ECLI:NL:RBAMS:2013:4349

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 juli 2013
Publicatiedatum
16 juli 2013
Zaaknummer
13-660787-11
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal in vereniging en poging tot oplichting met vervalste facturen

Op 18 juli 2013 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging, medeplegen van medeplichtigheid aan poging tot diefstal en poging tot oplichting. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte samen met anderen op 30 juli 2011 in Hilversum een kluis met inhoud heeft weggenomen uit een bedrijfspand, toebehorende aan mediabedrijf [vennootschap 1]. De toegang tot het pand werd verkregen door gebruik te maken van een valse sleutel, namelijk een toegangspas die de verdachte als werknemer van het bedrijf had. Daarnaast heeft de verdachte in de periode van 30 juli tot 1 augustus 2011, tezamen met anderen, geprobeerd om met gestolen bankpassen en creditcards geldbedragen te pinnen en over te maken via internetbankieren.

In een tweede zaak, Zaak B, werd de verdachte beschuldigd van het opstellen en indienen van vervalste facturen bij [vennootschap 1], waardoor hij en zijn mededaders zich wederrechtelijk geldbedragen hebben toegeëigend. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 24 maart 2011 een vervalste factuur heeft gefaxt naar de afdeling accounting van [vennootschap 1], met als doel om een bedrag van 26.153,61 euro te verkrijgen. Eveneens op 25 en 26 mei 2011 heeft hij een andere vervalste factuur ingediend, ditmaal voor een bedrag van 15.802,01 euro.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en de schade die is toegebracht aan [vennootschap 1]. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder deelname aan gedragsinterventies en een meldingsgebod bij de reclassering. De rechtbank heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, omdat er onvoldoende bewijs was van de machtiging tot indiening van de vordering.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummers: 13/660787-11 (zaak A) en 13/664024-12 (zaak B)
Datum uitspraak: 18 juli 2013
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1988],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[GBA adres].
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna genoemd respectievelijk zaak A1, zaak A2, zaak A3, zaak B1, zaak B2 en zaak B3.
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
4 juli 2013.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging ten aanzien van het in zaak A ten laste gelegde op de zitting van 31 januari 2012 - ten laste gelegd dat
Zaak A
1.
hij op of omstreek 30 juli 2011 te Hilversum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gelegen in het Mediapark) heeft weggenomen een kluis (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan mediabedrijf [vennootschap 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschafte en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onrechtmatig gebruik maken van zijn, verdachtes, en/of van zijn mededaders van dienstwege verstrekte toegangspas.
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 te Weesp en/of Hoofddorp en/of Hilversum en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen van
  • rekeningnummer [nummer 1] tnv “[vennootschap 2]” een geldbedrag van in totaal 21.950 euro en/of
  • rekeningnummer [nummer 2] tnv “[vennootschap 3]” een geldbedrag van in totaal 32.800 euro in elk geval (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan [vennootschap 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaas des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door met één of meerdere gestolen bankpas(sen) en/of creditcard(s) met bijbehorende pincode(s) van voornoemde bankrekening(en) meermalen, althans eenmaal (een) geldbedrag(en) op te nemen/te pinnen en/of te betalen en/of (middels internetbankieren) over te schrijven
en/of
[A] en/of [B] en/of (een) onbekend gebleven dader(s) op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot 1 en met augustus 2011 te Weesp en/of Hoofddorp en/of Hilversum en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen van
  • rekeningnummer [nummer 1] tnv “[vennootschap 2]” een geldbedrag van in totaal 21.950 euro en/of
  • rekeningnummer [nummer 2] tnv “[vennootschap 3]” een geldbedrag van in totaal 32.800 euro in elk geval (telkens) een of meerdere geldbedrag9en), geheel of ten dele toebehorende aan [vennootschap 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [A] en/of [B] en/of (een) onbekend gebleven dader(s) en/of zijn/hun mededader(s) en/of aan verdachte, waarbij die [A] en/of [B] en/of (een) onbekend gebleven dader(s) en/of zijn/hum mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de /het weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door met één of meerdere gestolen bankpas(sen) en/of creditcard(s) met bijbehorende pincode(s),
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 te Weesp en/of Hoofddorp en/of Hilversum en/of Amsterdam en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door die gestolen bankpas(sen) en/of creditcard(s) met bijbehorende pincode(S) aan die [A] en/of [B] en/of onbekend gebleven dader(s) ter hand te stellen.
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 te Weesp en/of Hoofddorp en/of Hilversum en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen van
  • rekeningnummer [nummer 1] tnv “[vennootschap 2]” een geldbedrag van in totoaal 50.000 euro en/of
  • rekeningnummer [nummer 3] tnv “[vennootschap 4]” een geldbedrag van in totaal 450.000 euro,
in elk geval (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan [vennootschap 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of die/dat weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van (een) valse sleutel(s), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) meermalen, althans eenmaal gepoogd met één of meerdere gestolen bankpas(sen) en/of creditcard(s) met bijbehorende pincode(s) van voornoemde bankrekeningen(en) (telkens) (een) geldbedrag(en) op te nemen/te pinnen en/of te betalen en/of (middels internetbankieren) over te schrijven
en/of
[A] en/of [B] en/of (een) onbekend gebleven dader(s) op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 te Weesp en/of Hoofddorp en/of Hilversum en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door die [A] en/of [B] en/of (een) onbekend gebleven dader(s) voorgenomen misdrijf om (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen van
  • rekeningnummer [nummer 1] tnv “[vennootschap 2]” een geldbedrag van in totoaal 50.000 euro en/of
  • rekeningnummer [nummer 3] tnv “[vennootschap 4]” een geldbedrag van in totaal 450.000 euro,
in elk geval (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan [vennootschap 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of die/dat weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van (een) valse sleutel(s), hebbende die [A] en/of [B] en/of (een) onbekend gebleven dader(s) en/of zijn/hun mededader(s) meermalen, althans eenmaal gepoogd met één of meerdere gestolen bankpas(sen) en/of creditcard(s) met bijbehorende pincode(s) van voornoemde bankrekeningen(en) (telkens) (een) geldbedrag(en) op te nemen/te pinnen en/of te betalen en/of (middels internetbankieren) over te schrijven
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 te Weesp en/of Hoofddorp en/of Hilversum en/of Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die gestolen bankpas(sen) en/of creditcard(s) met bijbehorende pincode(s) aan die [A] en/of [B] en/of onbekend gebleven dader(s) ter hand te stellen.
Zaak B
1.
hij op of omstreeks 24 maart 2011 te Hilversum, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en / of door een samenweefsel van verdichtsels, [vennootschap 1] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 26.153,61 euro, in elk geval van enig geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een valse/vervalste factuur/betalingsopdracht (uit hoofde van bedrijf Google) strekkende tot betaling van voornoemd geldbedrag opgemaakt en/of (vervolgens) deze vervalste/valse factuur/betalingsopdracht gefaxt en/of laten faxen naar de afdeling accounting van [vennootschap 1] en/of (vervolgens) die valse/vervalste factuur/betalingsopdracht ter goedkeuring heeft overhandigd aan zijn leidinggevende (dhr. [C]) en/of (daarna) die valse/vervalste factuur/betaalopdracht (met paraaf) als zodanig heeft verwerkt en/of ter betaling heeft aangeboden.
2.
hij op of omstreeks 25 mei 2011 tot en met 26 mei 2011 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [vennootschap 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.802,01 euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid een vervalste/ valselijk opgemaakte factuur/betalingsopdracht (uit hoofde van bedrijf Philips) strekkende tot de betaling van voornoemd bedrag gefaxt en/of laten faxen naar de afdeling accounting van [vennootschap 1] en/of (vervolgens) die valse/vervalste factuur als ware het een echte
factuur /betalingsopdracht aan Philips ter goedkeuring aangeboden aan zijn, verdachtes, leidinggevende (dhr [C]) en/of (vervolgens) die factuur /betalingsopdracht van dat geldbedrag als zodanig verwerkt en/of betaald, waardoor [vennootschap 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Subsidiair:
"[D]" en/of onbekend gebleven dader(s) in of omstreeks de periode van 25 mei 2011 tot en met 26 mei 2011 te Hilversum, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [vennootschap 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.802,01 euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende die "[D]" en/of onbekend gebleven dader(s) met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven - een vervalste/valselijk opgemaakte factuur/betalingsopdracht (uit hoofde van bedrijf Philips) strekkende tot betaling van voornoemd geldbedrag gefaxt naar de afdeling accounting van [vennootschap 1], waardoor [vennootschap 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 25 mei 2011 tot en met 26 mei 2011 te Hilversum en/of elders in Nederland gelegenheid, opzettelijk middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door die "[D]" en/of die onbekend gebleven dader(s) te informeren over de werkwijze (ten aanzien van betalingsopdrachten) van de afdeling accounting van [vennootschap 1] en/of het faxnummer van de afdeling accounting van [vennootschap 1] en/of de stukken en/of gegevens van bedrijf Philips, die benodigd is/zijn om een valse factuur/betalingsopdracht als een ware factuur/betalingsopdracht (uit hoofde van bedrijf Philips) te doen lijken, aan te leveren.
3.
hij in of omstreeks de periode van 15 juli 2011 tot en met 27 juli 2011 te Hilversum, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of
van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [vennootschap 1] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 1.101.362,85 euro, in elk geval van enig geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een valse/ vervalste factuur/betalingsopdracht (uit hoofde van bedrijf [vennootschap 5]) strekkende tot betaling van voornoemd geldbedrag opgemaakt en/of (vervolgens) deze vervalste/valse factuur/betalingsopdracht gefaxt en/of laten faxen naar de afdeling accounting van [vennootschap 1] en/of (vervolgens) die valse/vervalste factuur/betalingsopdracht ter goedkeuring heeft overhandigd aan zijn leidinggevende (dhr. [C]) en/of (daarna) die valse/vervalste
factuur/betaalopdracht (met paraaf) als zodanig heeft verwerkt en/of ter betaling heeft aangeboden.

2.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte. Er zijn geen redenen voor schorsing der vervolging.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Met de raadsvrouwe acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen in zaak B onder 3 ten laste is gelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Verdachte verklaart dat hij de factuur afkomstig van bedrijf [vennootschap 5] weliswaar heeft vervalst en ook heeft laten paraferen door zijn leidinggevende [C], maar dat hij daarna de factuur heeft verscheurd en dus vrijwillig is teruggetreden. [1] . Tegenover deze verklaring staat de verklaring van [C] dat niet verdachte, maar hijzelf deze factuur heeft verscheurd. [2] Beide verklaringen vinden geen steun in enig ander zich in het dossier bevindend bewijsmiddel. De rechtbank laat de ontstane twijfel over wie de betreffende factuur heeft verscheurd in het voordeel van verdachte uitvallen. De rechtbank betrekt hierbij de omstandigheid dat verdachte de overige hem tenlastegelegde feiten nagenoeg integraal heeft bekend, maar ten aanzien van dit feit steeds stellig het ten laste gelegde heeft ontkend.
3.2.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Zaak A
1.
op 30 juli 2011 te Hilversum tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (gelegen in het Mediapark) heeft weggenomen een kluis (met inhoud) toebehorende aan mediabedrijf [vennootschap 1], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van een valse sleutel, te weten door onrechtmatig gebruik maken van zijn, verdachtes, van dienstwege verstrekte toegangspas.
2.
op tijdstippen in de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 te Weesp en Hoofddorp en Hilversum en Amsterdam, telkens tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen van
  • rekeningnummer [nummer 1] tnv “[vennootschap 2]” een geldbedrag van in totaal 21.950 euro en
  • rekeningnummer [nummer 2] tnv “[vennootschap 3]” een geldbedrag van in totaal 32.800 euro toebehorende aan [vennootschap 1], waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door met gestolen bankpassen en creditcards met bijbehorende pincodes van voornoemde bankrekeningen meermalen geldbedragen te pinnen.
3.
(een) onbekend gebleven dader(s) op tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 in Nederland, ter uitvoering van het door die [A] en/of [B] en/of (een) onbekend gebleven dader(s) voorgenomen misdrijf om (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen van
  • rekeningnummer [nummer 1] tnv “[vennootschap 2]” een geldbedrag van in totoaal 50.000 euro en/of
  • rekeningnummer [nummer 3] tnv “[vennootschap 4]” een geldbedrag van in totaal 450.000 euro,
toebehorende aan [vennootschap 1] en die weg te nemen geldbedragen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van (een) valse sleutel(s), hebbende die onbekend gebleven dader(s) meermalen gepoogd met gestolen bankpassen en creditcards met bijbehorende pincodes van voornoemde bankrekeningen geldbedragen middels internetbankieren over te schrijven
tot bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 te Weesp en/of Hoofddorp en/of Hilversum en/of Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk middelen heeft verschaft door die gestolen bankpassen en creditcards met bijbehorende pincodes aan die onbekend gebleven dader(s) ter hand te stellen.
Zaak B
1.
op 24 maart 2011 te Hilversum, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen [vennootschap 1] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 26.153,61 euro, met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk en in strijd met de waarheid met een vervalste factuur (uit hoofde van bedrijf Google) strekkende tot betaling van voornoemd geldbedrag heeft opgemaakt en vervolgens deze vervalste factuur heeft gefaxt en/of laten faxen naar de afdeling accounting van [vennootschap 1] en vervolgens die vervalste factuur ter goedkeuring heeft overhandigd aan zijn leidinggevende (dhr. [C]).
2.
op 25 mei 2011 tot en met 26 mei 2011 te Hilversum, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen [vennootschap 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.802,01 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - listiglijk en in strijd met de waarheid een vervalste factuur (uit hoofde van bedrijf Philips) strekkende tot de betaling van voornoemd bedrag gefaxt en/of laten faxen naar de afdeling accounting van [vennootschap 1] en vervolgens die vervalste factuur als ware het een echte factuur aan Philips ter goedkeuring aangeboden aan zijn, verdachtes, leidinggevende (dhr [C]) en vervolgens die factuur van dat geldbedrag als zodanig verwerkt en betaald, waardoor [vennootschap 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
3.3
Bewijsoverwegingen
3.3.1
ten aanzien van zaak A feit 1
De raadsvrouwe heeft ter terechtzitting aangevoerd, zakelijk weergegeven, dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte medepleger is van het in zaak A onder feit 1 tenlastegelegde. Verdachte heeft slechts middelen tot het begaan van het feit ter beschikking gesteld. Om die reden zou hij hooguit als medeplichtige kunnen worden beschouwd, hetgeen niet is tenlastegelegd. De raadsvrouwe heeft ter onderbouwing van dit verweer gewezen op wat in haar pleitnotities staat. Zij heeft deze ter zitting aan de rechtbank overgelegd.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouwe om de volgende redenen.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte medepleger is geweest van de diefstal van de kluis. Er is sprake geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten bij het plegen van dit feit. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte hierbij in feite zelfs een sleutelrol vervuld. Verdachte en zijn mededaders hebben zich de toegang tot het pand van [vennootschap 1] verschaft met een toegangspas die verdachte, als personeelslid van [vennootschap 1], onder zich had. Verdachte wist, naar zijn eigen zeggen, waar de kluis zich bevond en dat deze niet verankerd was. Vervolgens zijn verdachte en zijn mededaders met de kluis naar de woning van verdachte gereden. In de schuur van zijn woning hebben ze de kluis opengemaakt. Niet alleen was verdachte daarbij aanwezig, het is ook verdachte geweest die naar de Gamma is gereden om gereedschap te kopen om de kluis te openen. [3]
3.3.2
ten aanzien van zaak A feit 3
Met de raadsvrouwe is de rechtbank van oordeel dat op basis van de zich in het dossier bevindende stukken niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte dit feit zelf, al dan niet met een of meer mededaders, heeft gepleegd, zodat de rechtbank verdachte vrijspreekt van het gedeelte van feit 3 waarin het medeplegen van de diefstal ten laste is gelegd.
Naar het oordeel van de rechtbank is medeplichtigheid van verdachte aan dit feit wel bewezen. Met de uit de kluis van [vennootschap 1] afkomstige bankpassen en creditcard is getracht om middels internetbankieren geld over te maken. Het kan, naar het oordeel van de rechtbank, niet anders dan dat verdachte en/of zijn mededader tenminste aan een of meer onbekend gebleven daders deze passen heeft/hebben verstrekt en dat deze onbekend gebleven daders vervolgens hebben gepoogd de geldbedragen over te maken.

4.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen en maatregelen

De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem in zaak A onder 1, 2 en 3 en in zaak B onder 1 en 2 primair geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met de bijzondere voorwaarden als vermeld in het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 3 oktober 2011, te weten een meldingsgebod en deelname aan en een gedraginterventie. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij geheel wordt toegewezen tot het gevorderde bedrag, verminderd met de gevorderde advocaatkosten, en dat aan verdachte ter zake de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd. Tenslotte heeft de officier van justitie gevorderd dat de op de beslaglijst onder 1 tot en met 3 en 8 genoemde goederen worden verbeurd verklaard en dat de onder 4 tot en met 7 genoemde goederen worden onttrokken aan het verkeer.
De verdediging heeft een zo lang mogelijke voorwaardelijke gevangenisstraf en een zo kort mogelijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf bepleit. Daarbij is gewezen op een aantal omstandigheden. De feiten zijn van een tijd geleden en de zaak heeft lang geduurd. Dat moet in straftoemeting tot uiting komen. Verdachte was in de greep van een criminele bende en heeft de feiten begaan onder druk daarvan. Hij wil nu heel graag schoon schip maken en verder met zijn leven.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich samen met zijn twee mededaders schuldig gemaakt aan diefstal van een kluis van [vennootschap 1]. Zij hebben zich de toegang tot het betreffende pand van [vennootschap 1] verschaft door gebruik te maken van de toegangspas van verdachte die hij in zijn bezit had omdat hij op dat moment in dienstbetrekking was bij [vennootschap 1]. In de kluis zaten, onder meer, diverse bankpassen en een creditcard met bijbehorende pinpassen. Met deze bankpassen en creditcard heeft verdachte met één van zijn mededaders vervolgens bij diverse pinautomaten getracht geld op te nemen. In een aantal gevallen is dit ook daadwerkelijk gelukt. Tevens is met deze passen getracht geld middels internetbankieren over te maken. Daarnaast heeft hij [vennootschap 1] een aanzienlijk geldbedrag afhandig gemaakt door op listige wijze een factuur te vervalsen, deze door zijn leidinggevende te laten paraferen en vervolgens ter betaling aan te bieden. In een tweede geval is dat als gevolg van oplettendheid van anderen niet gelukt. Hij heeft door zijn handelen op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat [vennootschap 1] als werkgever in hem stelde. Bovendien heeft [vennootschap 1] als gevolg van zijn handelen aanzienlijke financiële schade geleden. Meer in algemene zin heeft hij het vertrouwen dat wordt gesteld in het betalingsverkeer schade berokkend. .
In het voordeel van de verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat hij volgens een hem betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 6 juni 2013 niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Bij het bepalen van de aan verdachte op te leggen straf heeft de rechtbank tevens acht geslagen op het omtrent de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van Reclassering Nederland, unit TBS/regio West Amsterdam, van 3 oktober 2011, opgemaakt door [E]. Dit rapport vermeldt zakelijk weergegeven het volgende.
Uitgaande van de verklaring van de heer [verdachte] lijkt hij hoofdzakelijk vanuit angst en ter bescherming van zichzelf en zijn familie te hebben gehandeld. Hij heeft eerder onverstandige keuzes gemaakt, waardoor hij in aanraking lijkt te zijn gekomen met het criminele milieu. Aan genoemde verkeerde keuzes lijkt winstbejag, moeite om het bestedingspatroon aan te passen aan een nieuwe situatie en cognitieve tekorten ten grondslag te liggen. Het recidiverisico wordt, zonder het volgen van gedragsinterventies, ingeschat op laag gemiddeld. Het risico op onttrekking aan de voorwaarden wordt als laag ingeschat. Het risico op letselschade wordt eveneens als laag ingeschat.
Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Geadviseerd wordt daaraan de volgende bijzondere voorwaarden te verbinden:
Meldingsgebod;
De heer [verdachte] moet zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet betrokkene zich melden bij Reclassering Nederland, [adres 1], [plaats]. Hierna moet hij zich gedurende door Reclassering Nederland bepaalde perioden blijven melden zo frequent als Reclassering Nederland gedurende deze perioden nodig acht.
Deelname aan een gedragsinterventie;
De heer [verdachte] moet deelnemen aan de volgende gedragsinterventies:
* Cognitieve vaardigheidstraining (CoVa). Deze training bestaat uit tweeëntwintig groepssessies van 2,5 uur, die minimaal tweemaal per week plaatsvinden. De training neemt daarmee circa drie maanden in beslag. De tijdsinvestering van deelnemers is zo’n 80 uur; 55 uur training, 25 uur huiswerk en individuele begeleiding.
* Module budgetteren. Deze groepstraining budgetteren bestaat uit zeven bijeenkomsten van 2,5 uur, die eenmaal per week plaatsvindt. De training neemt circa twee maanden in beslag.
De rechtbank neemt de bevindingen en conclusies van deze rapporteur en maakt deze tot de hare. De rechtbank ziet daarom aanleiding om een verplicht reclasseringscontact als bijzondere voorwaarde bij een deels voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf aan verdachte op te leggen.
De omstandigheid dat de rechtbank, anders dan de officier van justitie, tot een vrijspraak komt van het aan verdachte in zaak B onder 3 tenlastegelegde, vormt aanleiding om af te wijken van de door de officier van justitie geformuleerde eis. De rechtbank zal om die reden een groter deel van de aan verdachte op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
STK Gereedschap Kl:groen, BOSCH SLIJPMACH 18237-0283, 116478
STK Gereedschap Kl:rood, BREEKIJZER, 116479
STK Bril, BOSCH WERKBRIL, 116481
STK Bon Kl:wit, PRAXIS KASSABON, 116482
STK Bon Kl:blauw, BON OVERIGE 3350477, 116484
STK Gereedschap, AFBRAAMSCHIJF, 116485
STK Metaal, METAAL, 116586: stuk metaal
STK Gereedschap, DOORSLIJPSCHIJF, 116487
die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van die voorwerpen het in zaak A onder 1, 2, en 3 bewezen geachte is begaan.
Ten aanzien van de benadeelde partij
Het voegingsformulier vermeldt dat de vordering is ingediend door de gemachtigde [F]. In het dossier bevindt zich echter geen stuk waaruit blijkt dat voornoemde Karman door [vennootschap 1] daadwerkelijk gemachtigd is om deze vordering in te dienen. In beginsel vormt dit al reden om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren. Indien de rechtbank dit echter passeert dan laat dit onverlet dat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Het is de rechtbank op basis van de bij de vordering gevoegde stukken niet duidelijk welk bedrag door de verzekering van [vennootschap 1] is uitgekeerd. Daarnaast acht de rechtbank de hoogte van de post PWC onvoldoende gespecificeerd.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering is. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 45, 47, 48, 57, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezengeachte.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

9.Beslissing

Verklaart het in zaak B onder 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1, 2, en 3 en in zaak B onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Zaak A
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
medeplegen van medeplichtigheid aan poging tot diefstal, al dan niet door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.

Zaak B

Poging tot oplichting.
Primair Oplichting.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Tevens kan de tenuitvoerlegging worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldingsgebod;
De heer [verdachte] moet zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet betrokkene zich melden bij Reclassering Nederland, [adres 1], [plaats]. Hierna moet hij zich gedurende door Reclassering Nederland bepaalde perioden blijven melden zo frequent als Reclassering Nederland gedurende deze perioden nodig acht.
Deelname aan een gedragsinterventie;
De heer [verdachte] moet deelnemen aan de volgende gedragsinterventies:
* Cognitieve vaardigheidstraining (CoVa).
* Module budgetteren.
Verklaart verbeurd:
STK Gereedschap Kl:groen, BOSCH SLIJPMACH 18237-0283, 116478
STK Gereedschap Kl:rood, BREEKIJZER, 116479
STK Bril, BOSCH WERKBRIL, 116481
STK Bon Kl:wit, PRAXIS KASSABON, 116482
STK Bon Kl:blauw, BON OVERIGE 3350477, 116484
STK Gereedschap, AFBRAAMSCHIJF, 116485
STK Metaal, METAAL, 116586: stuk metaal
STK Gereedschap, DOORSLIJPSCHIJF, 116487
Verklaart de benadeelde partij [vennootschap 1] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. C.S. Schoorl en H.J.M. Baldinger, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Kloos, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 juli 2013.

Voetnoten

1.Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011036881-19 van 11 augustus 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [G] en [H] (doorgenummerde bladzijden 55-65), inhoudende de verklaring van [verdachte].
2.Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2011036881-1 van 2 augustus 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [H] (doorgenummerde bladzijden 4-8), inhoudende de verklaring van [C].
3.Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011036881-19 van 11 augustus 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [G] en [H] (doorgenummerde bladzijden 55-65), inhoudende de verklaring van [verdachte].