In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 juli 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de schilder [verweerder] met de stichting Woningstichting Rochdale. Rochdale verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van gewichtige redenen, na het ontslag op staande voet van [verweerder] op 26 april 2013. Dit ontslag was gebaseerd op het aannemen van kostbare geschenken van de verfleverancier, wat in strijd was met de gedragscode van Rochdale. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] zich gedurende een langere periode heeft laten omkopen door de leverancier, wat niet alleen in strijd was met de gedragscode, maar ook schadelijk was voor het imago van Rochdale. De rechter oordeelde dat de goede verstandhouding tussen partijen blijvend was verstoord, waardoor de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden.
De kantonrechter heeft echter ook geoordeeld dat [verweerder] recht had op een vergoeding van € 10.000,00 bruto, gezien de omstandigheden van het ontslag en de duur van het dienstverband. De rechter heeft bepaald dat deze vergoeding pas uitgekeerd kan worden als vaststaat dat de arbeidsovereenkomst op het moment van de uitspraak nog bestond. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werknemers om zich aan de gedragscode te houden en de gevolgen van het niet naleven daarvan.