Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 december 2012, met producties,
- de conclusie van antwoord van 27 februari 2013, met producties,
- het tussenvonnis van 27 maart 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 8 mei 2013, met de daarin vermelde processtukken.
2.De feiten
3.Het geschil
a. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 207.689,36, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 2 juli 2012, althans vanaf de dag van dagvaarding,
b. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 11.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2012, althans vanaf de dag van dagvaarding,
4.De beoordeling
Maatschap
5.De beslissing
31 juli 2013, opdat [eiser] zich bij akte kan uitlaten over of hij zich beroept op een vergoedingsrecht van een door hem in de woningen van [gedaagde] geïnvesteerd bedrag, waarbij [eiser] zich tevens kan uitlaten over de inhoud en omvang van dit vergoedingsrecht, waarna aan [gedaagde] een termijn van zes weken wordt gegeven om hierop te reageren;