ECLI:NL:RBAMS:2013:5021

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2013
Publicatiedatum
12 augustus 2013
Zaaknummer
1408183 - HA EXPL 13-98
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en de waarschuwingsplicht van de advocaat

In deze zaak vordert GMW Advocaten B.V. betaling van openstaande facturen van [gedaagde], die een overeenkomst van opdracht met GMW had gesloten voor juridische werkzaamheden. De overeenkomst werd in oktober 2011 aangegaan, en GMW heeft [gedaagde] bijgestaan in een conflict met zijn oud-werkgever. GMW stelt dat [gedaagde] betaling verschuldigd is voor de geleverde diensten, terwijl [gedaagde] aanvoert dat er een maximumbudget van € 7.500 was afgesproken en dat hij al meer dan dit bedrag heeft betaald.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat GMW in haar communicatie met [gedaagde] een prijsindicatie van € 5.000 heeft gegeven, maar dat dit niet als een bindende prijsafspraak kan worden beschouwd. [gedaagde] had zijn budget van € 7.000 tot € 7.500 kenbaar gemaakt, en de kantonrechter oordeelt dat GMW niet voldoende heeft voldaan aan haar waarschuwingsplicht over de overschrijding van dit budget. GMW heeft niet aangetoond dat zij [gedaagde] tijdig heeft gewaarschuwd voor de oplopende kosten, en de kantonrechter concludeert dat er geen wilsovereenstemming bestond over een bedrag dat hoger is dan het reeds betaalde.

Uiteindelijk wijst de kantonrechter de vordering van GMW af en veroordeelt GMW in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde]. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en het naleven van waarschuwingsplichten in overeenkomsten tussen advocaten en hun cliënten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Zaaknummer en rolnummer: 1408183 \ HA EXPL 13-98
Uitspraak: 14 augustus 2013

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid GMW Advocaten B.V.,
gevestigd te Den Haag,
eiseres,
gemachtigde mr. C.M. Malipaard,
t e g e n
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde.
Partijen zullen hierna GMW en [gedaagde] worden genoemd.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende processtukken zijn ingediend:
  • de dagvaarding van 9 januari 2013 inhoudende de vordering van GMW met bewijsstukken;
  • de conclusie van antwoord van 21 februari 2013 van [gedaagde] met bewijsstukken.
Ingevolge tussenvonnis van 13 maart 2013 heeft een bijeenkomst van partijen plaatsgevonden. Het proces-verbaal hiervan bevindt zich bij de stukken.
Daarna is vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten en omstandigheden

1.
Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staan de volgende feiten en omstandigheden vast:
1.1.
In oktober 2011 is tussen partijen een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen betreffende het verrichten van juridische werkzaamheden door GMW ten behoeve van [gedaagde]. GMW heeft [gedaagde] bijgestaan in een conflict met zijn oud-werkgever dat is beëindigd met een vaststellingsovereenkomst.
1.2.
Bij brief van 19 oktober 2011 is deze overeenkomst aan [gedaagde] bevestigd. In deze brief schrijft GMW, bij monde van [naam 1] (hierna: [naam 1]), onder andere:
“During our introductory meeting we have agreed on an hourly rate of € 185,-, exclusive of taxes, VAT and tax free disbursements.”
1.3.
In november 2011 heeft [gedaagde] de eerste rekening van GMW ontvangen die € 2030,- bedroeg. Naar aanleiding van deze rekening is er op 14 november 2011 een emailwisseling tussen [gedaagde] en [naam 1] geweest. In de emailwisseling is onder andere te lezen:
[gedaagde]:“I’m a little bit confused, you mentioned that in worst case scenario the case will cost me around 4000-5000 euro. If I pay in the first step around 2200 euro, then how much should I pay if the case takes a place in the court? How about it takes 3 months or more in the court? I believe this case will cost me tens of thousands euros if we go to court.”
[naam 1]:
“As I mentioned on the phone, a proceeding normally costs around
€ 5.000,-. (…) As you asked me on the phone, I will keep all the correspondence with the lawyer of your employer short. In case, your employer won’t pay the compensation (or a fair part of it), I won’t spend time to email-correspondence and phonecalls. We go directly to court. I will keep you updated concerning the costs. I know that I told you that a proceeding will cost around € 5.000,-. If anything unexpected will happen in your case and the invoice would therefore be much higher, I will let you know on forehand.”
[gedaagde]:“Pls note that I don’t have more than 7000-7500 budget for this case. My aim is to finalize all I’m this budget.”

Vordering en verweer

2.
GMW vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot betaling van:
€ 10.805,47 aan hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de facturen tot aan voldoening;
€ 1.208,82 aan buitengerechtelijke incassokosten te vermeerden met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot aan voldoening;
de proceskosten van GMW.
3.
GMW stelt kort gezegd dat [gedaagde] betaling van de openstaande facturen verschuldigd is op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht. Aan genoemde betalingsverplichting is door [gedaagde] tot op heden niet voldaan. GMW heeft aanmaningen en betalingsherinneringen verzonden alsmede onderhandelingen gevoerd om tot een minnelijke regeling te komen en hiermee buitengerechtelijke incassokosten gemaakt.
4.
[gedaagde] voert gemotiveerd verweer tegen de vordering en stelt daartoe dat met GMW een maximumbudget van € 7.000  € 7.500 is besproken en GMW hem vooraf zou waarschuwen als de kosten hoger zouden uitvallen. Daarnaast voert hij aan dat hij al
€ 9798,- aan GMW heeft betaald, bestaande uit € 2.030,22, € 1.086,07 en € 723,41 aan facturen en tweemaal € 2.975,- voor het voeren van de gerechtelijke procedure. Het totale bedrag is ruim meer dan in eerste instantie was afgesproken, waardoor hij aan GMW nu niets meer verschuldigd is.

Beoordeling

5.
[naam 1] schrijft in haar email van 14 november 2011 dat de verwachte kosten voor een procedure circa € 5.000,- zijn en als de kosten onverwachts veel hoger uitvallen, zij [gedaagde] vooraf zal waarschuwen. De kantonrechter volgt GMW in haar stelling dat genoemd bedrag slechts een prijsindicatie betreft en niet kan worden uitgelegd als een prijsafspraak. Dat [naam 1] vervolgens aankondigt te zullen waarschuwen bij grote overschrijding doet hier niets aan af. [gedaagde] heeft aan deze emailwisseling, voor zover hij zich daarop heeft willen beroepen, niet de gerechtvaardigde verwachting mogen ontlenen dat de dienstverlening van GMW niet meer dan € 5.000,- zou kosten.
6.
Uit dezelfde emailwisseling van 14 november 2011 blijkt echter dat [gedaagde] aan GMW kenbaar heeft gemaakt dat zijn totale budget voor de zaak € 7.000  € 7.500 is. Dit is door GMW niet betwist. Onder de gegeven omstandigheden heeft [gedaagde] er op mogen vertrouwen dat als zijn budget ruim zou worden overschreden hij hiervan vooraf op de hoogte zou worden gesteld. De kantonrechter stelt vast dat nu GMW in totaal circa
€ 20.000,- in rekening heeft gebracht, zij zich er van had moeten vergewissen dat er wilsovereenstemming bestond over het bedrag dat het maximumbudget van € 7.500,- in zeer ruime mate overschreed.
7.
De kantonrechter ziet zich voor de vraag gesteld of door GMW aan voornoemde waarschuwingsplicht is voldaan. GMW heeft zich op het standpunt gesteld dat zij [gedaagde] meerdere malen telefonisch heeft gewaarschuwd voor de oplopende kosten. Daarnaast stelt GMW dat door het verzenden van maandelijkse facturen voor [gedaagde] steeds inzichtelijk was hoe de kosten werden opgebouwd en dat er op basis van uurtarief werd gedeclareerd. Bovendien heeft [gedaagde] meerdere malen aangeboden om meer te betalen voor extra werkzaamheden, bijvoorbeeld om te kunnen procederen, aldus GMW.
8.
[gedaagde] ontkent telefonisch te zijn gewaarschuwd door GMW voor het oplopen van de kosten. De enkele stelling van GMW dat er telefonisch is gewaarschuwd voor de oplopende kosten, acht de kantonrechter, in het licht van de betwisting van [gedaagde], onvoldoende onderbouwd, zodat aan bewijslevering voor deze stelling niet wordt toegekomen.
9.
Nu [gedaagde] zijn budget per email aan GMW kenbaar heeft gemaakt, hetgeen door GMW niet wordt betwist, had het mede gelet op de eerder afgegeven prijsindicatie van
€ 5.000,- , op de weg van GMW gelegen om zich er van te vergewissen dat [gedaagde] akkoord ging met de stijgende kosten. De stelling dat [gedaagde] meerdere malen heeft aangeboden meer te betalen is te weinig concreet en kan niet tot de conclusie leiden dat daarmee het maximumbudget zou zijn verhoogd dan wel additionele afspraken over de prijs zijn gemaakt.
10.
GMW stelt dat [gedaagde] op basis van de maandelijkse facturen steeds inzage heeft gehad in de kosten die gemaakt werden en daarmee ook de overschrijding van zijn budget heeft kunnen zien aankomen. Bovendien wist [gedaagde] dat hij op basis van uurtarief moest betalen. GMW stelt dat de eerste € 10.000,- in maart 2012 al gefactureerd is.
11.
De kantonrechter acht het aannemelijk dat in maart 2012 een bedrag van € 9789,70 in rekening is gebracht, verspreid over maandelijkse facturen. Dit betreft het al door [gedaagde] voldane bedrag. Ook acht de kantonrechter het aannemelijk dat [gedaagde] wist dat hij op basis van uurtarief moest betalen, en dit overigens tot maart 2012 ook deed. Dit leidt echter niet tot de conclusie dat de waarschuwingsplicht van GMW daarmee is komen te vervallen noch kan hieruit worden geconcludeerd dat de waarschuwingsplicht hiermee is vervuld. Niet is komen vast te staan dat [gedaagde] door de gestelde omstandigheden had kunnen dan wel moeten weten dat het totaalbedrag op circa € 20.000,- uit zou komen.
12.
Niet is vast komen te staan dat GMW [gedaagde] heeft gewaarschuwd over de ruime overschrijding van zijn budget. Evenmin is komen vast te staan dat er wilsovereenstemming tussen partijen heeft bestaan over een bedrag dat hoger is dan de al betaalde € 9.789,70. De tussen partijen gesloten overeenkomst strekt dan ook niet verder dan dit bedrag, waardoor voor de vordering van GMW een grondslag ontbreekt en genoemde vordering zal worden afgewezen.
13.
Bij deze uitkomst van de procedure wordt GMW als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde], tot op heden begroot op nihil.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt GMW in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. J.F. Aalders, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 augustus 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter