ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5346

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CV12-2170
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M.P.M. Strengers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststellingsovereenkomst en ontbinding arbeidsovereenkomst in het kader van kennelijk onredelijk ontslag

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 14 november 2012, stond de vaststellingsovereenkomst tussen de werknemer en de werkgever, Strapex Nederland B.V., centraal. De werknemer, die sinds 1983 in dienst was, vorderde onder andere betaling van vakantiegeld en schadevergoeding na de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Strapex had de arbeidsovereenkomst ontbonden in het kader van een reorganisatie, maar de werknemer betwistte de rechtmatigheid van deze ontbinding en stelde dat hij onterecht was ontslagen. De kantonrechter oordeelde dat Strapex voldoende had aangetoond dat het vakantiegeld al was betaald en dat de vaststellingsovereenkomst rechtsgeldig was. De rechter concludeerde dat er geen strijd was met de goede zeden of openbare orde en dat de werknemer niet aannemelijk had gemaakt dat Strapex zich niet voldoende had ingespannen om hem te herplaatsen. De vorderingen van de werknemer werden afgewezen, evenals de reconventionele vordering van Strapex tot schadevergoeding. De kantonrechter veroordeelde de werknemer in de proceskosten van Strapex en vice versa, waarbij de kosten aan beide zijden werden vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE HILVERSUM
Kenmerk: CV 12-2170
Datum: 14 november 2012
251
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER TE HILVERSUM
in de zaak van:
[naam eiser in conventie/verweerder in reconventie]
wonende te [--]
eiser in conventie
verweerder in reconventie
nader te noemen [eiser in conventie/verweerder in reconventie]
gemachtigde: mr. R.C.W. van der Zande
t e g e n:
de besloten vennootschap STRAPEX NEDERLAND B.V.
gevestigd te Utrecht
gedaagde in conventie
eiser in reconventie
nader te noemen Strapex
gemachtigde: mr. M. de Vries
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
-de dagvaarding van 13 april 2012 inhoudende de vordering van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] met bewijsstukken;
-de conclusies van antwoord in conventie en van eis in reconventie van Strapex met bewijsstukken
Bij tussenvonnis van 20 juni 2012 is een comparitie van partijen gelast. Ten behoeve van deze comparitie heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gebruik gemaakt van de gelegenheid voor antwoord in reconventie te concluderen en nog stukken in het geding te brengen. De comparitie is op 28 augustus 2012 gehouden. Verschenen zijn toen [eiser in conventie/verweerder in reconventie] met zijn gemachtigde en namens Strapex mevrouw
[naam], [naam] en haar gemachtigde.
Vervolgens zijn nog ingediend:
- een akte uitlaten in reconventie tevens uitlaten producties door Strapex;
- een antwoordakte tevens houdende akte uitlating producties tevens akte tot wijziging van eis;
- een antwoordakte houdende wijziging van eis.
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden
in conventie en reconventie
1.Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
1.1.Strapex maakt deel uit van het internationaal opererend concern Illinois Tool Works. Een onderdeel van dat concern is ITW Packaging Systems Europe, hierna te noemen ITW, welk bedrijf op verschillende markten in Europa actief is in de handel en productie van omsnoeringsband en ander verpakkingsmateriaal, omsnoeringsmachines en werktuigen.
1.2.[eiser in conventie/verweerder in reconventie], die geboren is op 22 februari 1953, is vanaf 16 januari 1983 tot 31 december 2012 werkzaam geweest bij ITW. Formeel was hij in dienst van Strapex. Op het laatst was hij werkzaam in de functie van general manager signode affiliates group. In die functie viel hij onder de divisie Signode Sales Europe en was hij verantwoordelijk voor verkoop in Ierland, Polen en de MPS Joint Venture Turkey. Hij werkte grotendeels zelfstandig vanuit huis of vanuit Polen en Ierland.
1.3.Op het laatst verdiende hij in zijn functie van general manager signode affiliates group
€ 12.407,59 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag. Voorts ontving hij de laatste vijf jaar van zijn dienstverband een bonus van gemiddeld € 4.527,33 per maand. Aan opties verzilverde hij de afgelopen vijf jaar gemiddeld € 4.839,15 per maand. Hij ontving een netto onkostenvergoeding van € 226,89 per maand. In januari 2011 zijn hem aandelenopties toegekend ter waarde van € 30.000,--.
1.4.Op 1 april 2011 heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] te horen gekregen dat zijn functie verviel en is hem een ontwerp voor een beëindigingsovereenkomst voorgelegd. Die door hem niet geaccepteerd is.
1.5.Op 26 juli 2011 heeft Strapex aan de kantonrechter te Hilversum verzocht de arbeidsovereenkomst van partijen te ontbinden vanwege een reorganisatie waardoor de functie van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] vervallen was. Bij beschikking d.d. 4 oktober 2011 heeft de kantonrechter het verzoek van Strapex afgewezen, omdat naar haar oordeel de aangevoerde gronden het verzoek niet konden dragen en met name niet omdat Strapex niet aannemelijk gemaakt had dat door haar voldoende rekening gehouden was met de gerechtvaardigde belangen van [eiser in conventie/verweerder in reconventie], die als gevolg van een aandoening en de daarbij behorende beperkingen niet dan wel zeer moeilijk bemiddelbaar was. Niet, althans onvoldoende was gebleken van een extra inspanning van Strapex om [eiser in conventie/verweerder in reconventie] als boventallige, moeilijk op de arbeidsmarkt bemiddelbare werknemer binnen het vertrouwde concern te herplaatsen, zoals van Strapex verwacht had mogen worden. Overleg tussen partijen over een mogelijke herplaatsing en de wederzijdse wensen en verwachtingen was er niet geweest. Dat klemde temeer nu [eiser in conventie/verweerder in reconventie]] ter zitting had aangeven dat ook demotie dan wel werkzaamheden op consultancy basis bespreekbaar was.
1.6.Op 22 december 2011 hebben partijen een overeenkomst gesloten, waarbij zij overeenkwamen de arbeidsovereenkomst met onderling goedvinden te beëindigen per 1 januari 2012 onder de navolgende voorwaarden:
- betaling van een vergoeding van € 1.050.000,-- bruto door Strapex aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] wegens te
derven inkomsten;
- vergoeding van 80 niet opgenomen vakantiedagen, 8% pro rata vakantiegeld,
een bonus over het jaar 2011 van € 80.000,-- bruto en een vergoeding van € 1.400,--
wegens reiskosten;
- een bijdrage in de kosten van rechtsbijstand van € 30.000,-- netto exclusief BTW.
1.7.In artikel 22 van de akte waarin deze overeenkomst is vastgelegd, staat:
“Parties have discussed and negotiated all aspects of the termination. There are no subjects they wish to leave untouched by this agreement and that have not been part of their negotiations. This leads to the conclusion that parties declare that after signing the termination agreement they mutually wave all claims arising from (the temination of) the employment or arising from any other reason at all. After fulfilling the obligations arising from this termination agreement, Parties …. grant each other full and final discharge in respect of all other possible claims and obligations, that are not included in this termination agreement. This final discharge covers any claim the Employee may have under Dutch law for contractual severance payment, pension (plan) damage, applicable articles and paragraphs of book 2 of the Dutch Civil Code and company accidents and liabilities (articles 7:611and 7:658 of the Dutch Civil Code) and/or claims involving equal rights, of any tax claims and/or social security claims, or any other claims for (fringe) benefits at all. This final discharge also covers any claims (see above) arising from any relationship between the Employee and any company of ITW worldwide concerning the termination of the employment agreement.”
1.8.In artikel 23 van de akte waarin deze overeenkomst is vastgelegd, staat:
“This settlement agreement cannot be dissolved fully or partially by either party. In the event that the court should deem any provision of this termination agreement to be void or null, or otherwise not binding, the other provisions will remain in force.
1.9.In artikel 24 van de akte waarin deze overeenkomst is vastgelegd, staat:
“This agreement is a settlement agreement ex article 7:900 of the Dutch Civil Code. Dutch law is applicable to this agreement.”
1.10.Zoals in de overeenkomst ook tussen partijen overeengekomen was, heeft de kantonrechter op grond van artikel 7:685 BW de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2012 ontbonden.
1.11.Bij brief d.d. 9 maart 2012 heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] met de motivering dat Strapex valse redenen voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst had opgegeven, omdat zij een geschikte functie voor hem achtergehouden zou hebben, een aanvullende schadevergoeding van Strapex gevorderd ten bedrage van € 700.000,--.
in conventie
de vordering
2.[eiser in conventie/verweerder in reconventie]] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
a. Strapex zal veroordelen tot betaling van het hem toekomende vakantiegeld ad € 6.948,25, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2012 tot en met de dag der vodoening;
b. de overeenkomst tussen partijen gedeeltelijk te ontbinden / vernietigen wegens bedreiging en/of bedrog en/of misbruik van omstandigheden (art. 3:44 BW) en/of dwaling (art 6:228 BW), voor zover het de finale kwijting (ex artikel 22) tussen partijen betreft, althans de gevolgen van de overeenkomst zal wijzigen ter opheffing van het nadeel alsmede op grond van artikel 6:2 BW (redelijkheid en billijkheid), artikel 6:162 BW (onrechtmatig handelen), artikel 6:248 (redelijkheid en billijkheid), artikel 7:611 BW (goed werkgeverschap), artikel 7:681 lid 2 BW (kennelijk onredelijk ontslag wegens valse reden) en op grond van de (overgelegde) jurisprudentie;
c. Strapex zal veroordelen om aan hem te vergoeden zijn (resterende) schade van € 714.000 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der voldoening;
d. Strapex zal veroordelen in de kosten van de procedure.
3.Aan zijn vordering sub 2.a legt [eiser in conventie/verweerder in reconventie] ten grondslag dat het vakantiegeld altijd conform artikel 17 lid 1 Wet minimumlooon en minimumvakantiegeld achteraf werd betaald en Strapex dus ten onrechte stelt dat dat vooraf gebeurde. In het kader van het overleg tussen de raadslieden van partijen over de beëindigingsovereenkomst is daarover ook gecorrespondeerd. Niet voor niets is in de beëindigingsoveenkomst de betaling van het vakantiegeld aan hem opgenomen.
4.Aan zijn vordering sub 2.b. legt [eiser in conventie/verweerder in reconventie] – kort gezegd – het volgende ten grondslag:
- hij heeft altijd uitstekend gefunctioneerd, zoals ook uit zijn beloning cum annexis en de toekenning van zijn laatste aandelenopties blijkt;
- hij kan vanwege zijn lichamelijke beperkingen buiten ITW nauwelijks of geen werk vinden;
- de gang van zaken vanaf april 2011, waaruit blijkt dat ITW van hem af wilde, terwijl zijn functie niet was vervallen, ITW niet naar alternatieve functies voor hem gezocht heeft, terwijl die wel beschikbaar waren en niet met hem heeft overlegd en ITW dus zich jegens hem een slecht werkgever heeft betoond;
- ondanks de overwegingen van de kantonrechter in haar afwijzende beschikking d.d. 4 oktober 2011 op het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van Strapex is met hem nadien geen gesprek gevoerd over een mogelijke herplaatsing en over de wederzijdse wensen en verwachtingen; wel werd hem voorgehouden dat zijn functie medio december 2011 verviel en dat hij dan maar zijn openstaande vakantiedagen moest gaan opnemen;
- op 9 december 2011 kreeg hij pas een geldelijk aanbod met als eerste en enige alternatief een aanbod van een functie als market development manager in Turkije, welke een grote degradatie met een aanzienlijk lager salaris zou inhouden en die voor 50% door hem met zijn grote lichamelijke problemen in Turkije uitgeoefend zou moeten worden; hierdoor voelde hij gedwongen het geldelijke aanbod van Strapex te accepteren, waarbij hij akkoord ging met een veel lagere vergoeding dan zijn werkelijke schade;
- op 22 december 2011, de dag dat partijen de overeenkomst ondertekenden tot beëindiging van hun arbeidsrelatie, waarin staat dat ITW geen andere functie voor hem vacant heeft, werd bekend dat de functie van Patrick Dupuis waarop hij twee jaar daarvoor gesolliciteerd had en waarvoor hij uitermate geschikt was, vacant werd.
5.Aan zijn vordering sub 2.c heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] een uitvoerige berekening van zijn werkelijke inkomensschade en zijn pensioenschade bij vroegtijdig ontslag ten grondslag gelegd.
Het verweer
6.Strapex verweert zich tegen deze vordering. Met betrekking tot de vordering ter zake het vakantiegeld stelt zij dat het vakantiegeld al bij vooruitbetaling aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] voldaan is, wat na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst pas bleek. Ten bewijze hiervan heeft Strapex drie salarisstroken overgelegd.
7.Er was bij het sluiten van de overeenkomst geen rekening ermee gehouden dat zij deze afwijkende systematiek van het betalen van het vakantiegeld hanteerde zoals haar rechtsvoorganger al deed. Zij heeft met betrekking tot het overige door [eiser in conventie/verweerder in reconventie]] gevorderde aangevoerd dat de reorganisatie in het kader waarvan de functie van [eiser in conventie/verweerder in reconventie]] verviel, een beter werkwijze bewerkstelligde en een aanzienlijke kostenbesparing opleverde. Ondanks de overduidelijke voordelen van de nieuwe structuur heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie]] echter altijd volgehouden dat er geen noodzaak bestond voor enige herstructurering of het verdwijnen van zijn unieke positie.
8.Tijdens het grotendeels via de advocaten van partijen vanaf april 2011 gevoerde onderhandelingsproces heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] ingezet op een hoge vergoeding in het kader van een eventuele vertrekregeling onder meer met de stelling dat er onvoldoende zou zijn gezocht naar herplaatsingsmogelijkheden voor hem. Strapex heeft altijd het standpunt ingenomen dat er geen mogelijkheden waren om hem te herplaatsen en is daarbij gebleven. Bij ITW PSE was geen passende functie voor hem beschikbaar.
9.Nadat de kantonrechter op haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van partijen op 4 oktober 2011 op onbegrijpelijke gronden afwijzend had beschikt, besloot Strapex opnieuw met [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in gesprek te moeten komen. Opnieuw intern onderzoek naar mogelijke functies voor hem, leverde niets op. Er werd opnieuw contact gezocht met [eiser in conventie/verweerder in reconventie] die zich daarin afhoudend en achterdochtig opstelde. Het voorstel om de emoties te kanaliseren door middel van mediation werd afgewezen. Op een gegeven moment heeft zij ervoor gekozen weer te proberen over een vertrekregeling met [eiser in conventie/verweerder in reconventie] te onderhandelen.
10.Na een lang onderhandelingsproces waarbij [eiser in conventie/verweerder in reconventie] hoge eisen stelde die grotendeels door Strapex ingewilligd werden, was het voor haar duidelijk dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] steeds hogere eisen zou blijven stellen. Zij heeft toen besloten de functie van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] formeel op te heffen en hem een alternatieve functie aan te bieden met weliswaar een lager salaris, doch met een uiterst redelijke overgangspositie van twee jaar.
11.[eiser in conventie/verweerder in reconventie] liet meteen weten de aangeboden functie niet te accepteren gelet op het aangeboden salaris. Hij heeft er niet over gerept dat hij vanwege zijn lichamelijke beperkingen aan het vereiste dat hij 50% van zijn tijd in Turkije zou moeten verblijven, niet zou kunnen voldoen. Dat hij dit nu in de procedure aanvoert is ongeloofwaardig. Dit geldt ook voor zijn stelling dat hij zich gedwongen voelde de regeling te accepteren die hij op 22 december 2011 met haar getroffen heeft.
12.Wat de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst d.d. 22 december 2011 betreft, voert Strapex aan dat zij de onderhandelingen daarover naar eer en geweten gevoerd heeft en niets achtergehouden heeft. Van enig bedrog, bedreiging of misbruik van omstandigheden, onrechtmatig handelen, wanprestatie of kennelijk onredelijk ontslag is geen sprake (geweest). Gedeeltelijke ontbinding van de vaststellingsovereenkomst is in artikel 23 van de overeenkomst uitgesloten. Dat betekent ook dat de finale kwijting clausule, waarop Strapex zich uitdrukkelijk beroept, niet kan worden aangetast.
13.De vorderingen van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] moeten daarom integraal worden afgewezen.
in reconventie
de vordering
14.Strapex vordert dat de kantonrechter [eiser in conventie/verweerder in reconventie] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zal veroordelen om aan haar de door haar geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen als naar de wet, waaronder € 25.000,-- aan immateriële schade en de volledige advocatenkosten zal vergoeden.
15.Strapex stelt dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] doelbewust in strijd handelt met de bij de beëindigingsovereenkomst gemaakte afspraken en daardoor onrechtmatig handelt, althans in strijd handelt met de eisen van goed werknemerschap door haar onnodig in een kwaad daglicht te stellen en zelfs te betichten van intimidatie. De tendentieuze toonzetting en woordkeuze van de dagvaarding dient daarbij niet uit het oog te worden verloren. De feiten worden voor het merendeel onjuist en onvolledig gepresenteerd. Dit is in strijd met goed werknemerschap. Zij wordt onnodig op kosten gejaagd door de door [eiser in conventie/verweerder in reconventie]] aangespannen procedure.
16.Zij vordert vergoeding van de schade die zij door deze toerekenbare tekortkoming van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de beëindigingsovereenkomst lijdt. Wat de hoogte van haar schade betreft, wijst zij erop dat zij aan haar advocaat een honorarium betaalt van € 245,00 per uur, te vermeerderen met 5% kantoorkosten en 19% BTW.
het verweer
17.[eiser in conventie/verweerder in reconventie] voert gemotiveerd verweer tegen deze vordering en herhaalt daartoe wat hij in conventie heeft gesteld.
18.Voorop stelt hij dat van een wereldwijd concern als Strapex mag worden verwacht dat zij extra moeite doet om een uitstekende functionerende, intussen gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer / directeur die bijna 30 jaar in trouwe dienst is, te herplaatsen. Ook in deze procedure heeft Strapex geen enkel bewijs geleverd dat zij dat gedaan heeft, terwijl zij in strijd met de waarheid ook in de procedure stelt dat wel gedaan te hebben.
19.Onder hoge druk is aan hem een functie in Turkije aangeboden zonder rekening te houden met zijn gezondheidstoestand. Het enige alternatief volgens Strapex was een niet onderhandelbare vergoeding.
20.Van een schadevergoeding en/of compensatie van advocatenkosten, zoals Strapex stelt, kan dan ook geen sprake zijn.
Beoordeling
in conventie
21.Met betrekking tot wat de door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gevorderde uitbetaling van vakantiegeld heeft Strapex overtuigend door overlegging van drie salarisstroken aangetoond dat het vakantiegeld over de periode juni 2011 tot en met december 2011 al aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] betaald was, zodat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] daarop geen aanspraak meer kan maken. Dat onderdeel van zijn vordering als hiervoor onder 2 sub a is weergegeven, moet dan ook afgewezen worden.
22.In artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek staat dat bij een vaststellingsovereenkomst partijen ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen hen rechtens geldt, zich jegens elkaar binden aan een vaststelling daarvan, bestemd om ook te gelden voor zover zij van de te voren bestaande rechtstoestand mocht afwijken.
23.In artikel 7:902 is bepaald dat een vaststelling ter beëindiging van onzekerheid of een geschil op vermogensrechtelijk gebied ook geldig is als zij in strijd mocht blijken met dwingend recht, tenzij zij tevens naar inhoud of strekking in strijd komt met de goede zeden of de openbare orde.
24.In het geval van partijen was in geschil of er na de reorganisatie waarbij de functie van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] verviel, ander passend werk voor hem als boventallige, moeilijk op de arbeidsmarkt bemiddelbare werknemer beschikbaar was en zo ja of Strapex zich voldoende ingespannen had om [eiser in conventie/verweerder in reconventie] binnen het vertrouwde concern te herplaatsen. Voorts was in geschil welke vergoeding aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie]] bij een minnelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst door Strapex betaald zou moeten worden.
25.Ter beëindiging van deze geschillen sloten partijen ter zijde gestaan door hun advocaten de overeenkomst van 22 december 2011, die terecht door hen uitdrukkelijk in artikel 24 gekwalificeerd is als een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:900 BW en waarbij in artikel 22 en 24 opgenomen is welke consequenties deze overeenkomst voor partijen hadden.
26.Niet gesteld en ook niet gebleken is dat de overeenkomst van partijen in strijd is met de goede zeden of de openbare orde.
27.Hieruit volgt dat wat door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in deze procedure met betrekking tot die overeenkomst gevorderd is, als hiervoor onder 2 sub b en c is weergegeven, ook moet worden afgewezen.
28.Gelet op de uitkomst van de procedure moet [eiser in conventie/verweerder in reconventie] veroordeeld worden in de proceskosten.
in reconventie
29.Bij de beoordeling van de vordering van Strapex moet vooropgesteld worden dat een ieder het fundamentele recht heeft dat bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen zijn zaak door een onafhankelijke rechter eerlijk en openbaar wordt behandelt. In dat recht dient de burger niet beknot te worden.
30.Dat neemt niet weg dat als een partij in een civielrechtelijke procedure als de onderhavige zich door uitlatingen schuldig zou maken aan strafbare feiten, het de andere partij natuurlijk vrij staat daarvan aangifte te doen. Voor zover een partij haar verplichting om de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren niet naleeft, kan de rechter ingevolge artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. Ook staat het in een dergelijk geval de rechter vrij daarmee bij de veroordeling in de proceskosten rekening te houden.
31.Dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] door het voeren van deze procedure doelbewust in strijd handelt met de bij de beëindigingsovereenkomst gemaakte afspraken, acht de kantonrechter echt niet aannemelijk. Maar zelfs als dat zo zou zijn, dan zou daaraan naar het oordeel van de kantonrechter geen andere consequenties verbonden kunnen worden dan de wet daaraan op de zo juist aangegeven wijze verbindt.
32.De vordering van Strapex moet daarom worden afgewezen.
33.Gelet op de uitkomst van de procedure moet Strapex veroordeeld worden in de kosten van de procedure.
BESLISSING
De kantonrechter:
in conventie
I.wijst de vordering af;
II.veroordeelt [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in de kosten van de procedure die aan de zijde van Strapex gevallen zijn en die tot aan deze uitspraak begroot worden op € 3.000,00 inclusief BTW aan salaris van haar gemachtigde;
in reconventie
III.wijst de vordering af;
IV.veroordeelt Strapex in de kosten van de procedure die aan de zijde van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gevallen zijn en die tot op heden begroot op worden op € 1.200,00 inclusief BTW aan salaris van zijn gemachtigde
in conventie en reconventie
V.verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. F.M.P.M. Strengers, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 november 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter