ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ1030
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van beslagrekest en voorwaarden voor zekerheidstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 december 2012 uitspraak gedaan in een kort geding betreffende een beslagrekest. De rechtbank heeft de vordering van de verzoeker tot een bedrag van €169.000,-- toegewezen en verleent voorwaardelijk verlof tot het opleggen van beslag op onroerende zaken. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een verzoek van de rechtbank 's-Gravenhage, die de behandeling van het rekest heeft overgedragen aan de rechtbank Amsterdam. De behandelend rechter, mr. R.H.C. Jongeneel, heeft in deze zaak als rechter-plaatsvervanger opgetreden.
De verzoeker baseert zijn vordering op onrechtmatig procederen door de gedaagde. De rechtbank overweegt dat er sprake kan zijn van onrechtmatig procederen als de vordering evident ongegrond is. Dit kan het geval zijn wanneer de eiser feiten en omstandigheden aanvoert waarvan hij de onjuistheid kende of behoorde te kennen, of wanneer hij stellingen naar voren brengt waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. De rechtbank benadrukt dat bij het aannemen van misbruik van procesrecht terughoudendheid geboden is, gezien het recht op toegang tot de rechter dat gewaarborgd is door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De voorzieningenrechter heeft de vordering begroot op €169.000,- en verleent verlof tot het leggen van beslag op onroerende zaken, met de voorwaarde dat er zekerheid wordt gesteld voor schade die door het beslag kan worden veroorzaakt. De rechtbank bepaalt dat de zekerheid moet worden gesteld in de vorm van een bankgarantie of storting in depot bij een notaris of advocaat, en dat het bedrag waarvoor zekerheid moet worden gesteld is vastgesteld op €8.500,-. De rechtbank wijst af wat meer of anders is verzocht. De beslissing is genomen met inachtneming van de wederzijdse belangen van partijen, waarbij de voorzieningenrechter concludeert dat het leggen van beslag op onroerende zaken gerechtvaardigd is onder de gestelde voorwaarden.