ECLI:NL:RBAMS:2012:BY7235
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot deelgeschil door advocaat van slachtoffer in aansprakelijkheidskwestie
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 november 2012 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure tussen verzoeker, de advocaat van een slachtoffer, en verweerster, de stichting Arkin. Verzoeker trachtte een declaratie van € 12.285,86 te verkrijgen van Arkin, die als aansprakelijke verzekeraar werd beschouwd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verzoeker niet valt onder de categorieën van personen die op grond van artikel 1019w lid 1 en 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een deelgeschilprocedure kunnen starten. Dit artikel staat enkel personen toe die schade lijden door dood of letsel, en verzoeker zelf heeft geen schade geleden.
De procedure begon met een verzoekschrift van 26 juni 2012, gevolgd door een mondelinge behandeling op 18 oktober 2012. Tijdens deze behandeling heeft verzoeker gesteld dat Arkin de kosten van rechtsbijstand aan zijn cliënt, [A], dient te vergoeden. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat verzoeker geen vordering ter zake van deze schade onder algemene titel heeft verkregen en dat hij niet kan worden geacht tot de kring van personen te behoren die een deelgeschilprocedure kunnen starten.
De rechtbank heeft verder overwogen dat het verzoek van verzoeker niet kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst, aangezien er geen onderhandelingen tussen verzoeker en Arkin gaande zijn. De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker dan ook afgewezen, met de overweging dat het indienen van het verzoek volstrekt onterecht en onnodig was. Hierdoor komen de kosten van de behandeling van het verzoek niet voor vergoeding in aanmerking, en is er geen plaats voor een veroordeling van Arkin in de kosten van het deelgeschil.