ECLI:NL:RBAMS:2013:4772

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 juli 2013
Publicatiedatum
1 augustus 2013
Zaaknummer
1399881 CV EXPL 12-5807
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M.P.M. Strengers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Discretionaire bevoegdheid van de werkgever bij bonusregeling in het geval van financiële malaise

In deze zaak, uitgesproken door de kantonrechter op 3 juli 2013, gaat het om een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, de besloten vennootschap Kwaliteitszorg in de Automatisering (Kza) B.V. De werknemer had recht op een variabele bonusregeling, maar de werkgever weigerde deze toe te kennen vanwege de slechte financiële situatie van het bedrijf. De werknemer had zijn omzetdrempel gehaald, maar Kza besloot om geen bonus uit te keren, met uitzondering van enkele werknemers die uitzonderlijke prestaties hadden geleverd. De kantonrechter moest beoordelen of de werkgever binnen haar discretionaire bevoegdheid handelde door af te wijken van de bonusregeling.

De kantonrechter oordeelde dat de werkgever, gezien de langdurige financiële malaise van Kza, niet onredelijk handelde door geen bonus toe te kennen aan de werknemer. De directie had het recht om in individuele gevallen af te wijken van de bonusregeling, en dit recht was niet onterecht uitgeoefend. De rechter benadrukte dat de werkgever de grenzen van redelijkheid en billijkheid niet had overschreden, ondanks dat sommige werknemers wel een bonus hadden ontvangen. De beslissing om geen bonus toe te kennen aan de werknemer werd gerechtvaardigd door de slechte financiële situatie van het bedrijf en de noodzaak om uitzonderlijke prestaties te belonen.

Uiteindelijk werd de vordering van de werknemer afgewezen, en werd hij veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de ruimte die werkgevers hebben om af te wijken van bonusregelingen in situaties van financiële nood, mits dit binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid blijft.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Rolnummer: 1399881 CV EXPL 12-5807
Vonnis van: 3 juli 2013
F.no.: 460

Vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]
eiser
nader te noemen [eiser]
gemachtigde: mr. H.F.G. de Wit
t e g e n

de besloten vennootschapKWALITEITSZORG IN DE AUTOMATISERING (KZA) B.V.

gevestigd te Baarn
gedaagde
nader te noemen Kza
gemachtigde: mr. E.F.V. Boot

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het procesverloop blijkt uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 26 november 2012 inhoudende de vordering van [eiser] met producties;
  • de conclusie van antwoord van Kza met producties;
  • de conclusie van repliek van [eiser] met producties;
  • de conclusie van dupliek van Kza met producties;
  • de akte waarin [eiser] heeft gereageerd op die laatste producties.
Daarna is vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

feiten en omstandigheden

1.
Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staan de volgende feiten en omstandigheden vast:
1.1.
[eiser] is met ingang van 1 mei 2008 in dienst gestreden van TestValue B.V., in de functie van [functie] tegen een salaris van € 4.000,00 bruto per maand, exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
1.2.
TestValue B.V. is in 2010 gefuseerd met Kza. Op de voormalige werknemers van TestValue B.V. is de arbeidsvoorwaardenregeling van TestValue van toepassing gebleven (nader de AVO te noemen). Op de Kza medewerkers is de arbeidsvoorwaardenregeling van Kza van toepassing gebleven (nader de AVR te noemen).
1.3.
In de op de onderhavige arbeidsovereenkomst van toepassing zijnde AVO is een bonusregeling opgenomen, waarin onder meer is bepaald:
TestValue kent een variabele beloningsregeling voor medewerkers [..]. De inhoud, de zogenaamde prestatie-indicatoren (PI’s), en hoogte van de bedragen worden jaarlijks door de Test Value directie vastgesteld. [..] Tevens behoudt de directie zich het recht voor om in individuele gevallen van deze regeling af te wijken.[..]
1.4.
[eiser] heeft over het jaar 2008 een bonus ontvangen van € 1.500,00 en over het jaar 2009 € 900,00. Over 2010 heeft [eiser] zijn omzetdrempel onder meer als gevolg van arbeidsongeschiktheid niet gehaald en geen bonus ontvangen.
1.5.
In zijn e-mail van 2 oktober 2012 heeft [A] van Kza aan [eiser] geschreven dat gezien de financiële situatie van het bedrijf de directie heeft besloten over 2011 geen bonus uit te keren.
1.6.
Op 5 december 2011 heeft KZA de ondernemingsraad een advies- en instemmingsaanvraag gedaan voor het voorgenomen besluit te reorganiseren en om de arbeidsvoorwaarden te versoberen.
1.7.
De ondernemingsraad heeft op 6 januari en 17 januari 2012 van advies gediend en ingestemd met de beoogde reorganisatie en versobering van de arbeidsvoorwaarden.

Vordering en verweer

2.
[eiser] vordert na wijziging van eis dat Kza bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van € 4.600,00 aan hoofdsom, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2012, althans een door de kantonrechter te bepalen datum, met veroordeling van Kza in de proceskosten van [eiser], te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.
[eiser] stelt hiertoe dat hij de omzetdrempel voor 2011 heeft behaald, dat hij drie contractverlengingen heeft gerealiseerd en dat hij in 2012 een nieuwe klant heeft binnengehaald, waardoor hij aanspraak maakt op een bonus van totaal € 4.000,00. Kza heeft aan een aantal werknemers de bonus over 2011 voldaan, maar gaat ten onrechte niet over tot betaling van de bonus aan [eiser]. Ook maakt [eiser] nog aanspraak op een deel van de bonus van 2009. Destijds heeft hij € 600,00 te weinig aan bonus ontvangen. In zijn akte van uitlating heeft [eiser] nog gesteld dat € 1.000,00 van de vordering op zijn aanspraak ziet voor de bonus van 2012.
4.
Kza verweert zich en voert aan dat zij conform de arbeidsvoorwaarden mag afwijken van de bonusregeling en dat zij dat vanwege de al jaren durende slechte financiële situatie van Kza heeft gedaan. Enkele medewerkers hebben op basis van de AVR, die een sobererder bonusregeling heeft, een bonus ontvangen vanwege uitzonderlijke geleverde prestaties in 2011. [eiser] heeft niet zodanig uitzonderlijk gepresteerd dat hij in aanmerking voor een bonus kwam. Eén medewerker heeft op basis van de AVO een bonus ontvangen vanwege diens deplorabele privé-omstandigheden. Als de bonusregeling toch van toepassing is dan is in een situatie waarbij een onderneming rigoureuze maatregelen moet nemen ter voorkoming van faillissement, een beroep op de bonusregeling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Kza betwist de hoogte van de vordering. De hoogte van de vordering is onvoldoende onderbouwd en [eiser] heeft de bonusregeling niet goed uitgelegd. De bonus kan nooit hoger zijn dan € 1.500,00.

Beoordeling

5.
Als niet weersproken staat vast dat [eiser] in 2011 een dusdanige omzet heeft gerealiseerd hij op basis van de voor hem geldende bonusregeling aanspraak maakt op een bonus. Toch heeft de directie hem geen bonus toegekend vanwege de slechte financiële positie waarin Kza verkeerde. Blijkens de toepasselijke arbeidsvoorwaarden heeft de directie het recht om in individuele gevallen af te wijken; meer of minder is niet bepaald. De directie komt bij de invulling van haar afwijkingsbevoegdheid een discretionaire bevoegdheid toe, die wordt begrensd door de eisen van redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter zal allereerst hebben te beoordelen of het besluit van de directie om de bonus over 2011 niet uit te keren buiten die grens is getreden. De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend. Overwogen wordt als volgt.
6.
Kza heeft gemotiveerd en met stukken onderbouwd gesteld en [eiser] heeft dit ook niet (voldoende) weersproken, dat Kza al enkele jaren verlies lijdt, dusdanig dat zij moeite had om te overleven. De ondernemingsraad heeft onder meer geconcludeerd:
In haar advies van 6 januari 2012:
Wij delen de constatering dat KZA onder de huidige omstandigheden niet levensvatbaar is en zonder hulp zal failleren.[..]Het sociaal plan is zeker geen ‘goudomrand sociaal plan’, het plan past hiermee binnen de huidige beperkte financiële mogelijkheden van KZA.
In het advies van 17 januari 2012:
De Ondernemingsraad deelt op basis van de verstrekte financiële gegevens de conclusie dat KZA in de huidige vorm niet levensvatbaar is.Gezien de ‘marktomstandigheden’en de prijsontwikkeling van de afgelopen jaren is een herstel van de tarieven in de markt op korte termijn niet realistisch. De Ondernemingsraad ziet dan ook nut en noodzaak van de diverse maatregelen waarvan het aanpassen van de arbeidsvoorwaarden er een is.[..]Uiteraard had de Ondernemingsraad graag een ruimte compensatie gezien voor bepaalde groepen medewerkers, maar moet met Bestuurder concluderen dat, gezien de financiële ruimte en de te hanteren uitgangspunten, hiertoe geen ruimte bestaat.
11.
De kantonrechter is van oordeel dat de directie onder deze omstandigheden met haar besluit om af te wijken van de bonusregeling de grenzen van haar discretionaire bevoegdheid niet heeft overschreden. Dat Kza een aantal medewerkers wel een bonus heeft toegekend maakt dat niet anders. Gezien de slechte financiële situatie van Kza is niet onbegrijpelijk dat de directie enkele werknemers die uitzonderlijk hebben gepresteerd met een bonus te belonen ter stimulering van de inzet en behoud van deze werknemers. Dat maakt niet dat de directie er niet toe gehouden was om alle werknemers die op zich aan de voorwaarden voldoen om een bonus toe te kennen. Ook het toekennen van een bonus aan de werknemer die in een financiële problematiek zit is voldoende onderscheidend voor de keuze om bij die werknemer niet (volledig) af te wijken van de bonusregeling en bij werknemers zoals [eiser] wel.
12.
[eiser] heeft voor het eerst in zijn akte uitlating producties aan de vordering ten grondslag dat hij aanspraak maakt op een bonus voor 2012 (€ 1.000,00 van de gevorderde € 4.600,00). De kantonrechter passeert deze grondslag, wegens strijd met de goede procesorde.
13.
Gelet op het vorenstaande is onvoldoende komen vast te staan om de grondslag van de vordering te kunnen dragen. Dit betekent dat de vordering van [eiser] wordt afgewezen.
14.
Het vorengaande brengt mee dat dit geding met de volgende uitspraak moet eindigen. De door partijen aangevoerde argumenten die niet aan de orde zijn gekomen, behoeven geen bespreking, nu deze, in het licht van hetgeen is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kunnen leiden.
15.
Bij deze uitkomst van de procedure wordt [eiser] veroordeeld in de proceskosten.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten die aan de zijde van Kza tot op heden begroot worden op 400,00, inclusief eventueel verschuldigde btw.
Aldus gewezen door mr. F.M.P.M. Strengers, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 juli 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.