ECLI:NL:RBAMS:2012:BY7011

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1292275 \ HA EXPL 11-109
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na diefstal van creditcard en onrechtmatig handelen door betrokken partijen

In deze zaak vorderde eiseres schadevergoeding van de Rabobank, Paysquare, Prénatal en [Parfumerie X] na de diefstal van haar creditcard. De diefstal vond plaats op 2 maart 2009, waarna met de gestolen creditcard aankopen zijn gedaan voor een totaalbedrag van € 4.515,24. Eiseres stelde dat de Rabobank haar niet had geholpen bij het terugvorderen van de schade, omdat zij volgens de bank onzorgvuldig had gehandeld door haar creditcard onbeheerd achter te laten. Eiseres vorderde onder andere een bedrag van € 2.717,24 van de Rabobank, alsook schadevergoeding van Paysquare en de winkels waar de aankopen zijn gedaan. De kantonrechter oordeelde dat de Rabobank niet aansprakelijk was, omdat eiseres zelf de schade moest dragen op basis van de algemene voorwaarden. De vorderingen tegen Paysquare werden afgewezen, omdat er geen contractuele relatie bestond tussen eiseres en Paysquare. Eiseres kreeg echter gelijk in haar vordering tegen Prénatal, omdat de winkelier niet zorgvuldig had gehandeld door de handtekeningen op de salesslip en de creditcard niet goed te vergelijken. Prénatal werd veroordeeld tot betaling van € 1.000,-- aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente. De vorderingen tegen [Parfumerie X] werden afgewezen, omdat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd van onrechtmatig handelen. De proceskosten werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector kanton
locatie: Hilversum
Zaaknummer en rolnummer: 1292275 \ HA EXPL 11-109
Uitspraak: 17 oktober 2012
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [--],
eiseres,
nader te noemen [eiseres],
gemachtigde mr. D. Roesink,
t e g e n
1. Coöperatieve Rabobank Noord Gooiland U.A.,
gevestigd te Bussum,
nader te noemen Rabobank,
gemachtigde mr. D.S. van Lith,
2. Paysquare B.V.,
gevestigd te Utrecht,
nader te noemen Paysquare,
gemachtigde mr. H.J. de Vries,
3. Prénatal Moeder en Kind B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
nader te noemen Prénatal,
gemachtigde [A],
4. [Parfumerie X] B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
nader te noemen [Parfumerie X],
gemachtigde [B],
gedaagden.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 22 september 2011 inhoudende de vordering van [eiseres] op Paysquare, met producties;
- de dagvaarding van 23 september 2011 inhoudende de vordering van [eiseres] op de Rabobank, met producties;
- de dagvaarding van 27 september 2011 inhoudende de vordering van [eiseres] op Prénatal, met producties;
- de dagvaarding van 28 september 2011 inhoudende de vordering van [eiseres] op [Parfumerie X];
- de conclusie van antwoord van Paysquare van 19 oktober 2011;
- de conclusie van antwoord van Prénatal van 26 oktober 2011;
- de conclusie van antwoord van de Rabobank van 16 november 2011, met producties;
- de conclusie van antwoord van [Parfumerie X] van 7 februari 2012;
Ingevolge het tussenvonnis van 15 februari 2012 heeft een bijeenkomst van partijen plaatsgevonden. Het proces-verbaal hiervan en de daarin genoemde andere stukken bevinden zich bij de stukken. Prénatal was door de rechtbank niet opgeroepen voor de comparitie. In overleg met Prénatal en [eiseres] is de zaak tegen Prénatal na afloop van de comparitie naar de rol verwezen voor conclusie van repliek en conclusie van dupliek. [eiseres] heeft op 22 augustus 2012 een conclusie van repliek tevens akte verzoek ingediend. Prénatal heeft geen conclusie van dupliek ingediend. Bij brief van 4 september 2011 heeft Prénatal de rechtbank bericht haar eerdere standpunt te handhaven.
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden
1. [eiseres] is op grond van een overeenkomst met de Rabobank gerechtigd een creditcard van de Rabobank (hierna: de creditcard) als betaalmiddel te gebruiken. Op deze overeenkomst zijn de algemene bankvoorwaarden van de Rabobank van toepassing. In de algemene bankvoorwaarden is bepaald dat de klant vóór melding van de diefstal van de creditcard slechts € 45/150,-- van de schade zelf hoeft te dragen, tenzij sprake is van grove schuld of grove nalatigheid.
2. Op 2 maart 2009 is de creditcard van [eiseres] rond lunchtijd op de werkplek van [eiseres] uit de tas van [eiseres] gestolen. Met de creditcard zijn die dag aankopen bij Prénatal en [Parfumerie X] gedaan voor in totaal € 4.515,24. Bij Prénatal zijn transacties verricht voor € 1.798,00 en € 1.000,00. Bij [Parfumerie X] zijn transacties verricht voor € 928,64 en € 788,60.
3. [eiseres] ontdekte tegen de avond dat zij de creditcard kwijt was en heeft daarvan toen melding gedaan bij de Rabobank. Nadat bleek dat er vóór de melding van [eiseres] met de creditcard aankopen waren gedaan, heeft [eiseres] de Rabobank verzocht de geleden schade van € 4.515,24 aan haar te vergoeden. De Rabobank heeft [eiseres] onder verwijzing naar de toepasselijke algemene voorwaarden meegedeeld de geleden schade niet te vergoeden omdat [eiseres] zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld door haar creditcard onbeheerd op de werkplek achter te laten dat haar grove schuld dan wel grove nalatigheid kan worden verweten.
4. Paysquare is een bedrijf dat creditcardtransacties technisch en economisch faciliteert. Paysquare is als licentiehouder door bedrijven zoals Visa en Mastercard gemachtigd om de transacties die met de creditcards van Visa en Mastercard worden betaald af te handelen. Paysquare heeft aansluitovereenkomsten met bedrijven die betaling met creditcards accepteren. Op grond van deze overeenkomst kan het aangesloten bedrijf creditcards als betaalmiddel accepteren en faciliteert Paysquare deze betalingen. Paysquare heeft aansluitovereenkomsten gesloten met Prénatal en [Parfumerie X]. De relatie tussen Paysquare en de creditcarduitgevende instelling, in dit geval de Rabobank, wordt gekenmerkt door de door Mastercard en/of Visa opgestelde Card Scheme Rules. Op grond van deze Card Scheme Rules kan de creditcarduitgevende instelling Paysquare verzoeken om een zogenaamde chargeback uit te voeren indien de creditcardhouder een transactie betwist. Paysquare vericht in dat geval onderzoek naar de betwiste transactie. In het kader van dat onderzoek krijgt het bedrijf waar de transactie is verricht de mogelijkheid de betwiste transactie te weerleggen. Slaagt het bedrijf daar niet in dan houdt Paysquare het betwiste transactiebedrag in bij dit bedrijf.
5. De Rabobank heeft Paysquare naar aanleiding van de melding van [eiseres] dat aankopen met de gestolen creditcard zijn gedaan niet verzocht om chargebacks uit te voeren. De Rabobank heeft dat niet gedaan omdat [eiseres] volgens de Rabobank op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden zelf de schade moest dragen. In het kader van de afhandeling van een klacht van [eiseres] over de beslissing van de Rabobank om de schade niet aan haar te vergoeden, heeft de Rabobank Paysquare verzocht twee chargebacks uit te voeren teneinde nadere informatie van Prénatal en [Parfumerie X] te verkrijgen. De Rabobank heeft Paysquare verzocht een chargeback uit te voeren met betrekking tot de transactie bij Prénatal voor een bedrag van € 1.789,-- en de transactie bij [Parfumerie X] voor een bedrag van € 928,64. Prénatal heeft de betwiste transactie € 1.789,-- niet weerlegd waarop Paysquare € 1.798,00 bij Prénatal heeft ingehouden. [Parfumerie X] heeft de betwiste transactie van € 928,64 wel weerlegd. [eiseres] was niet op de hoogte van het feit dat de Rabobank Paysquare in het kader van de afhandeling van haar klacht had verzocht om twee chargebacks uit te voeren.
6. Bij dagvaarding van 16 november 2010 heeft [eiseres] van de Rabobank onder meer schadevergoeding gevorderd van € 4.515,24. Op de comparitie van partijen van 9 mei 2011 hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten (hierna: de vaststellingsovereenkomst). Het proces-verbaal van de comparitie bepaalt, voor zover van belang:
“Partijen komen ter beëindiging van dit geschil het volgende overeen.
Coöperatieve Rabobank Noord Gooiland U.A., hierna de bank, zal aan partij [eiseres] een bedrag betalen van EUR 3.000,-- ten titel van tegemoetkoming in de tot nu toe gemaakte (proces)kosten.
(…)
Partijen verlenen elkaar na uitvoering van het bovenstaande finale kwijting van al hetgeen zij in het kader van deze procedure gevorderd hebben.”
7. De Rabobank ontdekte tijdens de huidige procedure bij de rechtbank dat op de gestolen creditcard van [eiseres] het bedrag van € 1.798,-- stond dat Paysquare bij Prénatal heeft ingehouden. De Rabobank heeft dit bedrag vervolgens naar de bankrekening van [eiseres] overgemaakt.
Vordering en verweer
8. [eiseres] vordert, samengevat, na vermindering en wijziging van eis, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Ten aanzien van de Rabobank
Primair:
1. de vaststellingsovereenkomst met de Rabobank partieel te ontbinden dan wel partieel te vernietigen op grond van dwaling, namelijk waar het betreft de finale kwijting;
2. te verklaren voor recht dat de Rabobank toerekenbaar jegens [eiseres] is tekortgeschoten door in strijd met de algemene voorwaarden haar belangen niet te behartigen;
3. te verklaren voor recht dat de Rabobank door de door [eiseres] aangegeven debiteringen niet bij de daarvoor in aanmerking komende instantie te betwisten, onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres];
4. te bepalen dat de Rabobank de door enig van haar genoemd handelen/nalaten voor [eiseres] ontstane schade ad € 2.717,24 moet vergoeden, vermeerderd met de wettelijke rente;
subsidiair:
5. te verklaren voor recht dat de Rabobank aansprakelijk is voor de door haar inschakelde hulppersonen bij de uitvoering van de relatie inzake de creditcard en uit dien hoofde gehouden is [eiseres] de geleden schade te vergoeden;
meer subsidiair:
6. te verklaren voor recht, dat in het onderhavig geval de bepaling in de algemene voorwaarden inzake het recht van de Rabobank om als gevolmachtigde over de (incasso)rekening van [eiseres] te mogen beschikken onverbindend is wegens strijd met de zwarte lijst dan wel deze te vernietigen wegens strijd met de grijze lijst c.q. als onredelijk bezwarend en te bepalen dat de Rabobank het, aldus ten onrechte verrekende, terugbetaalt op de bankrekening van [eiseres].
alles vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten van € 663,--.
Ten aanzien van Paysquare
1. te verklaren voor recht dat Paysquare ten onrechte geen onderzoek heeft ingesteld naar de transactie van € 1.000,-- bij Prénatal;
2. te verklaren voor recht dat het onderzoek bij [Parfumerie X] inzake € 928,64 ten onrechte niets heeft opgeleverd;
3. te verklaren voor recht dat Paysquare ten onrechte geen onderzoek heeft ingesteld naar de transactie van € 788,60 bij [Parfumerie X];
4. te verklaren voor recht dat Paysquare door aldus te handelen, onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld als gevolg waarvan [eiseres] schade heeft geleden, welke schade zij dient te vergoeden;
5. Paysquare te veroordelen om aan [eiseres] te voldoen € 2.717,24, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Ten aanzien van Prénatal
te verklaren voor recht dat Prénatal hetzij door toerekenbaar te zijn tekortgeschoten ten aanzien van haar verplichtingen jegens Paysquare, hetzij uit eigen hoofde door de handtekeningen op de salesslips niet te vergelijken met die op de creditcard, onzorgvuldig, dus onrechmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld en dat zij de daardoor door [eiseres] geleden schade van € 1.000,-- dient vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 136,--.
Ten aanzien van [Parfumerie X]
te verklaren voor recht dat [Parfumerie X] hetzij door toerekenbaar te zijn tekort geschoten ten aanzien van haar verplichtingen jegens Paysquare, hetzij uit eigen hoofde door de handtekeningen op de salesslips niet te vergelijken met die op de creditcard, onzorgvuldig, dus onrechmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld en dat zij de daardoor door [eiseres] geleden schade van € 928,64 + € 788,60 = € 1.717,24 dient te vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 272,--.
Ten aanzien van alle gedaagden
1. hen hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis;
2. hen hoofdelijk te veroordelen in hetgeen van hen over en weer wordt gevorderd;
3. bij de kostenveroordeling indien enige(n) van de gedaagden in deze vrijuit mocht(en) blijken te gaan, rekening te houden met het feit dat [eiseres] door toedoen van al diezelfde gedaagden hen allen heeft moeten dagvaarden, omdat ieder naar de ander wees en er door hen teveel vaagheid werd gecreëerd inzake met wie [eiseres] nu echt te maken heeft in dezen.
9. Op de stellingen van [eiseres] en het verweer van gedaagden zal in het navolgende, voor zover van belang, worden ingegaan.
Beoordeling
Ten aanzien van de Rabobank
10. [eiseres] vordert partiële vernietiging van de vaststellingsovereenkomst op grond van dwaling. [eiseres] wenst alleen vernietiging van de bepaling in de vaststellingsovereenkomst waarin partijen elkaar finale kwijting verlenen. [eiseres] stelt dat de Rabobank bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst had moeten meedelen dat de Rabobank geen chargebacks heeft laten uitvoeren en dat chargebacks ook niet meer uitgevoerd konden worden omdat de termijn van 180 dagen die daarvoor staat, was verstreken. Volgens [eiseres] zou zij de vaststellingsovereenkomst niet hebben gesloten als zij dat had geweten.
11. De kantonrechter stelt voorop dat de kantonrechter terughoudendheid dient te betrachten bij een beroep op dwaling ten aanzien van een vaststellingsovereenkomst. Een vaststellingsovereenkomst is gericht op het verkrijgen van zekerheid ten aanzien van feiten en omstandigheden waarover getwist werd of onzekerheid bestond. Een dwaling ten aanzien van feiten of omstandigheden waarover getwist werd of die onzeker waren, dient op grond van de aard van de vaststellingsovereenkomst in beginsel voor rekening van de dwalende te blijven (artikel 6:228 lid 2 BW). Indien echter sprake is van een onjuiste voorstelling van zaken ten aanzien van hetgeen partijen als zeker en onbetwist aan de vaststellingsovereenkomst ten grondslag hebben gelegd, kan een beroep op dwaling wel slagen. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan de situatie dat een partij voor de andere partij relevante gegevens niet heeft meegedeeld.
12. De kantonrechter is met de Rabobank van oordeel dat zonder nadere onderbouwing van [eiseres], die ontbreekt, niet valt in te zien dat [eiseres] de vaststellingsstellingsovereenkomst niet zou hebben gesloten indien de Rabobank voorafgaand aan of bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst zou hebben meegedeeld dat zij geen chargebacks heeft laten uitvoeren en dat dit ook niet meer mogelijk was. [eiseres] wist immers dat de Rabobank zich op het standpunt stelde dat [eiseres] de schade zelf diende te dragen. Het is aan [eiseres] om gemotiveerd te stellen dat genoemde (specifieke) informatie bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst relevant voor haar was en dat de Rabobank dit ook had kunnen weten. Nu zij dat niet heeft gedaan, faalt het beroep op dwaling. De vordering van [eiseres] onder 1 zal dus worden afgewezen.
13. Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat een geslaagd beroep op dwaling ook niet tot de door [eiseres] gewenste partiële vernietiging van de vaststellingsovereenkomst zou hebben kunnen leiden. De bepaling over de vergoeding van € 3.000,-- en de bepaling over de finale kwijting zijn namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. De kantonrechter kan de vastsstellingsovereenkomst niet aldus vernietigen dan wel wijzigen dat de bepaling over de vergoeding van € 3.000,-- in stand blijft en dat de bepaling over de finale kwijting komt te vervallen.
14. De overige vorderingen van [eiseres] in deze procedure komen feitelijk op hetzelfde neer als de vorderingen van [eiseres] in de eerdere procedure tegen de Rabobank. [eiseres] vordert wederom dat de Rabobank de door [eiseres] geleden schade vergoedt. Gelet op het feit dat partijen ter beëindiging van hun geschil een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten en elkaar daarin over en weer finale kwijtting hebben verleend van al hetgeen zij in het kader van de procedure gevorderd hebben, dienen de vorderingen van [eiseres] onder 2 tot en met 6 afgewezen te worden.
15. De kantonrechter verwerpt de stelling van [eiseres] dat het beroep op de vaststellingsovereenkomst door de Rabobank onder de gegeven omstandigheden niet redelijk en billijk is. Uit de stellingen van [eiseres] blijkt niet duidelijk op welke omstandigheden zij doelt. Het enkele feit dat de Rabobank niet voorafgaand aan of bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst heeft meegedeeld dat zij geen chargebacks heeft laten uitvoeren en dat het ook niet meer mogelijk was om chargebacks uit te laten voeren, maakt het beroep op de vaststellingsovereenkomst naar het oordeel van de kantonrechter niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
16. De kantonrechter concludeert dat alle vorderingen van [eiseres] tegen de Rabobank zullen worden afgewezen.
17. Bij deze uitkomst van de procedure wordt [eiseres] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de Rabobank.
Ten aanzien van Paysquare
18. De kantonrechter verwerpt de stelling van [eiseres] dat Paysquare onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door geen onderzoek in te stellen naar de transacties van € 1.000,-- bij Prénatal en € 788,60 bij [Parfumerie X] en doordat het onderzoek naar de transactie van € 928,64 van [Parfumerie X] niets heeft opgeleverd. Paysquare heeft gemotiveerd betoogd dat zij op grond van de Card Scheme Rules op verzoek van de Rabobank gehouden is een chargeback uit te voeren, dat zij geen contractuele relatie met [eiseres] heeft en ook niet anderszins verplicht is jegens [eiseres] om chargebacks uit te voeren. Mede gezien dit gemotiveerde betoog van Paysquare had het op de weg van [eiseres] gelegen haar stelling dat Paysquare onrechmatig jegens haar heeft gehandeld, nader te onderbouwen. Nu [eiseres] dat niet heeft gedaan, kan haar vordering jegens Paysquare reeds daarom niet slagen.
19. [eiseres] stelt dat zij haar stelling niet nader kan motiveren omdat zij niet over de aansluitvoorwaarden van Paysquare beschikt. [eiseres] verzoekt de kantonrechter om Paysquare op grond van artikel 22 Rv of artikel 843a Rv te bevelen om de aansluitvoorwaarden in het geding te brengen. De kantonrechter wijst dit verzoek af omdat de aansluitvoorwaarden van toepassing zijn op de contractuele relatie tussen Paysquare en de aangesloten bedrijven. Aan de voorwaarden van artikel 843a Rv is dan ook niet voldaan. De stellingen van [eiseres] geven de kantonrechter ook geen aanleiding om Paysquare op grond van artikel 22 Rv te bevelen deze voorwaarden in het geding te brengen.
20. De kantonrechter concludeert dat de vorderingen van [eiseres] jegens Paysquare zullen worden afgewezen.
21. Bij deze uitkomst van de procedure wordt [eiseres] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Paysquare.
Ten aanzien van Prénatal
22. [eiseres] stelt dat Prénatal onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door de handtekeningen op de salesslip (de transactiebon) en de creditcard niet zorgvuldig met elkaar te vergelijken. Als Prénatal de handtekeningen zorgvuldig had vergeleken, dan was haar onmiddellijk opgevallen dat de handtekeningen anders waren. [eiseres] vordert vergoeding van de schade die zij door het onzorgvuldige handelen van Prénatal heeft geleden, te weten € 1.000,-- .
23. Prénatal betoogt dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan aangezien zij het bedrag van € 1.789,-- aan Paysquare heeft betaald en het bedrag van € 1.000,-- nooit door [eiseres] of Paysquare bij Prénatal is geclaimd.
24. De kantonrechter stelt voorop dat op een winkelier in het maatschappelijk verkeer de zorgplicht rust om bij creditcardtransacties de handtekeningen op de creditcard en de salesslip zorgvuldig met elkaar te vergelijken. Prénatal heeft de stelling van [eiseres] dat Prénatal de handtekeningen niet zorgvuldig met elkaar heeft vergeleken, niet betwist. De kantonrechter neemt dit daarom als vaststaand aan. Dit betekent dat Prénatal jegens [eiseres] niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die het maatschappelijk verkeer vereist en dat Prénatal dus onrechmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld. Dit onrechmatig handelen valt haar ook toe te rekenen. Prénatal is gehouden de schade te vergoeden die [eiseres] door het onrechmatig handelen van Prénatal heeft geleden. Als onbetwist staat vast dat deze schade € 1.000,-- bedraagt. De kantonrechter zal deze vordering van [eiseres] dan ook toewijzen. Het feit dat [eiseres] het bedrag van € 1.000,-- niet eerder dan bij dagvaarding van Prénatal heeft gevorderd, zoals Prénatal betoogt, maakt het voorgaande niet anders.
25. [eiseres] vordert de wettelijke rente vanaf het moment dat het bedrag van € 1.000,-- door Paysquare in 2009 is uitbetaald. De kantonrechter begrijpt dat [eiseres] bedoelt de wettelijke rente te vorderen vanaf het moment dat dit bedrag met bemiddeling van Paysquare bij [eiseres] is geïncasseerd. Blijkens het door [eiseres] overgelegde rekeningoverzicht van de creditcard is het bedrag van € 1.000,-- op 26 maart 2009 bij [eiseres] geïncasseerd. De kantonrechter zal de wettelijke rente vanaf deze datum toewijzen nu [eiseres] op deze datum de schade heeft geleden.
26. De kantonrechter zal de vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten afwijzen. Uit de door [eiseres] overgelegde specificaties van de werkzaamheden van haar advocaat kan, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet worden afgeleid dat er andere werkzaamheden zijn verricht dan werkzaamheden die onder de proceskostenvergoeding vallen.
27. Bij deze uitkomst van de procedure wordt Prénatal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [eiseres]. De kantonrechter zal de over de proceskosten gevorderde wettelijke rente toewijzen.
Ten aanzien van [Parfumerie X]
28. [eiseres] stelt dat [Parfumerie X] eveneens onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door de handtekeningen op de salesslips en de creditcard niet zorgvuldig met elkaar te vergelijken. Als [Parfumerie X] de handtekeningen zorgvuldig had vergeleken, dan was [Parfumerie X] volgens [eiseres] onmiddellijk opgevallen dat de handtekeningen anders waren. Ter onderbouwing verwijst [eiseres] naar de handtekening op de salesslip van de transactie van € 928,64 en de handtekening van [eiseres] op een “Verklaring omtrent toedracht van schade (fraude) op de creditcard” van 24 april 2009.
29. [Parfumerie X] betwist dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld. [Parfumerie X] voert het volgende aan. Haar werknemers waren geïnstrueerd om de handtekeningen op de salesslip en de creditcard goed te controleren. Paysquare heeft onderzoek gedaan naar de transactie van € 928,64. [Parfumerie X] heeft naar aanleiding van dit onderzoek overleg gehad met de medewerker die de transactie van € 928,64 destijds heeft verricht. De betreffende medewerker liet weten dat er sprake was van een normale klant met een normale assortimentsvraag en dat er handtekeningcontrole is verricht omdat de kaart nog niet was voorzien van een chip/pincode. Volgens de medewerker deelde de koper mee dat de aankopen werden gedaan voor een bruiloft. Dat was niet vreemd. [Parfumerie X] heeft elke dag klanten die voor dergelijke bedragen aankopen doen. [Parfumerie X] heeft dit doorgegeven aan Paysquare waarna Paysquare de transactie correct heeft bevonden. Gezien de tijd die inmiddels is verstreken, is niet meer te achterhalen welke medewerker de andere transactie van € 788,60 heeft gedaan en welke goederen toen zijn gekocht. Uit de handtekening van [eiseres] op de “Verklaring omtrent toedracht van schade (fraude) op de creditcard” kan niet worden afgeleid dat de handtekeningen op de creditcard en de salesslip niet zorgvuldig met elkaar zijn vergeleken, aldus [Parfumerie X].
30. De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] door te wijzen op haar handtekening op de “Verklaring omtrent toedracht van schade (fraude) op de creditcard” gemotiveerd heeft gesteld dat [Parfumerie X] de handtekeningen op de creditcard en de salesslips niet zorgvuldig met elkaar heeft vergeleken. De handtekening van [eiseres] op deze verklaring wijkt inderdaad op onderdelen af van de handtekening van [eiseres] op de salesslip van de transactie van € 928,64. Met [Parfumerie X] is de kantonrechter echter van oordeel dat de handtekening op de door [eiseres] overgelegde verklaring niet bepalend is. Ter beantwoording ligt immers voor de vraag of [Parfumerie X] de handtekeningen op de creditcard en de salesslips zorgvuldig met elkaar heeft vergeleken. Het feit dat de handtekening op de salesslip van de transactie van € 928,64 en de handtekening van [eiseres] op de overgelegde verklaring op onderdelen van elkaar afwijken, levert slechts een aanwijzing op voor de juistheid van de stelling van [eiseres]. [Parfumerie X] heeft de stelling van [eiseres] gemotiveerd weersproken door te stellen dat de medewerker die de transactie van € 928,64 heeft verricht de handtekeningen op de creditcard en de salesslip heeft gecontroleerd en dat de betreffende medewerker niets vreemds is opgevallen. Het feit dat de transactie van € 928,64 na onderzoek door Paysquare correct is bevonden, ondersteunt eveneens het verweer van [Parfumerie X] dat zij zorgvuldig heeft gehandeld.
31. Op [eiseres] rust op grond van artikel 150 Rv de bewijslast van de juistheid van haar stelling dat [Parfumerie X] de handtekeningen op de creditcard en de salesslips niet zorgvuldig met elkaar heeft vergeleken nu zij zich op de rechtsgevolgen daarvan beroept. De kantonrechter stelt vast dat [eiseres] geen bewijs heeft aangeboden. Dit betekent dat aan bewijslevering niet wordt toegekomen en de juistheid van de stelling van [eiseres] niet kan komen vast te staan. De kantonrechter zal de vordering van [eiseres] jegens [Parfumerie X] dan ook afwijzen.
32. Bij deze uitkomst van de procedure wordt [eiseres] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in de proceskosten aan de zijde van [Parfumerie X].
Akte verzoek [eiseres]
33. [eiseres] heeft in de conclusie van repliek in de procedure tegen Prénatal de kantonrechter verzocht om van de stellingen in deze conclusie ambtshalve kennis te nemen in de procedures tegen de andere gedaagden. De kantonrechter verwerpt dit verzoek omdat de zaak tegen de andere gedaagden na de comparitie van partijen naar de rol is gewezen voor vonnis en de andere gedaagden op de nieuwe stellingen van [eiseres] in de conclusie van repliek in de procedure tegen Prénatal niet hebben kunnen reageren.
BESLISSING
De kantonrechter:
Ten aanzien van de Rabobank
I. wijst de vorderingen af;
II. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten aan de zijde van de Rabobank, tot op heden begroot op € 350,-- (€ 175,-- x 2 punten);
III. verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
IV. veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 131,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en [eiseres] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
Ten aanzien van Paysquare
V. wijst de vorderingen af,
VI. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten aan de zijden van Paysquare, tot op heden begroot op € 350,-- (€ 175,-- x 2 punten);
Ten aanzien van Prénatal
VII. veroordeelt Prénatal tot betaling aan [eiseres] van € 1.000,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 maart 2009 tot aan de voldoening;
VIII. veroordeelt Prénatal in de proceskosten aan de zijde van [eiseres], tot op heden begroot op
griffierecht € 202,--
explootkosten € 101,81
salaris gemachtigde € 200,-- (€ 100,-- x 2 punten)
______
totaal € 503,81
inclusief eventueel verschuldigde btw,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis;
IX. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
X. wijst het meer of anders gevorderde af;
Ten aanzien van [Parfumerie X]
XI. wijst de vorderingen af,
XII. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten aan de zijden van [Parfumerie X], tot op heden begroot op € 300,-- (€ 150,-- x 2 punten).
Aldus gewezen door mr. C.C.M. Oude Hengel, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 oktober 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter