ECLI:NL:RBAMS:2012:BY4258
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Sj.A. Rullmann
- Rechtspraak.nl
Goedkeuring onderhandse verkoop van kantoorpanden in faillissement Eurocommerce
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 27 november 2012 uitspraak gedaan in een kort geding waarin ING Bank N.V. verzocht om goedkeuring voor de onderhandse verkoop van kantoorpanden die eigendom zijn van failliete vennootschappen van Eurocommerce. De bank had op 26 oktober 2012 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 3:268 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, en op 16 november 2012 een aanvullend verzoek gedaan op basis van artikel 3:270 BW. De verzoeken werden behandeld tijdens een zitting op 19 november 2012, samen met verzoeken van andere banken die ook betrokken waren bij de faillissementen van Eurocommerce.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de onderhandse verkoop van de kantoorpanden aan HSA B.V. voor een bedrag van € 85.000.000,-- exclusief BTW, een betere opbrengst zal opleveren dan een openbare verkoop. De bank had taxatierapporten overgelegd waaruit bleek dat de onderhandse verkoopwaarde aanzienlijk hoger was dan de executiewaarde. De curatoren van de failliete vennootschappen hebben ingestemd met het verzoek tot onderhandse verkoop, wat de voorzieningenrechter als positief heeft beoordeeld.
De bezwaren van JDS Vastgoed B.V. en een andere partij, die claimden dat de onderhandse verkoop hun belangen schaadde, werden door de voorzieningenrechter niet gehonoreerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen bewijs was dat de kantoorpanden op een veiling meer zouden opbrengen en dat de gekozen verkoopconstructie niet onrechtmatig was. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het verzoek van de bank toegewezen en de onderhandse verkoop goedgekeurd, terwijl het verzoek op de voet van artikel 3:270 BW niet-ontvankelijk werd verklaard.