In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een politieambtenaar, en de Korpschef van politie Amsterdam-Amstelland. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de verweerder, waarin het bezwaar van eiseres tegen haar salarisspecificaties voor de maanden oktober en november 2011 ongegrond werd verklaard. Eiseres stelde dat de operationele toelage, die zij ontving voor het werken op onregelmatige uren, ook tijdens haar vakantie doorbetaald diende te worden. De rechtbank oordeelde dat de salarisspecificaties als besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moeten worden aangemerkt, waardoor eiseres bezwaar en beroep kon instellen. De rechtbank concludeerde dat er een intrinsiek verband bestaat tussen de operationele toelage en de uitvoering van de taken van eiseres. Dit betekent dat de operationele toelage doorbetaald moet worden tijdens vakantie, in strijd met het beleid van de verweerder. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres.