten nemen met 80% van de aandelen omdat de CBCSM aan overdracht van 100% van de aandelen vooralsnog in de weg staat. Daar komt bij dat uit de thans geldende toestemming van de CBCSM als hiervoor aangehaald blijkt dat de CBCSM zich de bevoegdheid voorbehoudt na verloop van de twee jaar waarin [eiseres] 20% van de aandelen dient te houden, te beoordelen of zij toestemming wil of kan verlenen voor overdracht van die 20% aan United.
Weliswaar heeft [eiseres] gesteld dat United zich onvoldoende heeft ingespannen om de CBCSM aan haar zijde te krijgen, maar dat neemt niet weg dat een eventueel verzuim van United op dit punt niet tot gevolg kan hebben dat zij gehouden is om iets anders over te nemen dan partijen beoogden toen zij de SPA sloten. Indien en voor zover zou blijken dat United op dit punt in verzuim is, zal dat in een bodemprocedure kunnen leiden tot schadeplichtigheid van United.
Daar komt nog bij dat [eiseres] in haar primaire vordering een door United te betalen koopprijs heeft vermeld waarvan nog maar de vraag is of die bij een overdracht van 80% van de aandelen nu en 20% later wel kan gelden.
4.4. De subsidiaire vordering wordt eveneens afgewezen. Doordat de CBCSM niet heeft ingestemd met overdracht van 100% van de aandelen, want dat is na de gewijzigde toestemming de stand van zaken, kon [eiseres] op de uiterste datum voor de Closing niet voldoen aan haar verplichtingen op grond van de SPA. Zij kon immers geen 100% van de aandelen leveren terwijl dit wel was wat partijen beoogden bij het sluiten van de SPA. Daarmee was United op grond van artikel 16.1 van de SPA vrij om op 2 oktober 2012 de overeenkomst te beëindigen. Op grond van artikel 16.2.1 van de SPA vloeien uit die beëindiging geen andere verplichtingen voort dan in die bepaling worden genoemd. Enige verplichting om door te onderhandelen of om samen met [eiseres] de CBCSM te benaderen kan niet op de SPA berusten. Dit wordt niet anders doordat de CBCSM heeft verklaard geen show stopper te willen zijn. Die houding van de CBCSM heeft niet tot gevolg dat United tot meer verplicht is na het einde van de SPA dan in art. 16.2.1. van de SPA is overeengekomen.
4.5. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van United worden begroot op:
- griffierecht € 3.621,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 4.437,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van United tot op heden begroot op € 4.437,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.J. Peeters, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.P.W. Busch op 19 oktober 2012.?